Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Klooster in de oude pastorie aan de Spoorstraat

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Spoorstraat 1914.jpg
Huize "Landzigt", hier rechts in de toenmalige Spoorstraat omstreeks 1914, Uitgeverij van den Broek

De Trappisten hadden van 1875 tot 1877 hun klooster in de oude parochie aan de Spoorstraat in huize Landzicht.


De Trappisten zijn bekend onder meerdere namen: Cisterciënzers van de Strenge Onderhouding; Cisterciënzers van de Strengere Onderhouding; Hervormde Cisterciënzers (OCSO; OCistR; OCistRef; OCR)

Zoals vele kloosterorden kenden de Cisterziënsers hervormingsbewegingen die een striktere naleving van de Regel van Benedictus nastreefden. De beweging van het klooster La Trappe onder Dom de Rancé (Armand Jean le Boutillier de Rancé) midden zeventiende eeuw heeft verreweg de meeste invloed gehad. Aan La Trappe is dan ook de benaming trappisten te danken.

In Nederland werd de Achelse Kluis te Valkenswaard in 1846 het eerste Nederlandse klooster van deze orde. De trappisten vormden een contemplatieve (beschouwende) orde, gekenmerkt door gebed, studie, arbeid met eigen handen en gastvrijheid. Men volgt de Regel van Benedictus.

In Duitsland heerste in 1875 een zogenaamde “Kulturkampf” onder de Duitse kanselier Bismarck. Veel geestelijken werden uit Duitsland verjaagd en ook een groepje Trappisten moest het klooster Mariawald in de Eifel verlaten.

Een aantal Trappisten van de keizerlijke abdij Mariawald verbleef van 1875 tot 1877 in huize Landzicht aan de Spoorstraat, na 1953 Stationsstraat, in Deurne.

Prior Eduard Scheby (1814-1887) kocht, samen met smid Stephan Göbels, beide wonend te Heimbach, en de Deurnese timmerman Jan Busscher (1828-1911), op 12 oktober 1875 van de Vlierdense timmerman Jan van den Berkmortel een perceel heide en van Lambert Koppens een boerderij op het Riet. Voor de boerderij met de bijhorende landerijen werd 6.640 gulden betaald.

Omdat het werkterrein van de broeders op het Riet ver verwijderd was van het paterklooster in de Stationsstraat, waardoor de gemeenschap als het ware verscheurd werd, bevredigde deze situatie allerminst. Mogelijk verhuisden de Trappisten daarom naar 't Riet.

In maart 1877 brandde de door de Trappisten bewoonde boerderij af. Slechts een deel van de inboedel kon worden gered en de schade was aanzienlijk.
Op 26 september 1877 werd de afgebrande boerderij met de bijhorende gronden verkocht aan de Deurnese kantonrechter mr. Francis Wilhelmus van den Dungen, die daarvoor 4500 gulden betaalde. Tot de boerderij hoorden de volgende kadastrale nummers in sectie H: 1111, 1112, 1113, 1114, 1116, 1117, 1127, 1151, 1152, 1153, 1290, 1291, 1803, 1866, 2088 en 2296, samen groot 9.20.00 hectare.

Er werden vervolgens plannen gemaakt om "boven de Nastreek" een nieuw Trappistenklooster te stichten en bij de gemeente Deurne en Liessel werd een aanvrage ingediend om daar onontgonnen gronden te verwerven. In de raadsvergadering van 26 mei 1877 kwam de aanvrage aan de orde en er werd besloten om na afloop van de vergadering ter plekke een kijkje te gaan nemen. In de volgende vergadering zou dan een beslissing worden genomen. Het kloosterplan kwam later echter niet meer ter sprake.

Na een bezoek van de vicaris-generaal van de orde aan Deurne in 1877 hief deze de Deurnese kloostergemeenschap op en werden de leden in andere kloosters ondergebracht.
De gevelsteen met La Trappe, die de familie Van den Dungen in de herbouwde boerderij liet aanbrengen, herinnert nog aan de aanwezigheid van de Trappisten in Deurne.

Waarom de Trappisten het oog juist op Deurne lieten vallen is niet met zekerheid bekend. Er zijn twee mogelijke opties:
Wim van Heugten vermoedt dat de geboren Deurnenaar Martinus Brangers (1848-1909), (kleinzoon van Pieter Brangers (1794-1873)), een van de broeders was, die zijn prior op de leegstaande voormalige pastorie en de mogelijkheid tot aankoop van de boerderij wees.[1]
Een andere verklaring is de mogelijke rol bij de keuze op Deurne van de Deurnese trappist Martinus Evers (1827) die al voor 1868 als broeder was ingetreden bij de Trappisten van Forges bij Chimay (B). Hij was namelijk een oudere broer van de vrouw van Martinus Koppens, een broer van Lambertus Koppens, de verkoper van de boerderij aan de trappisten.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Het hoofdstuk Trappisten op Landzicht in het boek Deurne en de Peel, uitgave 1979.