Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Laurentius van Loon (ca. 1660-1731)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 28 dec 2013 om 21:05
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Laurentius van Loon was een Liesselnaar die pastoor van Deurne was.


Laurentius van Loon was een zoon van Jan Lenssen van Loon en van Helena, dochter van Claes Willems van den Heijtrak (geh. voor schepenen van Deurne 8 Maart 1659). Hij werd geboren te Liessel niet ver van de kapel en voor den geestelijken stand opgeleid. Hij overleed te Deurne 8 augustus 1731 en werd er in de Sint-Willibrorduskerk begraven.

Hij studeerde te Leuven, werd kapelaan te Deurne onder pastoor Nicolaas Smits (voor 1630-1698) en bediende vanuit Deurne het rectoraat van Liessel. Na de dood van zijn pastoor, die 7 januari 1698 overleed, werd hij tot pastoor van Deurne benoemd en 30 maart d.a.v. als zodanig ingeleid. Zijn pastoraat was tot 1712 zeer rustig. In 1705 had zelfs Liessel een verblijvenden rector gekregen, wat zijn apostorele werkzaamheden niet weinig verlichtte.

In 1712 echter vluchtte Margo Goloffs, een protestantse wees uit Deurne, van Den Bosch, waar zij diende, naar Antwerpen, om er tot de katholieke godsdienst over te gaan. Ofschoon de pastoor van de hele zaak niets wist, moest hij toch zorgen, dat het meisje (zij was 15 jaar oud) in Deurne terugkwam, want dadelijk werd er gedreigd met sluiting der kerk. Pastoor en drost togen naar Antwerpen; het meisje kwam terug naar Deurne, ontvluchtte weer en het gevolg was, dat voor enige weken de kerkschuur werd gesloten.

In 1714 waagde men een stout stuk. Zonder iemand buiten Deurne te moeien, bouwde men een nieuw kerkenhuis, wat drost en schepenen oogluikend toelieten. Op 25 juni van dat jaar, want er was iets van uitgelekt, begon de fiscaal Mr. Diederik Vleugels dreigende brieven te schrijven, waarin o.a. stond te lezen, dat hij de placcaten streng zou uitvoeren. men wist wat dit zeggen wilde. In de vergadering van drost en schepenen van 6 september 1714 werd besloten een commissie tot den fiscaal af te vaardigen en hem drie achterstaande jaren recognitie te betalen en als hij daarmee geen genoegen wilde nemen, hem nog een som van 100 gulden te vereren. Het resultaat was gunstig en de nieuwe kerk werd nog hetzelfde jaar betrokken. Men heeft het er tot 1801 mee gedaan.


Literatuur