Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Vlierdenseweg 55-57
Vlierdenseweg 55 en Vlierdenseweg 57, vóór 1955 J.206 en J.207, vormen samen een blok van twee arbeiderswoningen.
Bouw en eigendom
Het pand werd gebouwd in 1914 en was later eigendom van Hatéma, dat zijn vestiging in Deurne in 1920 opende. Wie opdracht gaf voor de bouw, zes jaar eerder, is niet bekend. Martinus Franciscus de Vet (1922-1982), werknemer van Hatéma, kocht het blok van twee in 1973 van zijn werkgever en maakte direct aan de toenmalige huurder kenbaar het huis op nummer 55 te willen betrekken.[1]
Bij de bouw van het pand was het dak nog niet geïsoleerd en waren stropoppen aanwezig. Omstreeks 1960 werd het dak door de eigenaar geïsoleerd met eternitplaten.
Verhuur
Op Vlierdenseweg 55 woonde van een zeker moment ná 1924 maar vóór 1938, tot 1956 Adrianus van Gog (1881-1969). Tussen 1956 en 1973 werd dit linker deel van het blok bewoond door Piet Keunen, diens vrouw Jo en hun drie kinderen. Adrianus van de Kerkhof, de buurman van nummer 57, was Jo's vader. In 1973 nam Martien de Vet, de nieuwe eigenaar, met zijn vrouw en kinderen Hans en Tilly zijn intrek en verhuisde de familie Keunen noodgedwongen naar een huis van Bergopwaarts in de Knippenbergstraat. De zoon van Martien, J.F. (Hans) de Vet (1945-2016), bewoonde het pand tot zijn overlijden in 2016.
Op Vlierdenseweg 57 woonde sinds 1932 de gemeentearbeider Janus van de Kerkhof (1902-1984) met zijn echtgenote Nelleke van de Kerkhof-Verhagen (1902-1997) en hun kinderen Jo, Tonny, Noud, Francien, Lies, Piet, Jaan, Riek, Alda, Frans en Elly. In 1992 werd hun jongste zoon Frans van de Kerkhof (1945) de hoofdbewoner van Vlierdenseweg 57, nadat zijn moeder was verhuisd naar Bejaardenhuis Sint-Jozef aan de Kruisstraat. Hij bewoont het pand nu nog.
Huis
Beide huizen kenden een kleine gang achter de voordeur, met een woonkamer en slaapkamer in het voorste deel van het huis en een keuken met bijkeuken in het achterste deel. De zolders waren verbouwd voor huisvesting van de kinderen.
In het rechterpand, 57, is deze situatie nog goeddeels bewaard gebleven. In het linkerpand, 55, is de gang uitgebroken en zijn gang, slaapkamer en woonkamer tot één woonkamer samengevoegd. Achter de voordeur is een klein halletje gemaakt.
Tuin
Beide panden beschikten over diepe tuinen. Deze tuinen werden door een pad in de lengterichting ontsloten. Aan weerszijden van dat pad stonden kippenhokken en lag de moestuin. De huizen zelf hadden aan de achterzijde een uitbouw.
Bronnen, noten en/of referenties
|