Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Schandblok

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 24 dec 2013 om 17:15
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een Schandblok en de kaak (schandpaal) is een blok of paal waaraan iemand als strafmaatregel werd vastgebonden en publiekelijk te kijk werd gesteld. Het was in de eerste plaats bedoeld als een geestelijke marteling als straf, maar het stond het publiek vaak vrij de persoon die letterlijk "voor paal stond", te beschimpen of te bekogelen met rot fruit, of andere zaken.


Ook in Deurne[bewerken | brontekst bewerken]

Deze middeleeuwse straf is ook in Deurne gebruikt als strafmaatregel in de tijd dat gevangenisstraffen vaak nog niet gangbaar waren.

Wanneer de bevolking kwaad op de veroordeelde was werd hij tevens met rot fruit, paardenvijgen, stenen, etc. bekogeld. Wanneer stenen en andere harde voorwerpen werden gegooid kon dit leiden tot ernstige (hoofd)verwondingen of zelfs de dood van de veroordeelde. Tevens was het mogelijk dat een veroordeelde aan de schandpaal lijfstraffen opgelegd kreeg, zoals zweepslagen of stokslagen.

Het kon ook gebeuren dat een ter dood veroordeelde voorafgaande aan de executie eerst aan de schandpaal werd gezet om aan het volk te worden getoond.

De duur waarin men aan de schandpaal moest staan bedroeg meestal enkele uren. De schandpaal bleef tot ver in de 18e eeuw populair, om halverwege de negentiende eeuw officieel als strafmaatregel te worden afgeschaft.

Schandblok van Deurne is bewaard gebleven[bewerken | brontekst bewerken]

Het Schandblok van Deurne, door Hendrik Wiegersma veiliggesteld. Foto: collectie Ton Spamer

Na de Tweede Wereldoorlog ontdekte dokter Hendrik Wiegersma een helft van het hiernaast afgebeelde schandblok bij een boer in de Walsberg bij de varkens. Hij liet zich dat (zoals hij dat wel vaker deed) als betaling voor geneeskundige behandeling schenken. De boer had daarbij aangegeven dat hij nog zo'n stuk had, dat half in een sloot lag. Ook die helft nam Wiegersma mee.

Na de dood van zijn vader heeft zoon Pieter Wiegersma het schandblok in het Klein Kasteel opgesteld.[1] Toen Pieter Wiegersma naar St.-Genesius-Rode verhuisde was het schandblok te groot voor zijn appartement aldaar. Hij liet het derhalve staan. De nieuwe eigenaren van het Klein Kasteel, de fam. Nooijen, "erfden" het schandblok dus op die manier in 2001. Dit feit bleef onbekend totdat Luuk Keunen en Ton Spamer bij een bezoek aan het Klein Kasteel en de watermolen omstreeks 2004 het schandblok ontdekten. Gedurende de tentoonstelling “900 jaar bestuur in Deurne” werd het schandblok door de fam. Nooijen uitgeleend en in het gemeentehuis tentoongesteld.

Spamer vermoedt, op basis van wat Pieter Wiegersma hem persoonlijk vertelde, dat na de beschieting van het Groot Kasteel het ergens in een kelder gevonden is. Het gemeentebestuur van destijds heeft het toen goedgevonden dat stenen e.d. van het ingestorte kasteel door de boeren mochten worden gebruikt voor de restauratie van hun gehavende boerderijen. Alle materiaal was toen welkom. Het eeuwenoude keiharde hout van het schandblok maakte het zeer geschikt voor hergebruik in een varkensstal.

Pijnlijk bij gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Vooral de insluiting van benen én armen was een pijnlijke aangelegenheid. Óf je benen óf je armen werden pijnlijk gespreid, afhankelijk van de afstand van de gaten.

Ophanging[bewerken | brontekst bewerken]

Voor ophangingen diende de galg, aanvankelijk op de Galgenberg, later aan de weg naar Helmond bij De Rakt.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

Ton Spamer in een persoonlijke schriftelijke toelichting aan DeurneWiki op 22 december 2010.

Referenties
  1. Informatie afkomstig uit een gesprek tussen Pieter Wiegersma en Ton Spamer in 2000