Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Antonius Henricus Ross (1753-1818)
Antonius Henricus Ross (1753-1818) was vanaf 1781 predikant van de Nederlands-Hervormde gemeente Deurne.
Gezin[bewerken | brontekst bewerken]
Antonius was een zoon van de Eerselse predikant Jacob Ross (Veldhoven 1725-1791 Eersel) en Johanna van der Burgh (Oirschot 1727-1766 Eersel).
Hij huwde in 's-Gravenhage op 12 oktober 1783 met Wilhelmina Scholtus, ('s-Gravenhage 6 november 1759 - Deurne 13 juni 1833), dochter van Adrianus Ignatius Scholtus en Antonia Wijdercamp.
Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren:
- Adriana Antonia Johanna, (Deurne 22 augustus 1784 - Deurne 1 januari 1818). Zij was ongehuwd.
- Jacob Arnold. (Deurne 8 september 1785), hij werd officier in het leger in Franse dienst en sneuvelde tijdens een van de veldtochten van Napoleon naar Rusland.
- Wilhelmina Odilia, (Deurne 20 januari 1788 - Nuenen 4 november 1865). Zij bleef ongehuwd.
Hij woonde met zijn gezin tot 1817 in de oude pastorie ter hoogte van het tegenwoordige adres Markt 12, die hij voor 60 gulden per jaar huurde.
Carrière[bewerken | brontekst bewerken]
Hij studeerde eerst te Groningen en daarna te Leiden. Hij werd op 29 september 1778 proponent bij de classis van Peel- en Kempenland en werd bij collatie van 29 mei 1779 en bij approbatie van de Staten-Generaal van 17 januari 1780 beroepen tot predikant te Gemert. Op 2 juli van dat jaar werd hij er in zijn predikdienst bevestigd door ds. Alb. Scholten uit Helmond met 2 Tim. 2:15; diezelfde dag deed hij zijn intrede met Spreuken 9:10a. Hij preekte zijn afscheid te Gemert op 22 april 1781 met Deut. 39:10 nadat hij was beroepen tot adjunct-predikant te Deurne op 6 december 1780 bij dominee Henrik Sluiter. Na diens overlijden trad hij hier in volle dienst. Hij werd te Deurne op 29 april 1781 door zijn oom dominee Arnold Ross uit Veldhoven bevestigd met I Koningen 19:19-21, terwijl hij zijn intrede deed met Jer. 15:19a. De gemeente telde toen 31 ledematen.
Een van de meest markante punten in de periode van dominee Ross was de naasting door de katholieken van de grote kerk in 1799 en daarop volgende bouw van de nieuwe kerk aan de Helmondseweg. De teruggave van de grote kerk aan de katholieken ging niet zonder slag of stoot. Dominee Ross was in in het najaar van 1797 de eerste ondertekenaar van een rekest aan de volksvertegenwoordiging in Den Haag om in het Grondwetsontwerp geen bepalingen op te nemen die belemmerend zouden werken bij de uitoefening van de gereformeerde godsdienst en het onderhoud van de kerk. Het rekest werd door 91 personen, of hun vertegenwoordigers, van de Deurnese protestantse gemeente ondertekend.[1]
Bij de synode van Gelderland in 1806 in Nijmegen vertegenwoordigde hij daar als gedeputeerde de classis Peel- en Kempenland.
Vóór de Franse Revolutie kreeg hij uit de staatskas een jaarlijks traktement van 900 gulden en dat salaris werd hem na 1814 ook weer betaald. In de jaren 1811-1813 ontving hij slechts 245 gulden per jaar en dat was in 1816 reden voor zijn vrouw om bij zijne majesteit een verzoekschrift om financiële ondersteuning in te dienen, hetgeen door de kerkenraad van Deurne werd ondersteund. Na het overlijden van haar man schreef zij nogmaals een brief, deze keer aan hare koninklijke hoogheid prinses Marianna, met een herhaald verzoek tot financiële ondersteuning. Gevraagd om commentaar op deze aanvrage antwoordde de, eveneens protestantse, burgemeester Gerrit van Riet dat ze nog prima in staat was om voor zichzelf te zorgen. Er volgden later nog meer van dergelijke verzoeken.
Erg breed zal ze het niet gehad hebben want in 1822 vroeg en kreeg ze toestemming om in Den Haag een aantal boeken, voornamelijk oude theologische werken, te verloten.
Bronnen, noten en/of referenties
|