Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Molenstraat 16-16a-18
Molenstraat 16-16a en 18 zijn drie adressen in Deurne, die deels een gemeenschappelijke geschiedenis hebben. Molenstraat 18 werd na de nieuwbouw omgenummerd naar De Wever 27.
Het eerste huis[bewerken | brontekst bewerken]
Bij de invoering van het kadaster in 1832 stond op de hoek van Molenstraat en Wiemel, nu het adres De Wever 27 en voorheen Molenstraat 18, een huis, kadastraal bekend als E 48 (huis, schuur en erf) en E 49 (moestuin). De bijbehorende schuur stond op de plek van het huidige pand Molenstraat 16-16a. Het werd vermoedelijk kort voor 1829 gebouwd. Uit dat jaar stamt de eerste vermelding.[1]
Bewoner in 1829 en eigenaar in 1832 was de herbergier Pieter Brangers. Zijn zoon Antonie werd als smid later vruchtgebruiker van het perceel. Bij een boedelscheiding van de bezittingen van vader Pieter rond 1874 werd Antonie nu ook eigenaar van het pand en de aangrenzende moestuin. Rond 1878 voerde hij een verbouwing van zijn huis en smederij door. Het oude huis bleef staan, maar de schuur werd afgebroken, en daarvoor werd het huidige pand Molenstraat 16-16a er tegenaan gebouwd. Kadastraal werd het oude huis mét de uitbreiding E 1478. De achterliggende brede tuin langs de Wiemel werd E 1477.[2]
Molenstraat 16-16a[bewerken | brontekst bewerken]
In 1885 splitste Brangers zijn bezit. Hij behield het oude hoekhuis van zijn vader, maar verkocht op 4 mei 1885 voor 300 gulden het aangrenzende, nieuw gebouwde huis (Molenstraat 16-16a).[3] Kopers van dit nieuwe pand waren Willem Vlemmings, smid, en zijn schoonzoon Ties van Griensven, eveneens smid. Bij de splitsing had het huis de kadastrale aanduiding E 1643 gekregen; het werd aanvankelijk omschreven als smederij en tuin, maar na een herbouw rond 1886 als huis en tuin, smederij.[4] Hierbij was aan de achterzijde van het huis een aanbouw geplaatst.[5] Bij een boedelscheiding rond 1926 werd Ties van Griensven enig eigenaar. Door een kadastrale hermeting en verkoop van grote delen van de diepe tuin rond 1956 werd het kavel bekend als K 350 (huis, schuur, tuin). Van Griensven had enige tijd ervoor ook de adressen Molenstraat 22-24 aangekocht. Rond 1957 schonk Van Griensven het huis aan drie dochters, van wie Jet er ook daadwerkelijk woonde.[6] Inmiddels was het oude hoekhuis met De Wever afgebroken, waardoor Molenstraat 16-16a nu korte tijd het hoekhuis was.[7]
Rond 1965 verwierf Henriette (Jet) van Griensven het huis Molenstraat 16, waar zij zelf ook woonde, van haar zussen. Het had toen de kadastrale aanduiding K 350 (huis, tuin) en was 2,29 are groot. Rond 1981 verkocht zij haar huis in twee delen.[8] Bij deze verkoop werd het huis gesplitst. De ene helft, dat het huisnummer 16 behield, ging naar haar zwager Toon van de Mortel, schilder in Deurne, en diens vrouw Riek) van Griensven, die er zelf ook woonden. Dit gedeelte kreeg vervolgens de kadastrale aanduiding K 1108.[9] In 2011 verkochten ze het pand aan hun dochter Annie van Stipdonk-van Griensven. De andere helft werd eveneens eigendom van zwager Van de Mortel, maar daarvan behield Jet van Griensven het recht van gebruik en bewoning. Later werd dat pand, het huidige Molenstraat 16a, eigendom van de familie Van der Putten, kadastraal is het als K 1109 bekend.[10]
Molenstraat 18, later De Wever 27[bewerken | brontekst bewerken]
In 1885 werd niet alleen het nieuwe huis door Brangers verkocht, maar splitste hij ook zijn oude huis, dat hij behield. Het gedeelte op de hoek werd E 1645 en kreeg een aanbouw, het resterende deel tussen de hoek en het naastgelegen nieuwe pand werd E 1644. Hierbij hoorde ook de tuin, waarvan overigens een deel meeverkocht was.[11] Kort erna werden beide delen weer verenigd, tot E 1650.[12] Na de dood van Antonij Brangers werd, rond 1890, het hoekpand verkocht aan Francis van Gool, die kuiper was en hier korte tijd een herberg had. Rond 1902 verkocht hij het pand.[13] Koper was de winkelier Johannis Fransen (1843-1905)Johannes Fransen, die nog net een bijbouw aan de zijde van de Wiemel kon bouwen voor hij overleed. Zijn weduwe zette de winkel voort, en na haar dood werd het pand op 11 en 18 oktober 1932 door notaris De Leeuw in café 't Hert geveild. In het aanplakbiljet, waarop de verkoop werd aangekondigd, werd het te verkopen omschreven als een huis met tuin en bouwland te Deurne aan de Molenstraat en Korte Schoolstraat, geschikt voor winkel of eenig ander bedrijf. Het huis was bij de publieke verkoop gedeeltelijk verhuurd.[14] Nieuwe eigenaar was Harrie Hendriks, de schoonzoon van Fransen. Wat hij er precies mee deed is niet bekend, want hij woonde in Liessel.[15]
Hendriks verkocht het pand aan de gemeente Deurne, die het vóór begin januari 1948 liet slopen. Mogelijk deed zij dat, omdat het pand zo ver naar voren stond ten opzichte van de naastgelegen panden, dat de weg erdoor als te smal werd gezien.[16] Rond 1950 verkocht de gemeente de resterende grond aan Harm Tabor, die zijn eerdere huis aan het Haageind in vlammen had zien opgaan. Tabor bouwde op het perceel een nieuw winkelpand, waar hij zijn handel in radio en electra had. Het kreeg daarop de aanduiding E 2539, later omgenummerd naar K 385. In die tijd kreeg het ook de adresaanduiding Molenstraat 18. Rond 1961 werd het pand gedeeltelijk vernieuwd; vermoedelijk werd er toen een bergplaats bij gebouwd. Rond 1980 verkocht Tabor het pand aan zijn zoon Leo, ook elektromonteur, maar vader Harm bleef er wel wonen.[17] De winkel werd op enig moment gesloten, en de etalagepui werd verwijderd.
In het kader van het Winkelcentrum De Wolfsberg werd het pand in 2009 gesloopt. Ervoor in de plaats kwam een nieuw winkelpand, fors hoger dan het oude, en met de voorzijde naar De Wever. In verband daarmee werd besloten het oude adres Molenstraat 18 te laten vervallen en in plaats daarvan het adres De Wever 27 in te voeren. Vóór augustus 2010 werd de eerste winkel in het nieuwe pand geopend. Hier waren tot nu toe steeds bloemenwinkels gevestigd, achtereenvolgens Flower Unique (2010-na 2018) en Bart van Well (2021, 2022).
Bronnen, noten en/of referenties
|