Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Johannis Wilhelmus Welten (1827-1885)
Johannis Wilhelmus Welten | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Johannis Wilhelmus Welten | |
Roepnaam | Willem, Jan Willem | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 15 februari 1826 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 13 januari 1888 | |
Partner(s) | Allegonda van Enkevort (1830-1855) | |
Beroep(en) | wever, kalverkoopman |
Johannis Wilhelmus (Willem, Jan Willem) Welten (1827-1885) was wever en kalverkoopman in Deurne.
Willem was een zoon van Adrianus Welten (1795-1862) en Petronella van den Eijnde (1800-1855).
Hij huwde op 12 juli 1851 in Deurne met Allegonda van Enkevort, (Deurne 13 november 1830 - Deurne 21 februari 1855), dochter van Joannis van Enckevort (1795-1832) en Petronella van Horik (1804-1853).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Johannes (Jan), (Deurne 14 juli 1852 - Helden 17 januari 1933). Hij huwde met Petronella Louisa Spoormakers (1859-1941).
- Petronella (Nelleke), (Deurne 15 oktober 1854 - Deurne 4 augustus 1932). Zij huwde met Johannis Fransen (1843-1905).
Hij woonde de laatste jaren van zijn leven op het adres Dorp A.228a en zijn gehuwde dochter woonde met haar gezin bij hem in.
Op 7 februari 1863 kreeg hij ergens tussen Deurne en Bakel slaande ruzie met Johannes van den Nieuwenhuizen. Op 31 maart 1863 veroordeelde de rechtbank in Eindhoven ieder van hen tot een boete van drie gulden.[1]
Op 23 juni en 7 juli 1863 liet hij zijn huis aan de Visser, ter hoogte van het voormalig adres Visser 17, hem aangekomen via zijn inmiddels overleden vrouw, publiek veilen. Voor 170 gulden werd de winkelier Jan van der Heijden de nieuwe eigenaar. Hij liet het huis kort na de aankoop slopen.
In juni 1864 werd hij ervan beschuldigd geld te hebben gestolen van zijn collega, de Helmondse kalverkoopman Leonardus van de Reek, terwijl die na een partijtje beugelen in de herberg van Jan van der Heijden lag te slapen.[2] Op 24 november 1864 werd hij door de rechtbank in Eindhoven wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.[3]
Bronnen, noten en/of referenties |