Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Galg
De galg van Deurne stond vroeger op de kruising van de rechte Helmondsedijk met de weg van de Molenhof naar de Bottel. Galgen stonden doorgaans op een plek waar men een zeker rechtsgebied betrad en waar men 'ter afschrikking' en als waarschuwing lijken aan de bezoekers kon tonen.
Wil men de huidige locatie van de vroegere galg terugvinden dan zal men die moeten zoeken ter hoogte van de Helmondsingel, ongeveer 100 meter richting Deurne van de plek waar nu het kruisbeeld staat, en aan de andere kant van de weg, het zandpad van de Helmondsingel naar 't Buntven begint.
Het was streng verboden om na de terechtstelling de lijken van de galg te halen, ze moesten "aldaer ten thoon blijven hangen tot dat het door de lugt en vogelen sal sijn verteert".
Chronologisch overzicht[bewerken | brontekst bewerken]
- Op 10 oktober 1742 werden twee inwoners, afkomstig van Geldrop, in Deurne opgehangen. Ze hadden een inbraak gepleegd op het Vloeieind en de rechter bepaalde: "Ze zullen ten exempel gebracht worden op de heide nevens den dijk naar Helmond, waar een galg staat en aldaar criminele justitie te doen om door de meester scherprechter gerechtigd met de coorde te worden gestraft dat er de doot navolgt."
- Op 19 december 1743 waren bij de galg tot lering ende vermaak van duizenden nieuwsgierige toeschouwers vier landlopers, onder wie twee vrouwen, opgehangen. Een van hen had daarvoor nog, samen met zijn aan hem vastgeketende compaan Hendrik Henskens, een tevergeefse vluchtpoging ondernomen. Henskens moest de ontsnappingspoging met de dood bekopen; van honger, dorst en kou kwam hij, zich schuilhoudend in de Peel, om het leven. De Deurnese rechters bepaalden dat de overledene voor straf onder de galg begraven moest worden. De twee mannen hadden zich ook nog aan diefstal schuldig gemaakt en daarom werd van de nog levende landloper de rechterhand afgekapt en aan de galg gespijkerd.
- In de avond van 30 mei 1746 maakte de ongeveer 30-jarige Jenneke Martens van de Moosdijk, komend van Helmond, onaangenaam kennis met een man, komend van de Molenhof. "Omtrent De Bergen voor de Raakse Brug" bedreigde de onbekende haar met een pistool en mes en eiste haar geld op. Maar nadat zij zich tot op haar hemd had moeten ontkleden en gebleken was dat ze geen cent had liet hij haar gaan. De misdadiger werd, voor zover bekend, niet gegrepen, maar mocht hij wel gevat zijn dan was er een redelijke kans geweest dat hij op de plek van het misdrijf zijn wandaad met ophanging aan de galg had moeten bekopen. Uit de kaart van Hendrik Verhees uit 1794 blijkt namelijk dat precies op dat kruispunt de galg stond.
Andere vormen van berechting[bewerken | brontekst bewerken]
Naast ophangingen was er in Deurne ook een schandblok en een kaak waarop de veroordeelde stond, zat of knielde voor het in ontvangst nemen van slagen of erger.