Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Nederlands Hippisch Centrum
Het Nederlands Hippisch Centrum (NHC) was een landelijk bekend Deurnes onderwijs- en kenniscentrum voor de paardensport en paardenhouderij.
Voorbereiding[bewerken | brontekst bewerken]
Op donderdag 16 februari 1967 schreef de Telegraaf: Een droom wordt werkelijkheid. Nederland krijgt zijn Nationaal Hippisch Centrum. Dit voorjaar zal met de aanleg ervan in Deurne in Noord-Brabant worden begonnen.
De opening van het complex was toen nog voorzien voor begin 1968. De geplande bouwkosten bedroegen een miljoen gulden die de Nederlandse Sport Federatie, de Hippische Sportbond, de paardentotalisator en een aantal particulieren gezamenlijk betaalden.
Volgens planning zou het hoofdgebouw voorzien worden van een binnenmanege (25 x 65 meter), met restaurant, bibliotheek, filmzaal, kantoren, buitenterras en jurytoren. Voor het gebouw het spring- en concoursterrein. Achter het hoofdgebouw een stallencomplex met 18 boxen, inclusief logiesgedeelte. Achter de binnenmanege werd een dressuurring (20 x 60 meter), een inspringterrein en een galoppeerbaan aangelegd.
De gemeente Deurne stelde voor dit alles een terrein, gelegen in de noordoosthoek van het Zandbos, van dertien hectare aan de Nederlandsche Hippische Sportbond ter beschikking. In het Zandbos was al een volledig crosscountrycircuit van vijf kilometer uitgezet.
Het gebouwencomplex werd ontworpen door architect Paree en de bouw werd gerealiseerd door aannemer Manders uit Liessel.
Opening[bewerken | brontekst bewerken]
Het Nederlands Hippisch Centrum aan de Bruggenseweg 11A, dat mede door de inzet van Hub van Doorne tot stand kwam, werd op 18 september 1969 door prins Bernhard geopend. Bij die gelegenheid werd ook de Legpenning van Verdienste aan Hub van Doorne uitgereikt door de voorzitter van de Nederlandse Hippische Sportbond.[1]
Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]
Met de opening ging de tweejarige particuliere (semirijks)opleiding tot pikeur-instructeur van start. Om tot deze opleiding toegelaten te worden moest de leerling eerst de titel leerling-pikeur behaald hebben aan de vakopleiding in Gorssel.
De opleiding bestond uit negen maanden stage waarna drie maanden school volgde. Aan het einde van de schoolperiode moest men een examen afleggen voor een externe examencommissie. De geslaagde kreeg de titel instructeur. De opleiding kostte ongeveer 12.000 gulden per jaar en het meenemen van één jong en één ervaren paard was vereist. Door de hoge kosten was dit een opleiding voor de elite. Er werd gestart met ongeveer tien leerlingen.
Omvorming[bewerken | brontekst bewerken]
In 1977 vond de omvorming plaats van vakschool naar praktijkschool. Dit was gunstig voor het NHB omdat deze hiervoor geld ontving per aanwezige leerling van het ministerie van onderwijs. Tevens werd de rechtspositie van de werknemers op het NHB verzekerd.
Voor de leerlingen werd de opleiding door deze omvorming toegankelijker. Zij konden studiefinanciering krijgen (mits ouder dan 18 jaar) en door aanschaf van paarden door het NHB was het voor de leerlingen niet meer noodzakelijk om een eigen paard mee te nemen.
Hierdoor groeide de opleiding uit tot 180 leerlingen per jaar. Deze leerlingen waren verdeeld in drie groepen, waardoor er telkens maximaal 60 leerlingen aanwezig waren op school. De opleiding werd opgesplitst in drie jaren, waarbij in het eerste jaar de basisopleiding (voorheen leerling-pikeur) afgerond werd, vervolgens instructeur 1 en als laatste instructeur 2 (voorheen pikeur/instructeur).
Uitbreidingen[bewerken | brontekst bewerken]
Tevens kwamen er de opleidingen tot stalmeester en drafsportpikeur bij. Eind jaren 1970 werd hier nog de opleiding tot hoefsmid bijgevoegd. Om het grotere aantal leerlingen en opleidingen te herbergen werd het gebouwencomplex uitgebreid met een tweede rijbaan, een hoefsmederij, een quarantainestal en het internaat werd vergroot.
Op 20 januari 1978 werd op het complex een naar Hub van Doorne genoemde smederij door Tiny van Doorne, de dochter van de naamgever, geopend.
In 1984 sloot het NHB zich aan bij het AOC (Agrarisch Opleiding Centrum) onderwijs en werd het een middelbare beroepsopleiding. Hierdoor werd het vakkenpakket gewijzigd, zodat vakken als biologie en Engels erbij kwamen. Tevens werden de schooljaren anders ingedeeld. Voortaan gingen de leerlingen niet meer 9 maanden op stage en 3 maanden naar school, maar 6 maanden op stage en 6 maanden naar school.
Omdat hierdoor het aantal aanwezige leerlingen op school groter werd (van 60 leerlingen naar 90) huurde het NHB in het centrum van Deurne de leegstaande verpleegstersflat van het Sint-Willibrordusziekenhuis aan de Dunantweg waar een groter aantal leerlingen een kamer kon huren.
In de hierop volgende vier jaren groeide het NHB nog verder uit van 180 leerlingen per jaar naar 360 leerlingen.
In 1992 werd het schoolcomplex nog verder uitgebreid met extra stallen, een grote rijhal met foyer en drie leslokalen. Dit werd de Zandboshal genoemd. Een extra vernieuwing aan het complex vond plaats in 2001. Een schoolgebouw met zeven leslokalen, veterinaire ruimte, mediatheek, computerruimte en seminarzaal werd gerealiseerd.
In 2007 werd een groot stallencomplex bijgebouwd, dat stalling gaf aan 60 paarden. De containerboxen werden verwijderd.
Vereniging van Afgestudeerden[bewerken | brontekst bewerken]
De Vereniging van Afgestudeerden van NHB Deurne, afgekort VANHB, werd in het najaar van 2003 opgericht naar aanleiding van het 35-jarige bestaan van NHB Deurne. De school wilde graag een vereniging oprichten waar alle oud-studenten zich mee verbonden zouden voelen en het netwerk zou blijven bestaan.
In 2010 bood het NHC haar accommodaties aan voor alle disciplines van de hippische sport en voor alle activiteiten in het paardenbedrijf.
Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen[bewerken | brontekst bewerken]
Het onderwijs in het centrum wordt verzorgd door de Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen (NHB). Het NHB Deurne is met ruim 600 studenten (in 2010) de grootste hippische beroepsopleiding in Nederland en leidt op in drie richtingen: Sport, Health en Business, op zowel MBO- als HBO-niveau. In opdracht van het bedrijfsleven voert NHB Deurne diverse projecten uit, doorgaans in de vorm van paardenpraktijkonderzoek in haar Fieldlab paardensport. [2]
Het NHC is ook gastheer van enkele prominente evenementen, seminars en workshops. Deze evenementen trekken jaarlijks ruim 80.000 bezoekers naar Deurne. NHB Deurne is het Hippisch Centrum van Nederland!
De wereldkampioen Vierspan Tjeerd Velstra maakte zich als directeur van het Hippisch Centrum zeer verdienstelijk voor de regionale en plaatselijke paardensport.
Libéma[bewerken | brontekst bewerken]
Libéma kocht de gebouwen op het terrein van Helicon Opleidingen in augustus 2016. In een intentieovereenkomst werd een periode van drie jaar afgesproken waarin het bedrijf uit kon zoeken waar de meeste kansen lagen, binnen de kaders die de gemeenteraad stelde. De raad wilde dat de mix tussen paarden en onderwijs overeind bleef. Dit bleek al gauw onhaalbaar en Libéma besloot zich te richten op de combinatie recreatie en paarden.
Er waren eens per maand oefenwedstrijden en twee avonden per week werd er de opleiding tot instructeur vanuit de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) gegeven. De vergunningen voor vijftien hotelkamers werden wel verleend maar nooit omgezet in concrete verbouwingen. Wat er met het complex ging gebeuren hing mede af van de uitkomsten van een groot onderzoek door Telos. Dat wees na afloop uit dat paardenconomie geen toekomst in Deurne had. Onder andere omdat er erg veel concurrentie was vanuit De Peelbergen in het nabij gelegen Kronenberg en alle faciliteiten in Valkenswaard. Drie jaar na de aankoop van het Hippisch Centrum in Deurne stopte eigenaar Libéma. Het lukte de recreatieondernemer niet om het complex een succesvolle nieuwe functie te geven en bood de eigenaar van het Hippisch Centrum het te koop aan.
Doorstart[bewerken | brontekst bewerken]
Het Hippisch Centrum stond twee jaar te koop. Plannen om er een belangrijk sport- en recreatiecentrum voor paard en ruiter van te maken werden niet levensvatbaar geacht. De economie rondom de paardensport zou in Deurne behoorlijk kansloos zijn zo bleek uit een onderzoek van Telos. Libéma kocht het indertijd aan nadat de paardenopleiding van Helicon ermee stopte. De nieuwe naam is Green Valley Estate. De 224 stallen zullen onder andere gevuld gaan worden door paarden die er langer verblijven omdat hun ruiters overal in de omgeving aan wedstrijden deelnemen het zo geheten longstay. Op termijn is het ook de bedoeling dat er mensen kunnen overnachten. Vergunningen voor een aantal hotelkamers werden afgegeven door de gemeente Deurne.
Op 1 mei 2021 werd de sleutel overhandigd aan familie Van den Eijnden, de familie die met hun bedrijf Baroef verschillenden horecazaken in Deurne heeft.
Tijdens Concours Hippique Deurne 2024 werden op dit complex vier Nederlandse kampioenschappen voor springruiters georganiseerd.
Zie ook Deurne Paardenwereld.
Bronnen, noten en/of referenties
|