Begraafplaats aan het huidige Hannes Joostenplein
De begraafplaats aan het huidige Hannes Joostenplein in Helenaveen werd in of kort voor 1871 door de Maatschappij Helenaveen ingericht als opvolger van de begraafplaats aan de Fruitweg.
In de vergadering van de gemeenteraad van 4 mei 1871 werd een schrijven behandeld van directeur Deckers, die namens het bestuur van de Maatschappij Helenaveen meedeelde dat daar een terrein, bestemd tot algemene begraafplaats, in orde was gemaakt en was voorzien van de door de wet voorgeschreven afsluiting. Ook schreef hij dat de maatschappij bereid was dat terrein in eigendom over te dragen aan de gemeente. Met algemene stemmen werd door de gemeenteraad besloten om in nader overleg met de Maatschappij te gaan over de te stellen voorwaarden. Deze begraafplaats was deels afgerasterd ter hoogte van nagenoeg een meter en deels omgeven door een heg van meer dan twee el hoog en gedeeltelijk afgesloten.
In april 1873 stemde de algemene ledenvergadering van aandeelhouders van de Maatschappij Helenaveen er in grote meerderheid mee in dat het bestuur gemachtigd werd om de grond over te dragen aan de gemeente Deurne waarop de school en de onderwijzerswoning waren gebouwd, en een stukje grond voor de algemene begraafplaats. De algemene begraafplaats werd in 1874 in gebruik genomen.[1]
Op 23 mei 1874 meldde pastoor Van der Heijden van Helenaveen aan het gemeentebestuur dat de oude begraafplaats niet meer gebruikt werd en dat op de nieuwe de eerste begrafenis ging plaatsvinden. De 23-jarige Gerardus van Stiphout werd op dinsdag 26 mei 1874 als eerste op het nieuwe kerkhof begraven. Op dat moment was het nog een algemene begraafplaats maar op de dag van de eerste begrafenis werd bij de gemeente zowel door de katholieke parochie als door de protestantse gemeente een verzoek ingediend om de begraafsplaats te splitsen in een katholiek en protestants gedeelte. De grond van de begraafplaats was toen nog steeds eigendom van de maatschappij. De feitelijke verkoop ervan wilde maar niet vlotten. In 1878 of 1879 (dienstjaar 1880) werd bepaald dat de Maatschappij eigenaar van de grond bleef en dat de gemeente Deurne en Liessel, de Nederlands Hervormde Gemeente Deurne en het Rooms-Katholieke kerkbestuur het vruchtgebruik van de grond kregen. De algemene begraafplaats van de gemeente, met daarop het lijkenhuis, had een oppervlak van 432 m². de protestanten kregen 223 m² in gebruik en voor de katholieken was 872 m² bestemd. De katholieke begraafplaats lag achter het in in 1884 gebouwde en in 1944 vernielde klooster huize Sint-Anna.De algemene begraafplaats was, behalve het lijkhuisje, feitelijk niet meer dan de toegangsweg tot de twee bijzondere begraafplaatsen.
Bronnen, noten en/of referenties
|