Brand van 23 september 1899
De brand van 23 september 1899 vernielde het huis dat bewoond werd door Lambertus Timmermans.
In de eerste korte krantenberichten die over deze brand verschenen, was sprake van een boerderij van L. Timmermans, die door de brand zou zijn getroffen en dat de brandweer weinig kon uitrichten wegens gebrek aan water.[1]
De Zuid-Willemsvaart van 27 september gaf het volgende wat uitgebreidere verslag.
- Zaterdagnamiddag brandde het woon- en pakhuis van den graanhandelaar L. Timmermans alhier tot den grond toe af. Er waaide een tamelijk hevige wind, daarom vreesde men, dat de brand zou overslaan op het woonhuis der familie Van de Mortel, welk perceel door de brandweer gelukkig doch met veel moeite kon gered worden; toen nog dreigde de hoog opstaande gevel van het nog steeds brandende gebouw, welke zeer naar buiten overhing en zeker spoedig zou omvallen, genoemd naastgelegen huis veel schade te berokkenen. Met vereende krachten slaagde men er in den gevel in de vlammen te doen tuimelen. Er is nog al veel huisraad gered kunnen worden, van voorradige granen en den winkel evenwel niets. Huis en inboedel waren beide verzekerd, het huis voor f 2000.- ; de inboedel voor f 800.- en de in voorraad zijnde granen en winkelwaren wel wat laag voor f 2100.- Oorzaak onbekend. [2]
Na deze brand verzocht Timmermans om een certificaat van onvermogen. Het antwoord van de burgemeester van Deurne op een verzoek om inlichtingen door de commissaris van de koningin, wierp een bijzonder licht op de persoon van Lambertus Timmermans en de oorzaak van de brand. Die brief luidde als volgt.
- Deurne c.a. 25 September 1899
Onder terugzending van bijgevoegd adres van L. Timmermans alhier, heb ik de eer Uwe Excellentie te berichten:
De adressant is winkelier van beroep, hij heeft een paard en vervoermiddelen, waarmede hij reeds jaren zijn handeldrijvende gemeentegenoten eene overdreven concurrentie heeft aangedaan. Zijne handelsmoraliteit wordt zeer ongunstig beoordeeld, hij is reeds herhaaldelijk in rechten vervolgd, wegens weigering van betaling van betrokken goederen en naar ik hoor heeft hij op het oogenblik twee vonnissen ten zijnen laste, die eerstdaags ten uitvoer zouden worden gelegd.
Intusschen is ll. Zaterdag namiddag het door hem bewoond huis met een gedeelte zijner roerende goederen verbrand. Hij was tegen brandschade verzekerd voor f 2.900,-.
Omtrent de oorzaak van den brand is de openbare meening al zeer ongunstig.
Zijne levenswijze is van dien aard, dat aan zijn onvermogen moet worden getwijfeld. hij bezoekt zeer druk de herbergen en is een openbaar leugenaar.
Het is wel mogelijk, dat hij gedeeltelijk op kosten zijner leveranciers leeft, maar dat hij kontanten onder zich heeft, staat bij mij boven twijfel en nu komt het mij voor. dat de afgifte van het door hem gevraagd certificaat van onvermogen niet met de billijkheid is overeen te brengen en hij de kosten der procedure maar uit die gelden moet bestrijden, waarvan zijne crediteuren toch niets zullen ontvangen, indien hij er buiten kan.
Bovendien betwijfel is het, dat het bewust perceeltje bezwaard zoude zijn.
Eindelijk zijn de door hem genoemde getuigen van dien aard, dat zij niet mogen worden geacht met den financieelen toestand van Timmermans genoegzaam bekend te zijn.
De burgemeester der gemeente Deurne c.a. get. K. Laan[3]
Kort hierna ging Timmermans failliet en verhuisde hij met zijn gezin naar Helmond.
Bronnen, noten en/of referenties
|