Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Bakhuis
Losstaande bakhuisjes werden vroeger veel gebruikt om brood in te bakken.
Het was heel algemeen dat men zelf brood bakte. Veelal gebeurde dat, wegens brandgevaar, in een losstaand bakhuisje.
In Vlierden stonden 46 bakovens geregistreerd in 1785.
In Liessel telde men zeven van dergelijke gebouwtjes, waarvan er een in 1818 bij de boerderij van Lambertus Hikspoors aan het Loon in Liessel werd opgericht.
Bakhuisje bij de molen van Liessel
In 1989 werd bij de Liesselse molen De Volksvriend een bakhuisje op initiatief van de Stichting Liessel Promotion en in opdracht van het Sint-Hubertusgilde in oorspronkelijke staat herbouwd. Het gebouwtje had oorspronkelijk gestaan bij de in 1988 gesloopte boerderij van de familie Swinkels aan de Hoofdstraat 123 in Liessel. Er was op toegezien dat het bakhuis zorgvuldig werd uiteengenomen en opgeslagen.
Het bakhuisje bij de molen werd gebouwd door Willem Bots en het smeedwerk werd gemaakt en hersteld door Piet Verstappen. De namen van de medewerkers bij de bouw van het bakhuisje werden in een buis ingemetseld achter de gedenksteen in het huisje. Harrie Hanssen liet ook nog andere zaken, zoals de namen van de Liesselse middenstanders, inmetselen.
Bij speciale feestelijke gelegenheden wordt daar nog brood gebakken. Zo wordt er jaarlijks op 3 november, de naamdag van Sint-Hubertus, het zogenaamd Hubertusbrood gebakken. Op de bakdag zelf moet de oven al vroeg branden om hem voldoende op te warmen. Na anderhalf tot twee uur wordt de as schoongeveegd. De juiste baktemperatuur wordt bepaald door met de hand te voelen of met een strosprietje. Het strosprietje mag niet gaan branden. Na circa 25 minuten is het brood klaar. Een tweede baksel moet langer blijven liggen omdat de oven opnieuw gestookt moet worden om te kunnen bakken. Daarna gaat men met het brood naar de Sint-Hubertuskapel (1984) om het daar te laten wijden als afweermiddel tegen hondsdolheid.
Bronnen, noten en/of referenties
|