Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Protestantse gemeente Deurne
De protestantse gemeente Deurne, vroeger ook wel de Gereformeerde gemeente Deurne of Nederlands-Hervormde gemeente Deurne genoemd, kent een rijke geschiedenis die tenminste terug gaat het einde van de Tachtigjarige Oorlog.
Na de verovering van 's-Hertogenbosch in 1629 door Frederik Hendrik had ook de Meierij van 's-Hertogenbosch, waaronder ook Deurne, Liessel en Vlierden in het Kwartier van Peelland vielen, zich te voegen naar de maatregelen die door de protestantse overwinnaars werden uitgevaardigd. Dat hield ook in dat het retorsie-plakkaat van 1636 voor Deurne ging gelden waarin het de katholieke geestelijken verboden werd hier nog langer te verblijven. In de praktijk zal dat voor de Deurnese katholieke geestelijkheid tot aan de Vrede van Münster nogal meegevallen zijn. De Deurnese pastoor trad nog herhaaldelijk op bij het toedienen van sacramenten, het kopen en verkopen van land en het opmaken van testamenten.
Met de vrede in 1648 hoopten de katholieken dat zij hun kerk konden behouden en alles op de oude voet verder kon gaan. Maar in het vredesverdrag was over de godsdienstvrijheid niets geregeld en dus werd vanaf 1648 door de Staten-Generaal bepaald hoe de verhouding tussen de protestanten en katholieken in de praktijk diende te zijn. Den Haag bepaalde dat de reformatie in het zuiden zo snel mogelijk moest worden doorgevoerd en de eerste maatregelen daartoe waren de toewijzing van de grote kerk aan de protestanten, het beroepen van predikanten en onderwijs en dorpsbestuur zo veel mogelijk in protestantse handen te krijgen.
Tot aan de vrede woonden er weliswaar een aantal protestants gezinden in Deurne maar zij hoorden niet tot een bepaalde kerkelijke gemeente. 1648 kan beschouwd worden als het begin van de protestantse gemeente Deurne, die toen tevens Liessel en de zelfstandige heerlijkheid Vlierden omvatte.
Op 16 juni 1648 verscheen er vanuit Den Haag een plakkaat waarin was bepaald dat alle katholieke geestelijken onmiddellijk het land dienden te verlaten en wie zich daar niet aan hield kon rekenen op een boete van tenminste 600 gulden en arbitrale correctie. Tienden, cijnsen en huren die tot dan aan geestelijken of geestelijke instellingen moesten worden betaald, kwamen nu in handen van de staat. De rentmeester der geestelijke goederen, zoals hij genoemd werd, droeg de verantwoordelijkheid voor de inning en de uitgaven van die gelden.
Al in 1648 werden pogingen ondernomen om een predikant naar Deurne te krijgen. Ofschoon het predikantensalaris hier zo'n 200 gulden boven het landelijke gemiddelde lag, vond men het blijkbaar toch niet erg aantrekkelijk om als predikant in een vrijwel volledige katholieke omgeving te moeten functioneren. De eerste twee predikanten die hier beroepen werden, de dominees Johannes Wonderus en Bartholomeus Nicolai, bedankten dan ook voor hun Deurnese ambt. Abraham Huijsingius was de eerste predikant die zich in 1649 daadwerkelijk in Deurne vestigde. Voor een overzicht in de loop der tijd zie de lijst van predikanten van de protestantse gemeente Deurne.
Bronnen, noten en/of referenties
|