Brand van 2 mei 1927 in Helenaveen

Bij een brand van 2 mei 1927 ging het huis van de tuinier Hermanus Daniels in Helenaveen op het adres H.130 door onbekende oorzaak in vlammen op.

Veldwachter Van den Heurik stelde daarover het volgende rapport op.

Op Maandag 2 Mei 1927 des voormiddags te circa 8 uur werd door mij Arnoldus van den Heurik, gemente- tevens onbezoldigd Rijksveldwachter der gemeente Deurne, wonende te Helenaveen, gezien en waargenomen dat uit het dak der woning, bewoond door Hermanus Daniels H.130 te Helenaveen, gelegen onder de gemeente Deurne, in de nabijheid waar den schoorsteen zich op voornoemd dak bevindt, lichte rookwolken opstegen. Onmiddellijk daarop begaf ik mij naar voornoemde woning en zag toen, dat het dak aan de overzijde der woning in vlammen opging en den stroo- en hooizolder boven de stalling een prooi der vlammen was.
Den bewoner Hermanus Daniels was toen bezig met het los maken van vee, dat nog op den stal gebonden stond, hetwelk hem dan ook gelukte zijn vee te redden.
De echtgenoote van Faniels stond buiten achter de woning te schreuwen en wist blijkbaar niet wat zij deed. Met behulp van personen, welke inmiddels ter hulp kwamen, hebben wij den inboedel in de ondervertrekken der woning grootendeels kunnen redden en ook het schuur- en tuingereedschap.
Daar het mij veldwachter bekend was dat de alhier aanwezig zijnde brandspuit, welke eigendom is der Maatschappij Helenaveen, ongeschikt is te gebruiken, viel aan blusschen van den brand niet te denken.
In verband met vooromschreven bevinding hoorde ik den bewoner Hermanus Daniels, geb. te Meijel 29 Augustus 1874, van beroep tuinier, wonende te Helenaveen H.130 die verklaarde:
Mijn huisgezin bestaat uit man, vrouw en 3 kinderen, respectievelijk 15, 9 en 7 jaar. In den vroegen morgen van Maandag 2 Mei 1927 stuurde ik mijn jongen van 15 jaar en den knecht met paard en kar zaaihaver halen naar het Zinkske, terwijl ik zelf in den tuin ging schoffelen. Te circa 8 uur ging ik naar huis om een ander gereedschap te halen voor te werken. Ik zag toen nog nergens geen rook, doch dacht ook aan niets, Terwijl ik zoo naar de bloesem van een appelboom stond te kijken zag ik ook mijn vrouw achter onze woning stond, bezigheden te verrichten voor de wasch te kooken. Opeens hoorde ik dat mijn vrouw tot mij riep: kijk eens, ons huis staat in brand. Ik zag toen dat uit het dak lichtkleurige rookwolken opstegen in de nabijheid van den schoorsteen. Ik liep gauw naar den stal, waar toen ook het hooi en stroo, wat zich boven den stal bevond, in volle vlam stond. Met veel moeite kon ik het vee, bestaande uit een koe, een rund, drie varkens en twee geiten nog redden, zoodat geen vee is verbrand. Met behulp van de buren zijn het grootste gedeelte der meubels in de ondervertrekken gered geworden. Op zolder is niets gered en daar juist zat voor een groote waarde aan zaad en pootgoed voor het tuinbedrijf en al onze goeie kleren hingen op zolder in een kast. Mijn knecht sliep ook op een kamertje op zolder en had daar zijn kleeren en beddegoed geborgen, terwijl nu alles is verbrand en naar ik meen hij niets heeft verzekerd. Ik heb mijn inboedel en vee verzekerd bij de onderlinge brandassurantie van den N.C.B. kantoorhoudend te Tilburg. Hoe of den brand ontstaan is of wat de oorzaak hieromtrent is mij onbekend.
Daarna hoorde ik Adrianus Bos, directeur der Maatschappij Helenaveen, wonende te Helenaveen H.154, die verklaarde:
In den morgen van twee Mei 1927 des voormiddags te circa 8¼ kreeg ik de boodschap dat de woning, in eigendom toebehoorende aan de Maatschappij Helenaveen en bewoond door Hermanus Daniels tuinder alhier, in volle vlammen stond. Ik spoedde mij er direct naar toe en zag toen dat het dak, hooi- en stroobergplaats in vlammen opging en volgens mij niet aan blusschen kon gedacht worden, nog te minder daar de slangen van onze brandspuit in een toestand verkeeren dat deze onbruikbaar zijn. De woning is tegen brandschade verzekerd bij de Assurantie Maatschappij Hudig en Co gevestigd te Rotterdam tegen de som van 4.100 gulden. Hoe of den brand ontstaan is of de oorzaak daarvan kan zijn is mij onbekend en kan ik mij ook geen denkbeeld vormen.
Verder verklaar is veldwachter dat het huisgezin van Daniels voornoemd alhier als braaf en oppassend bekend staat en den brand meer aan een ongeval, dan aan opzet of schuld moet zijn.
Opgemaakt en gesloten 5 Mei 1927.
De veldwachter voornoemd A. v.d. Heurik

Bronnen, noten en/of referenties