Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Zeilbergsestraat 102
De bewoningsgeschiedenis van het adres Zeilbergsestraat 102 gaat tenminste terug tot voor 1716.
Op de kaart van Draak 1716 wordt op deze plek al een woonhuis aangegeven. In de tweede helft van de achttiende eeuw was het huis eigendom van Willem Hikspoors, later van zijn ongehuwd gebleven zoons Antonie en Hendrik. Bij de invoering van het kadaster in 1832 werd het huis, gelegen in de Meitmortel, kadastraal aangeduid als sectie D 141, huis met schuur en erf, groot 610 m².
Op 11 april 1837 verkochten de kinderen Hikspoors het huis met bijna zeven hectare grond voor 2.300 gulden aan hun nicht Maria Lourense, de weduwe van Lambert van Rijt. Later werd het goed eigendom van haar dochter Helena van Rijt, gehuwd met Hendrik van de Meulendijk.
Na het overlijden van het kinderloze echtpaar Van de Meulendijks-van Rijt ging het pand naar haar neven en nichten. De kinderen en kleinkinderen van haar zwager Hendrik Maas verkochten op 19 december 1874 hun erfdeel aan hun broer of oom, de Vlierdense landbouwer Martinus Maas, die daarmee voor de helft eigenaar werd. Voor de andere helft werd Bernardus van Rijt eigenaar.
Op 12 en 26 november 1901 lieten de eigenaren het naastgelegen huis met het bakhuis, D 142-143, en de bijhorende goederen veilen in respectievelijk de herberg van de kinderen Johannes Rooijakkers en de herberg van Johannes van den Burgt. Daarbij bleek dat het bakhuis en de waterput in gemeenschappelijk gebruik was met D 141, waarvan Bernard van Rijt inmiddels alleen eigenaar was geworden. Omdat hij bij genoemde verkoop ook het naastgelegen huis kocht, kwamen beide huizen in één hand.
De kinderen B. van Rijt lieten in mei 1922 een groot aantal goederen, waaronder dit pand, veilen door notaris De Leeuw. De aankondiging daarvan in een advertentie in De Zuid-Willemsvaart luidde als volgt:
- Voor de Kinderen B. v. Rijt te Deurne Zeilberg
A. Kapitale Boerderij, thans bewoond door de Kind. van Rijt, gelegen te Deurne, Kulert, in de kom der Parochie Zeilberg, dicht bij kerk en school, aan den Klinkerweg, groot 8.13 45 H.A. bestaande uit goed doortimmerd woonhuis, voorzien van electrisch licht, met stal, schuur, schop, bergplaats, bakhuis, vruchtbare bouw- en weilanden.
Aanvaarding: gebouwen 15 April 1923, bouwland oogst 1922, weiland terstond.
B. Groote vruchtbare Boerderij, thans bewoond door Joh. van Rijt, gelegen te Deurne op den hoek van den Klinkerweg Kulert-Zeilberg, in de Kom der parochie Zeilberg, nabij kerk en school, bestaande uit woonhuis, voorzien van electrisch licht, stal, schuur, schop, bouwland en weiland, groot 4.77.42 H.A. Aanvaarding gewone tijdstippen 1923.
C. Eene vruchtbare Boerderij, thans bewoond door G. van Rijt, gelegen te Deurne op den Kulert, tegenover de boerderij A, bestaande uit nieuw gebouwd woonhuis, met stal, schuur, bouwland en weiland, groot 2.73.04 H.A. Verhuurd tot 15 April 1926.[1]
Het huis bleef toen toch nog in de familie want Johannes van Rijt, een zoon van Bernard, werd de nieuwe eigenaar.
Rond 1934 verkocht Johannes van Rijt het huis aan Koos Kerstens. Later werd zijn zoon, de paardenhandelaar en vrachtrijder Jan Kerstens, eigenaar.
De kadastrale aanduiding van het pand veranderde na 1934 achtereenvolgens in D 2201, L 151, L 845 en L 1796.
Bronnen, noten en/of referenties |