Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Brand van 15 augustus 1939 bij Van Oosterhout

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De rampzalige gevolgen van de brand. Foto collectie LHE – Wiel van Oosterhout.
De soldaten na de brand met de familie Van Oosterhout. Foto collectie LHE – Wiel van Oosterhout.
Mevrouw Van Oosterhout omringd door gemobiliseerde soldaten. Foto collectie LHE – Wiel van Oosterhout.

Bij de brand van 15 augustus 1939 bij Van Oosterhout in Liessel brandde het huis volledig af en kon een kind ternauwernood aan de vuurzee ontkomen.


In 1939 was in de middag van dinsdag 15 augustus, de feestdag van Maria-Tenhemelopneming, de vrouw van rijwielhandelaar Johannes van Oosterhout (1897-1986) in de werkplaats bezig met het aftappen van benzine toen de Astense aannemer H.C.F. daar een sigaar of sigaret aanstak en de brandende lucifer dicht bij het benzinevat op de grond gooide. De benzinedampen vatten daardoor vlam en binnen de kortste keren stond de werkplaats, waar naast de benzine ook de olie en rubberbanden een gretige prooi van de vlammen waren, in vuur en vlam.

Een klein kind, dat op het moment van de brand in de woning sliep, kon maar amper uit het vuur worden gered.

Van Oosterhout zelf, die toen in de kerk het lof bijwoonde, werd meteen gealarmeerd. Hij kon niet veel meer doen dan wat geld en papieren in veiligheid brengen. Al het overige verbrandde, inclusief de uitrusting en de bezittingen van de gemobiliseerde militairen, die op de ruime zolder bivakkeerden. De ontploffende munitie van de daar aanwezige scherpe patronen veroorzaakten gevaar voor de omgeving, waardoor de politie de omstanders op afstand moest houden en de doorgaande weg tijdelijk afsloot.

De soldaten zorgden onder leiding van de commandant het het kantonnement ervoor dat, in afwachting van de komst van de brandweer van Deurne, de omliggende huizen geen vlam vatten. De brandweer kon aankoppelen op de pomp van de stoomzuivelfabriek en moest zich beperken tot het veiligstellen van de omliggende woningen. Van het huis met winkel en werkplaats, die pas enkele jaren daarvoor gebouwd waren, bleef niets meer over dan de muren.

De berechting van de veroorzaker van de brand had nogal wat voeten in de aarde. Eerst wilde de rechtbank een getuige-deskundige horen over het gevaar van een brandende lucifer in de buurt van benzinedampen. Toen de Maastrichtenaar E. van Waegeningh geen misverstand liet bestaan over dat gevaar, vooral omdat benzinedampen naar de bodem zakken, doemde er een nieuw probleem op toen de vrouw van de verdachte een compleet andere getuigenis aflegde dan twee eerdere getuigen. De rechtbank wilde daarom alle getuigen nog eens horen.

Uiteindelijk werd de Astense aannemer veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, waar mr. Truijen, de advocaat van de beklaagde, vrijspraak pleitte en de officier van justitie een maand geëist had.