Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Lucas van Gogh (1801-1884)
Lucas van Gogh | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Lucas van Gogh | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 29 maart 1801 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 26 februari 1884 | |
Partner(s) | Petronilla Noije (1800-1875) | |
Beroep(en) | landbouwer |
Lucas van Gogh (1801-1884) was landbouwer en wethouder in Deurne.
Lucas was een zoon van Joannes van Gogh (1765-1842) en Joanna (Joanna Maria) Smits (1766-1842).
Hij huwde op 6 februari 1836 in Deurne met Petronilla Noije, (Deurne 6 juni 1800 - Deurne 15 april 1875), dochter van Joannes Noe (1757-1828) en Maria Smits (1766-1846).
Uit dit huwelijk werd geboren:
- Johanna van Gog, (Deurne 14 september 1837 - Deurne 30 september 1860). Ze was ongehuwd.
In augustus 1832 moest Lucas van Gogh in verband met de Belgische Opstand in militaire dienst maar hij vond als remplaçant of plaatsvervanger de 39-jarige Jan van de Klaauw.[1] Op 9 augustus 1834 kwam er echter een brief van de gouverneur dat hij binnen twee maanden een nieuwe plaatsvervanger moest aanwijzen of anders zelf in dienst gaan.[2] Het is onbekend of hij toen alsnog zelf in dienst ging of een plaatsvervanger aanstelde.
Hij was tenminste vanaf 1843 raadslid van Deurne en Liessel.[3] Op 6 september 1859 werd hij aangesteld als wethouder.[4]
Lucas werd op 10 december 1844 benoemd tot lid van het Burgerlijk Armbestuur van Deurne als opvolger van de aftredende Andries Mulders.[5] Op 1 februari 1848 trad hij af en werd hij opgevolgd door Pieter J. de Veth.[6]
In 1852 kreeg hij een proces-verbaal wegens overmaat van vervening. De burgemeester verzocht de directeur der belastingen in 's-Hertogenbosch per brief om deze zaak in het kantoor van de controleur in Someren te laten afhandelen.[7]
Op 30 april 1857 werd hij door de vrederechter in Asten benoemd tot voogd over de minderjarige kinderen van zijn overleden nicht Maria van Gog, verwekt bij Daniël van Lierop.[8]
Bij de verkiezing voor vier nieuwe gemeeteraadsleden op 17 juli 1855 werd Lucas van Gogh herkozen, evenals de drie andere aftredende raadsleden Hendrik de Veth, Martinus van den Boomen en Laurens van den Heuvel.[9] In september 1866 werd hij herbenoemd als wethouder. In 1867 moest hij periodiek aftreden als raadslid en daarmee ook als wethouder maar hij werd op 16 juli 1867 herkozen, waarbij hij 11 van de 15 uitgebrachte stemmen kreeg.[10]
Lucas was een vermogend man; op 7 september 1863 leende hij een bedrag van 1.250 gulden aan de winkelierster Johanna Maria Kuijpers, de ongehuwde dochter van Hendrik Kuijpers.[11] Drie weken na deze transactie overleed zij.
Bronnen, noten en/of referenties
|