U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Archeologische vondst van beenderen in 1877

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een archeologische vondst van beenderen in 1877 werd als volgt gepubliceerd in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 26 juli:

DEURNE 23 Juli. De arbeiders van de pannenfabriek alhier, vonden bij het graven van potaarde , op eene diepte van ruim 3 meter in eene laag klei, een been ter volle lengte van 1.5 meter. Hoewel de arbeiders uiterst voorzichtig te werk gingen, mocht het hun niet gelukken het been in zijn geheel boven te brengen : bij de eerste poging om het op te heffen, viel het uiteen. Alleen de beide nog zeer harde uiteinden bleven in hun geheel. Bij eene nadere beschouwing bleek, dat men het dijbeen van een reusachtig dier gevonden had. Een verder onderzoek deed nog twee zware beenderen vinden, waarvan het eene blijkbaar eene knieschijf was, terwijl het andere, waarvan een groot gedeelte verteerd was, waarschijnlijk een gedeelte van eene rib uitmaakte.[1]

Het Algemeen industrieel volksblad voor Nederland van 21 oktober 1877 meldde:

Onder de gemeente Deurne zijn bij het graven voor een pannebakkerij antediluviaansche beenderen opgegraven van een buitengewoone lengte en dikte; sommige zijn meer dan een meter langen dan blijkbaar nog niet meer in hun geheel.[2]
Bronnen, noten en/of referenties