Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Jaarmarkt van Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Op deze oude foto van de Schoolstraat (de huidige Martinetstraat, zijn aan de scheidingsmuur links op regelmatige afstanden nog de ringen te zien waaraan het vee tijdens de jaarmarkt werd vastgebonden.
foto coll. Frans Gloudemans.
Ook op deze foto van het gemeentehuis is helemaal links nog de muur zichtbaar waar het vee werd vastgebonden.
Foto coll. gemeente Deurne.

Het recht om een jaarmarkt, in historische kranten aangeduid als Beestenmarkt, te houden werd op 10 november 1683 aan Deurne verleend.

Achttiende en negentiende eeuw

In september 1683 stuurde Rogier van Leefdael, heer van de heerlijkheid Deurne en Liessel, in het kwartier van Peelland een rekest waarin hij vroeg twee jaarmarkten (beestenmarkten) per jaar te mogen organiseren.

De toestemming werd op 10 november 1683 verleend voor het houden van een beestenmarkt in het voorjaar op 25 april en een in het najaar op 21 september. Als deze dag op een bededag of zondag viel dan moest uitgeweken worden naar de eerstvolgende dag. Om deze markten te mogen houden moest wel jaarlijks een zogenaamde recognitiecijns betaald worden van drie gulden. Dit bedrag moest jaarlijks op Bamis (Sint Bavomis - 1 oktober) aan de raad en rentmeester-generaal der domeinen betaald worden.

In de 18e eeuw werd de beestenmarkt vermoedelijk aan de Lagekerk gehouden, blijkend uit beschrijvingen over routes vanaf de Markt over de Korte Steenweg naer het Kerkenhuijs op de Beestemarkt en langs den Heuvel naar het Marktveld terug.

Twintigste eeuw

In de jaren twintig tot en met de jaren veertig van de vorige eeuw waren er in Deurne twee jaarmarkten, namelijk op de eerste maandag van de maanden mei en september.

In zijn boekwerkje "Een kind ziet het dorp" uit 1998 omschreef Pieter Wiegersma zijn ervaringen met de jaarmarkt aan de latere Martinetstraat als volgt:

Slagerij Van Goch grenst aan de lange muur die de grond achter het raadhuis afbakent. Een muur met veel grote ijzeren ringen. Ik zie het nog runderen aan ringen, loeiend. Een rokerige, dampige strontrand bij de achterpoten waardoor boeren en veekopers op blokken (klompen) dabberen, gewapend met een stok en met een grijpgrage hand de lendenen van het rund betastend. Ze slaan in elkaars handen en roepen voor mij onbegrijpelijke getallen en woorden, plots afgebroken door een abrupt elkaar de rug toekeren. Ik sta er uren naar te kijken en kom dan te laat thuis, stinkend. Eerst in bad voor het aan tafel gaan. Zullen dan al die boeren als ze thuis komen in bad moeten? Ik vraag het aan vrienden. 'Wa is da, 'n bad? Onze vadder in de kuip? Neje, neje.'

Op 10 december 1951 deelde burgemeester Roefs mee aan het bestuur van de Centrale vereniging voor de markt- straat- en rivierhandel te Den Haag dat in Deurne vier jaarmarkten waren; op maandag na halfvastenzondag, dat was 24 maart van dat jaar, de eerste maandag in mei, de eerste maandag in september en laatste maandag in oktober. Dit duurde tot aan de jaren zeventig.
In 1970 kwam dan uiteindelijk op iedere vrijdag de Deurnese weekmarkt en verdwenen de jaarmarkten hier definitief van het toneel.