Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Cornelis van de Nieuwenhof (1856-1915)
Cornelis van de Nieuwenhof | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Cornelis van de Nieuwenhof | |
Roepnaam | Kees | |
Geboorteplaats | Gemert | |
Geboortedatum | 21 januari 1856 | |
Overl.plaats | De Mortel | |
Overl.datum | 11 juli 1915 | |
Partner(s) | Elisabeth van Gerwen (1865-1925) | |
Beroep(en) | landbouwer |
Cornelis (Kees) van de Nieuwenhof (1856-1915) was een Deurnese landbouwer uit het Derp.
Van de Nieuwenhof werd te Gemert geboren als zoon van Peter van de Nieuwenhof (1814-1893) en diens Deurnese vrouw Mechelina van den Berkmortel (1822-1865)]. Hij werd genoemd naar zijn tante Cornelia van de Nieuwenhof (Gemert 1825-1869 Gemert), zijn overgrootvader Cornelius van de Nieuwenhof (1742-1822) en/of zijn overgrootmoeder Cornelia Mensing (1758-1791). Cornelis' tweelingbroer heette Johannes van de Nieuwenhof (Gemert 1856-1899 Gemert). Zij hadden daarnaast nog acht broers en zussen.
Op 29 april 1890 trouwde hij te Boekel met Elisabeth van Gerwen (1865-1925). In mei 1890 verhuisden Cornelis en zijn vrouw vanuit hun ouderlijke gezinnen naar Deurne. Zij vestigden zich op het adres Derp B.81, later hernummerd tot Derp B.86 en B.89.[1] Het betrof de boerderij Ter Eijnde, de vroegere Stakenborch, die in 1872 door Cornelis' vader was aangekocht van rentenierster Johanna de Veth. In 1889 kocht Cornelis van zijn vader, broers Jan en Wilhelmus en zussen Johanna en Wilhelmina deze boerderij met alle bijbehorende landerijen voor 2450 gulden.[2] In 1894 liet hij een deel van de gebouwen slopen. In 1899 kreeg hij een deel van het erf van de buren, die op een boerderij woonden die deel van hetzelfde complex uitmaakte.[3] Vermoedelijk is de tekening van Ter Eijnde door Hendrik Ouwerling gemaakt vóór 1894.
In 1891 kocht Cornelis bouw- en weiland te Deurne, 44 are, van de familie Van Veldhoven.[4] In 1897 verkocht hij bouwland te Deurne aan Petrus Hermans.[5] Op 24 mei 1901 bekende hij 400 gulden tegen 4% rente schuldig te zijn aan de broers en zussen Wulms.[6] In 1906 bekende hij schuldig te zijn aan Johanna Clazina van den Acker te Eindhoven een bedrag van 2100 gulden tegen 4% rente.[7] Hij verkocht in 1911 aan de gemeente Deurne een stuk grond van 4,1 are ter verbetering van de openbare weg.[8]
Cornelis kwam ook in aanraking met justitie. In 1897 kreeg hij een dagvaarding vanwege het mishandelen met een mestvork van Franciscus van de Weijer. Hij kreeg 30 dagen cel en een schadebedrag van 30,50 gulden opgelegd.[9] In 1905 werd hij als verhuurder van paarden bestraft voor het bezit van een kar met zitplaatsen voor personen, terwijl hij daarvoor geen vergunning had. Ook liet hij personen bij overnachting betalen op de ritten van Deurne over Gemert naar Boxmeer en vice versa. Hij werd veroordeeld tot 10 gulden boete of 5 dagen gevangenisstraf.[10]
Hij was in 1910 één van de mede-oprichters van de Zuivelfabriek Sint Isidorus.[11]
Hun huwelijk bleef kinderloos. Wel namen zij in 1899, na de dood van Cornelis' tweelingbroer en diens vrouw, hun twee neven in huis op, namelijk Andreäs Michaël van de Nieuwenhof (1889-1986) en Petrus Henricus van de Nieuwenhof (1889-1970). Zij kwamen op 2 november 1899 bij hun oom en tante wonen.
Op 19 december 1905 benoemden Cornelis en Elisabeth elkaar bij testament tot hun enige en algemene erfgenamen.[12]
In 1911 verkocht Cornelis zijn boerderij met bijgebouwen en land (9,9 hectare) voor 4800 gulden aan zijn neef Andries.[13] Cornelis en zijn vrouw verhuisden op 10 april 1912 terug naar de gemeente Gemert, waar zij beiden overleden. Zijn achternicht Cornelia Johanna van de Nieuwenhof (1920-2001), nog geboren op Ter Eijnde, werd naar hem genoemd.
Bronnen, noten en/of referenties
|