Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Joannes Baptista van Hoeck (1769-1844)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Joannes Baptista van Hoeck
05.668.jpg
foto collectie RHCe
Persoonsinformatie
Volledige naam Joannes Baptista van Hoeck
Roepnaam Jan Baptist
Geboorteplaats Helmond
Geboortedatum 23 maart 1769
Overl.plaats Vlierden
Overl.datum 23 maart 1844
Beroep(en) kapelaan
Schilderij van de vier priester-broeders Van Hoeck.
foto collectie RHCe

Joannes Baptista (Jan Baptist) van Hoeck (van Hoek) (1769-1844) was van 1805 tot 1809 kapelaan in de Sint-Willibrordusparochie te Deurne en van 1812 tot 1844 pastoor in de parochie Vlierden.


Joannes Baptista van Hoeck was een zoon van Wilhelmus van Hoeck (Helmond 1721-1792 Helmond) en Johanna Hendrina (Henrica) Mijnders (Maastricht circa 1725-1794 Helmond).

Hij was priesterstudent te Venray vanaf 1 oktober 1786 en vervolgde zijn studie vanaf 1 oktober 1790 te Leuven. Hij keerde in 1794 terug naar Helmond waar hij met zijn broer Henricus en zijn zuster Catharina koopmanschap dreef.

Op 12 augustus 1797 werd hij preceptor aan de pas opgerichte Latijnse school te Helmond, In 1799 ging hij theologie studeren aan het seminarie van Herlaer. Na zijn priesterwijding werd hij assistent te Maren.

Joannes Baptista van Hoeck werd in 1805 als kapelaan benoemd in de Sint-Willibrordusparochie in Deurne waar hij werkte in het pastorale team van pastoor Swinkels.

Op 30 mei 1809 werd hij benoemd tot kapelaan in Gemert en op 10 juni 1811 te Mill.

Op 4 maart 1812 werd hij benoemd tot pastoor van de parochie Vlierden en overleed daar op 23 maart 1844 op 75-jarige leeftijd.

Hij werd nog op de begraafplaats aan de Oude Torenweg ter aarde besteld. Bij zijn graf werd later een ijzeren kruis geplaatst met de tekst Hij droeg zorg voor zijn volk en bevrijdde het van bederf, een bijbeltekst uit het boek Ecclesiasticus. Zijn gebeente werd in 1902, vóór de afbraak van de oude restanten van de kapel van Vlierden, overgebracht naar het parochiekerkhof achter de huidige kerk.

Pastoor Van Hoeck had nog drie oudere broers die tot ook priester waren. Toen hij 72 jaar was werd hij in 1841, samen zijn zijn broers, door de schilder Daniel Nederveen geportretteerd. Hij schreef bij dat schilderij zelf het volgende onderschrift:

Deese scilderij is vervaerdigt tot nadenking van vier eijge broers, priesters, Thomas, Wilhelmus, Adrianus, Joannes Baptist. Zij zijn zonen van Wilhelmus van Hoeck woonagtig te Helmond op de Merkt in 't huys genaemt "Onder de Luts" en ooms van Henrica, Petronella [getrouwt van de Mortel] en van Franciscus, kinderen van hunnen getrouwden broer Andreas van Hoeck en ooms van Franciscus van Lieshout, zoon van hun getrouwde zuster Allegonda van Hoeck. Thomas was van het Witorder van Premonstrant van de abdije van Postel. Is aldaer lector geweest en daerbij rector van het St. Agneete nonnenklooster te Emmerick, gestorven in sijn 63ste jaer. Wilhelmus pater Minderbroeder, daer nae missionaris en pastoor te Gauwda in Holland, gestorven in sijn 68ste jaer anno 1831. Adrianus weerelds priester en geweest caplaen te Boxtel, gestorven door een hevige korts in sijn 38ste jaer anno 1793. Joannes Baptist ook weerelds priester. Is geweest eenen van de twee eerste rectors van de Latijnsche scoolen te Helmond aldaer opgerigt en begonnen den 5 october 1797. Daer nae pastoor te Vlierden en wordt hier op de scilderij verbeelt als zittende voor de taefel en heeft dit gescreeven en is in sijn 73ste jaer uitgescildert door Daniel Nederveen in de maend junij 1841. Dat de famielie ter naevolging gedenke dat se zeer christelijke voorauwders gehat hebben, die hun kinderen niet trots en voor de weereld, maer eenvoudig en christelijk hebben opgevoet en hunnen tijdelijke middelen niet hebben gespaert om vier van hunnen zoonen tot den dienst van Gods kerk bekwaem te laeten worden. Dit hoort men zelden besonder van ouders die hun hert gesteld hebben op 's weerelds groothijd en niet begrijpen gelijk zij begreepen hebben dat van Thomas a Kempus "Ydelhijd der ijdelheeden en alles is maer ijdelhijd behalve God te beminnen en Hem alleen te dienen". Door mij J.B.van Hoeck te Vlierden pastoor zijnde anno 1841 gescreeven.