Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Broodbakkerij

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 31 dec 2012 om 13:20
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De broodbakkerij was van oudsher een belangrijk middenstandsbedrijf in Deurne dat dijkwijls overging van vader op (schoon)zoon) en dat aan regels van overhoudswege gebonden was.


Zo was bijvoorbeeld in het Deurnese politiereglement van 1828 in artikel 52 de bepaling opgenomen dat de bakkers het voorhanden zijnde roggemeel niet mochten ziften of builen om daarvan zogenaamde roggemik te bakken en te verkopen. Deden ze dat toch dan riskeerden ze een boete van 12 gulden. Uitgezonder was het meel dat door particulieren naar de bakker gebracht om er mik van te laten bakken. De bakkers moesten dat meel op een aparte plek in hun bakkerij bewaren en als de mik gebakken was moest daarop met hoofdletters de naam worden gezet van degene voor wie de mik gebakken was.

Ook aan het gewicht van het brood werden door de overheid eisen gesteld en daarop werd ook regelmatig gecontroleerd.

In tijden van schaarste was een zogenaamde broodzetting van kracht, dat wil zeggen dat door de overheid een maximumprijs werd vastgesteld waarvoor de bakker zijn brood nog mocht verkopen. De broodprijzen in Deurne en Vlierden waren dan dikwijls geënt op die van Helmond en Eindhoven. Maar soms kon de plaatselijke burgemeester ook zelf de prijs bepalen. Zo deelde de Vlierdense burgemeester Fransen in 1811 mee dat hij besloten had om de prijs van een 13-ponds(!) zwart brood in verband met de gestegen roggeprijzen te verhogen tot 11 stuivers. Het publiek werd met aanplakbiljetten daarvan op de hoogte gesteld.

De bakkers moesten in sommige tijden ook de eed afleggen, zoals bijvoorbeeld in 1810 gebeurde door bakker Hendricus Jan Verberne. Helaas kennen wij niet de eedformule.

Als voorbeeld hoe het bakkersvak van generatie op generatie binnen de familie bleef diene onderstaand schema; de geelgekleurde personen waren broodbakker:

Petrus de Veth
1767-1829
 
 
Antonia de Veth
 
 
 
Martinus van de Mortel
1810-1891
 
 
 
 
 
 
Wilhelmus van de Mortel
1841-1911
 
 
Antonia van de Mortel
 
Hendrik Leopold van der Steijn
1879-1960