Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Kulertseweg 4-6-8

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kulertseweg 8 vóór de vernieuwing. Rechts is Kulertseweg 6 nog te zien.

Kulertseweg 4-6-8 zijn drie adressen in Deurne met een gedeelde geschiedenis.


Gemeenschappelijke ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Op 3 jul 1851 leende Laurens Verlijsdonk 400 gulden van de weduwe van Godefridus Steenbakkers in Helmond. Mogelijk gebruikte hij dat geld voor de financiering van de aankoop van grond in de Zeilberg van de erfgenamen van Cornelis Laurens Nooijen en de bouw van twee huizen. Het ging om één huizenblokje met een kleiner westelijk huis (D 1288, Kulertseweg 4) en een groter oostelijk huis met schuur (D 1289, Kulertseweg 6). Ook de daarachter gelegen weide, het restant van het perceel dat ooit helemaal weiland was, hoorde erbij (D 1290). De nieuw gebouwde huizen werden op 11 juli 1854 kadastraal gemeten en ingetekend. Rond 1881 werden de drie kadastrale percelen tot één samengevoegd, D 1605, groot 1410 m2. Het werd toen waarschijnlijk ook één woning.[1]

Na zijn dood kwam het huizenblokje rond 1890 toe aan zijn kinderen, de timmerman Engelbert Verleijsdonk (1858-1944) en de naaister Anna Maria Verleijsdonk (1851-1929). Rond 1895 werd het perceel geschat, en rond 1896 opnieuw in twee woningen gesplitst. Mogelijk werd daarvoor ook aangebouwd. Het lijkt erop dat wat nu Kulertseweg 4 en 6 is, één woning bleef met als aanduiding D 1737. De kleine aangebouwde woning, links vanaf de straat gezien, werd D 1736. Rond 1933 werden beide delen afzonderlijk verkocht.[2] We spreken eerst het ene deel (Kulertseweg 4-6) en dan het andere deel (Kulertseweg 8).


Kulertseweg 4-6[bewerken | brontekst bewerken]

De neef van de twee vorige eigenaren, Godfried Hendrik Verlijsdonk (1880-1949), kocht dit deel van het pand: D 1737, huis, werkplaats, tuin. Rond 1937 verkocht hij het perceel in drie delen, namelijk de twee huizen en een resterend stuk.[3]

Kulertseweg 4[bewerken | brontekst bewerken]

De voortuin van adres Kulertseweg 4 wordt al tenminste van 2002, toen deze foto gemaakt werd, gesierd met beelden die vervaardigd werden door Jan van Dijk uit de Keltenstraat. Hij was de zwager van eigenaresse Hurkmans en verwant aan de latere eigenaar Van Dijk.
foto collectie Cor van Deursen

Godfried verkocht het perceel D 2221, het latere Kulertseweg 4, terug aan zijn oom Engelbert. Die liet het kleine perceel rond 1938 splitsen.[4] Het gedeelte van het perceel met het huis werd verkocht aan bakker Jacobus Cornelis Coppus (1904-1996). Door de afzonderlijke verkoop van een stukje tuin wijzigde de kadastrale aanduiding van D 2221 naar D 2237. Coppus bracht het perceel rond 1948 in de Ruilverkaveling "Deurne" in, waaruit hij het als L 172 weer terug kreeg. Rond 1949 verkocht hij het huis.[5]

Koper was de gemeentewegwerker Hendricus Hurkmans (1887-1966), die er zelf ook ging wonen. Rond 1960 werd de boedel van zijn overleden vrouw verdeeld.[6] De nieuwe eigenaresse werd daarop zijn dochter Martina Maria Hurkmans. Rond 1968 liet zij het pand gedeeltelijk vernieuwen, en rond 1979 werd het geheel verkocht.[7] H.J.V. van Dijk werd de nieuwe eigenaar, tot na 1989. Hij had enkele jaren eerder ook Kulertseweg 6 gekocht, maar alweer verkocht vóór hij Kulertseweg 4 kocht.[8]

Kulertseweg 6[bewerken | brontekst bewerken]

De middelste van de drie woningen bleef bij de verkoop van rond 1937 deels in handen van de verkoper, Godfried Hendrik Verlijsdonk (voor 4/7e deel), en de zes kinderen voor elk 1/14e deel. Dit perceel kwam bekend te staan als D 2222, en na de Ruilverkaveling "Deurne" als L 171. Vader en kinderen verkochten het huis rond 1949.[9] Koper was de opperman Karel Hurkmans, de zoon van buurman Hendricus. Rond 1952 verkocht Karel het huis echter alweer.[10] De nieuwe eigenaar was Johannes Koppens (1887-1970), die er zelf ging wonen. Hij verkocht Kulertseweg 6 rond 1970.[11]

Het huis werd daarop gekocht H.J.V. van Dijk, die het rond 1975 alweer van de hand deed.[12] De koper was V.L.A. van Dijk, die het tot na 1989 bezat.[13]

Kulertseweg 8[bewerken | brontekst bewerken]

Met de verkoop rond 1933 werd de nieuwe aangebouwde woning iets vergroot ten koste van buurman Kulertseweg 6. Daardoor ontstond een woning die wat ruimer was dan alleen wat er was aangebouwd. Het pand, bestaande uit D 1736 en een deel van D 1737, werd daarop aangeduid als D 2223. Rond 1937 werd er bijgebouwd en na de Ruilverkaveling "Deurne" werd dit pand kadastraal bekend als L 170. De eigenaar sinds 1933 was Gerarda Munsters, later samen met haar man Karel Manders. Zij betrokken het huis ook zelf. Gerarda verkocht het huis rond 1977.[14] Het echtpaar Slaats-Koppens werd de nieuwe eigenaar, tot na 1989, met recht tot bewoning voor moeder Gerarda en haar tweede man, Arnoldus Slaats (1895-1984).[15]

Woningen[bewerken | brontekst bewerken]

De huizenrij Kulertseweg 4-6-8 bestaat uit drie arbeiderswoningen op een rij. Het middelste pand is wat langer dan de andere twee. De huizenrij kent één woonlaag met kap, en een nok evenwijdig aan de weg. Het rechter deel, nummer 4, is gedekt met traditionele rode pannen, het middelste met traditionele grijze pannen en het linker, nummer 8, met moderne betonpannen. Van nummer 8 zijn de gevels vóór 2009 ook vernieuwd. De nummers 4 en 6 zijn het meest origineel, maar ook hiervan zijn de vensters na de Tweede Wereldoorlog vervangen door modernere, grotere. Nummer 4 kent nog een originele gemetselde schoorsteen en een gecementeerde zijgevel met muurankers. De nummer 8 en 6 hebben een voordeur in de voorgevel, nummer 4 in de zijgevel.

Adressen en bewoners[bewerken | brontekst bewerken]

De adressen en bewoners vóór 1930 zijn nog niet in beeld gebracht.

Kulertseweg 4 had als woning in 1930 het adres D.12a, en werd bewoond door de oude Engelbert Verleijsdonk. In dat jaar kreeg dit het nieuwe adres Kulertschestraat Z.20. Toen dat in 1955 Kulertseweg 4 werd, was Hendricus Hurkmans de hoofdbewoner.

Kulertseweg 6 had als woning in 1930 het adres D.13, en werd bewoond door Johannis Munsters (1857-1944), de vader van de latere bewoonster van nummer 8, Gerarda. In dat jaar kreeg dit het nieuwe adres Kulertschestraat Z.21. Toen dat in 1955 Kulertseweg 6 werd, was Johannes Koppens de hoofdbewoner.

Kulertseweg 8 had als woning in 1930 het adres D.14, en werd bewoond door H. Neervens. In dat jaar kreeg dit het nieuwe adres Kulertschestraat Z.22. Toen dat in 1955 Kulertseweg 8 werd, was de genoemde Karel Manders de hoofdbewoner.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 1136, dienstjaren 1855 en 1882
  2. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 3360, dienstjaren 1891, 1896, 1897 en 1934
  3. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6833, dienstjaar 1938
  4. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 3360, dienstjaar 1939
  5. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7178, dienstjaren 1949 en 1950
  6. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6676, dienstjaar 1961
  7. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 9627, dienstjaren 1969 en 1980
  8. Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 14676
  9. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6810, dienstjaren 1949 en 1950
  10. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7890, dienstjaar 1953
  11. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5291, dienstjaar 1971
  12. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 11728, dienstjaar 1975
  13. Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 13063
  14. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4 en 5, artikel 6809, dienstjaren 1934, 1938, 1949 en 1978
  15. Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 1402