Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Verponding
De verponding was een vorm van grondbelasting, die tussen de 17e eeuw en 19e eeuw in Nederland werd geheven. Op 1 oktober 1832 werd de verponding opgevolgd door de invoering van de grondbelasting die op het kadaster was gebaseerd.
De gegevens die nodig waren om de hoeveelheid te betalen verponding voor een bepaalde eigenaar van onroerend goed uit te rekenen, werden opgetekend in zogenaamde verpondingskohieren. Deze vanaf de tweede helft van de 17e eeuw in Deurne bewaard gebleven boeken geven dus een mooi inzicht in de grootte en kwaliteit van het grondbezit van de Deurnenaren.
In Deurne moest de verponding in 1791 jaarlijks een bedrag opbrengen van 2435 gulden 16 stuivers en 10 penningen. Omdat van het gecollecteerde bedrag ook de beloning van de collecteurs en de administratiekosten betaald moesten worden, was het daadwerkelijk geïnde bedrag hoger, namelijk 2574 gulden 9 stuivers en 9 penningen. Behalve op grond werd hier de verponding ook geheven op molens en op tienden. De hoogte van de belasting per lopense was afhankelijk van de kwaliteit van de grond en varieerde in 1791 van 1 tot 8 stuivers per lopense.
Naast de verponding kende men ook nog de bede of koningsbede, die tegelijk met de verponding geïnd werd en in 1791 in Deurne 1040 gulden bedroeg. Van deze laatste vorm van belasting moest jaarlijks 813 gulden 7 stuivers en 8 penningen worden afgedragen. De bede werd uitsluitend geheven op akkerland en kende geen differentiatie naar grondkwaliteit. Per lopense werd jaarlijks 5 stuivers aan bede betaald.