Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Molenstraat 22-24
Molenstraat 22-24 is een adres in Deurne.
Ligging en context
In 1832 stond op dit perceel, met de lange gevel naar de Molenstraat, een boerderij van Petrus Matthias Koch (1791-1871). Die had hier zijn huis en erf en de pottebakkerij (E 192). De bijbehorende moestuin (E 193) lag zuidelijk van het huis, op de hoek van de Molenstraat en de Hogeweg, die toen ongeveer ter hoogte van Achter de Molenberg van de Molenstraat afsplitste. Daarmee lag de boerderij vrij precies op de plek van het huidige pand Molenstraat 22-24, de moestuin op de plek van Molenstraat 26-28 en het erf naast de boerderij op de plek van Molenstraat 20 en Wiemel 22-24.
Ontwikkeling
Het oude huis van pottenbakker Koch
Na de dood van Koch werd zijn boedel rond 1871 (dj. 1872) gescheiden.[1] Huis en moestuin vielen toe aan zijn zoon, de pottenbakker Hendricus Koch (1831-1893), en diens broer Louis.[2] Rond 1880 (dj. 1881) lieten zij een aanbouw plaatsen (de boerderij werd feitelijk aan beide zijden verlengd) en de beide percelen verenigen tot het nieuwe perceel E 1499, huis, pottenbakkerij, tuin en erf, groot 1618 m2.
Rond 1886 (dj. 1887) kreeg Hendrik door het overlijden van Louis het geheel alleen in handen. Het jaar erna verkocht hij een deel van zijn perceel, waarop gebouwd werd: in de oude moestuin verrees Martinetstraat 26-28. Het resterende deel behield hij zelf, hetgeen omgenummerd werd naar E 1671 (huis & tuin). Rond 1895 (dj. 1896) werd ook dit perceel gesplitst, waarna er (in een L-vorm en meelopend met de straathoek) naast het oude huis drie nieuwe huizen gebouwd werden. Die nieuwe huizen werden E 1749 (huis & erf, het latere Wiemel 22), E 1750 (huis & erf, het latere Wiemel 24) en E 1751 (huis stal en erf, het hoekpand Molenstraat 20). Het oude huis werd nu E 1752.[3] De weduwe en dochter Koch verkochten deze drie nieuwe panden en het oude huis rond 1909 (dj. 1910). Het oude huis en de drie nieuwe huizen op de hoek van Wiemel en Molenstraat werden gekocht door Francisca van Bree, de weduwe van slager Johannis Bekkers (1859-1906), die elders aan de Molenstraat woonde. Zij was de laatste die al deze panden in één hand bezat.[4]
Het nieuwe huis: de beginperiode
Het oude huis van Koch werd direct na de aankoop al gesloopt en een jaar later, rond 1910 (dj. 1911), herbouwd. Hierbij ontstond een rij van drie woningen: E 1887 (huis & tuin, 1012 m2), E 1888 (huis & erf, 140 m2) en E 1889 (huis & erf, 128 m2). Daarbij waren de drie huizen ongeveer even groot, en lag het gedeelte dat ook de tuin besloeg in het westen, tegen Molenstraat 20.[5] Alle woningen kenden een voordeur met aan weerszijden een enkel raam.[6] Van Bree verkocht de drie woningen rond 1920 (dj. 1921).
De woning het dichtst bij de Wiemel ging naar landbouwer Francis Koppens (1878-1933) alleen, die ook het aangrenzende Molenstraat 20 bezat. Hij liet beide panden rond 1921 (dj. 1922) kadastraal verenigen tot pakhuis en erf, zonder dat ze overigens één kadastraal nummer kregen. Direct daarna ruilde hij deze percelen, waarbij een klein deel naar buurvrouw Sauvé van Wiemel 22 ging.[7] Het huis zelf ging naar de Firma Koppens en Keijsers, die inmiddels ook beide andere delen van het blok van drie woningen hadden weten te bemachtigen. Deze twee huizen met erven E 1888 en E 1889 waren, samen met Wiemel 24, daarvoor door Van Bree aan Koppens en zijn compagnon gezamenlijk verkocht en óók in de vennootschap ingebracht. Uiteindelijk kwam dus een groot deel van de rij, namelijk Molenstraat 22-24, Molenstraat 20 én Wiemel 24, in de vennootschap bij elkaar. Toen kwamen de percelen bekend te staan als E 2042 (huis stal erf, 205 m2, het voormalige Molenstraat 20) en E 2043 (fabriek, huis, erf, 1105 m2, de drie woningen Molenstraat 22-24 met een forse uitbouw aan de achterzijde).[8] De firma had er een landbouwmachinebedrijf, passend bij een periode waarin de landbouw een grote mechanisatieslag doormaakte. Toen de vennootschap rond 1922 (dj. 1923) ontbonden werd, ging het geheel opnieuw naar Koppens alleen.
Koppens bezat dus nu door opheffing van de vennootschap E 1750 (huis en erf, Wiemel 24), E 2042 (huis, stal en erf, Molenstraat 20) en E 2043 (fabriek, huis erf, Molenstraat 22-24). Deze percelen gingen ná Koppens hun eigen weg. We volgen voor dit artikel verder Molenstraat 22-24. Door vereniging werd de kadastrale aanduiding gewijzigd in E 2093 (huis fabriek erf, 1127 m2).[9] Rond 1929 (dj. 1930) verkocht Koppens het pand aan zijn eigen firma, waarin ook zijn kinderen meededen. Deze firma deed het pand uiteindelijk rond 1932 (dj. 1933) in de verkoop.[10]
Een nieuwe episode onder Van Griensven
Met de verkoop door Koppens begon er na een periode als fabriek een nieuwe episode in de geschiedenis van het pand. De koper was namelijk Martinus Hubertus van Griensven (1884-1980), smid, die er een winkel vestigde. Het pand E 2093 werd rond 1956 (dj. 1957) hermeten, waarna het pand geregistreerd werd als L 980 (2 huizen, winkel, smidse, bergplaats, tuin, erf, ged. loods). Het adres was inmiddels formeel Molenstraat 22-24. De voordeur van het rechter pand was vermoedelijk dichtgezet. Omdat daardoor alleen van het linker en het middelste huis een voordeur was overgebleven, kreeg het pand bij de adreswijziging in 1955 slechts twee huisnummers, in plaats van drie.[11]
Rond 1957 (dj. 1958) verkocht Van Griensven het geheel aan één van zijn zonen, Wilhelmus Henricus Maria van Griensven (1922-1981). Door verkoop van een klein stukje grond wijzigde de kadastrale aanduiding rond 1961 (dj. 1962) in L 1347, en rond 1969 (dj. 1970) vond een gedeeltelijke vernieuwing plaats. Wellicht was dat het moment dat de gevel van het pand verbouwd werd. Het huis het dichtst bij de Hogeweg behield zijn voordeur met twee ramen aan weerszijden. Het middelste huis behield de voordeur en het linker raam, terwijl het rechter in een etalageruit werd veranderd. Het rechterpand verloor zijn deur en twee ramen; hier werd de gevel volledig gewijzigd met twee etalageramen. Na de vroege dood van Wim ging het pand naar zijn weduwe. Zij deed het pand rond 1983 (dj. 1984) van de hand. Een stuk grond ging naar buurman Van Diesen, het huis naar C.P.J. van der Steijn. Hij liet het perceel hermeten, waardoor het de aanduiding L 4043 kreeg.[12]
Afloop, sloop en nieuwbouw
Na de aankoop door Van der Steijn waren er onder meer de winkels Molenstock en Spijkerhoek gevestigd. Het pand werd ná juni 2004, maar vóór december 2006, afgebroken ten behoeve van een nieuw woon-winkelpand.
Bronnen, noten en/of referenties
|