Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Windmolen van Vlierden
Belt-Korenmolen | ||
Locatie | Molenhuisweg 4, Vlierden | |
Start bouw | 1884 | |
Monument status | Rijksmonument |
Molenbiotoop Johanna Elisabeth | ||
Landschapskwaliteit | ||
typering | Omgeving van de Vlierdense molen | |
locatie | Direct ten zuiden van de kern Vlierden | |
fietsroutenetwerk | In de directe nabijheid van knooppunt 50 |
De windmolen van Vlierden, de huidige molen Johanna Elisabeth, is een in 1844 gebouwde ronde stenen molen op het adres Molenhuisweg 4 in Vlierden, die de status van rijksmonument heeft.
Voorganger
De geschiedenis van de Vlierdense windmolen gaat terug tot 19 juli 1548 toen keizer Karel V toestemming gaf aan Jan Lambertszoon van der Braken om in Vlierden een windmolen op te richten, op voorwaarde dat hij jaarlijks met Kerstmis een cijns van 2 guldens zou betalen. Deze molen aan de Baarschot, die een kilometer naar het zuidoosten stond en waarvan het huidige molenhuis nog bestaat, is waarschijnlijk tussen 1832 en 1838 in verval geraakt of afgebrand en verdwenen.
Bouw
In 1844 liet Jan van Hombergh de huidige molen bouwen. Nadat Van Hombergh, die molenaarsknecht was in Deurne, op 7 november 1843 bij de districtscommissaris een verzoek had ingediend tot oprichting van een windkoren- en pelmolen berichtte de gemeente Vlierden op 12 december dat hiertegen in Vlierden geen bezwaar bestond. Van Hombergh had de plaatselijke situatie iets rooskleuriger geschilderd dan deze in feite was, hij meldde dat Vlierden 1400 zielen telde in plaats van de 643 die er waren. Hij noemde ook niet de Stipdonkse watermolen en de Deurnese windmolen op het Heieind waar ook Vlierdense boeren hun graan brachten sinds de Belgerense watermolen buiten bedrijf was gesteld.
Chronologie
- In 1845 vroeg Van Hombergh toestemming om ook mout op de molen te mogen malen maar de Vlierdense gemeentebestuurders zagen de noodzaak daarvan niet in omdat er in Vlierden op dat moment geen brouwerijen waren.
- In 1852 verkocht Van Hombergh de molen voor 5000 gulden aan Hendrina van der Parren, de weduwe van Peter Joseph Peters, uit Veldhoven.
- In 1856 gaf de weduwe Van der Parren aan Van Hombergh opdracht om namens haar de Vlierdense windmolen in het publiek te koop aan te bieden. Er bleek onvoldoende geboden te worden voor de nieuwe molen en de goederen werden buiten koop gesteld.
- Op 7 januari 1857 werd Van Hombergh, hij was inmiddels molenaar en olieslager in Liessel, opnieuw eigenaar van "zijn" molen voor een prijs van 3000 gulden bij een onderhandse verkoop.
- Op 1 april 1868 verkocht Van Hombergh de molen met het molenhuis aan de Meijelse landmeter Willem Janssen voor 3400 gulden.
- Oorspronkelijk was de molen een grondzeiler. In 1890 werd de molen opgevijzeld, dat wil zeggen dat de romp ongeveer twee meter hoger werd opgemetseld. De molen werd hiermee een van de weinige flesvormige molens in Nederland. Het gaande werk van de graanmolen ging eveneens omhoog en onder de nieuw opgeworpen berg kwam ruimte voor een olieslagwerk dat werd ingebouwd. Dit slagwerk heeft tot 1930 dienst gedaan en werd toen verwijderd.
- In 1909 kocht de Astense timmermanszoon Johannes (Jan) van Deursen (1870-1946) de molen en ging hem zelf bemalen. Daarvoor had hij de standaardmolen op de Postelstraat in Someren bemalen en had hij als muldersleerling het vak geleerd in Heumen bij Nijmegen en in het Duitse Kleef. Voor het olieslaan kwam Toon van Calis op de molen werken. Na de Eerste Wereldoorlog vonden veel boeren het maalloon van de molenaar te hoog en gingen zij zelf hun granen malen.
- Rond 1928 werd de oliemolen uitgebroken en werd er een dieselmotor geïnstalleerd in een gebouwtje aan de zuidkant van de molenberg. Deze dieselmotor dreef een koppel kunststenen aan dat onder in de berg in een maalstoel lag.
- In 1933 kwam Lourentius Wilhelmus (Louw) van Deursen, een zoon van Jan, als 15-jarige bij zijn vader op de molen werken. *Toen in 1937 Wim van Deursen koning van de Vlierdense schut werd schonk hij aan het gilde een schildje met een afbeelding van de Vlierdense molen.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de molen gebruikt om houtblokjes te zagen die in houtgasgeneratoren werden gebruikt.
- In 1950 stopte het maalbedrijf en raakte de molen in verval. Ze werd gekocht door de gemeente Deurne
- In 1972 werd de molen gerestaureerd. De molen werd weer maalvaardig gemaakt, kreeg de naam Johanna Elisabeth (voornamen van de vrouw van de vrijwillig molenaar, Els Coppens-van de Rijt), en wordt regelmatig door vrijwillige molenaars bedreven.
Merkwaardig aan de molen is de molenas die van een onbewerkte boomstam is gemaakt.