Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Hulten-altaar
Het Hulten-altaar, ook wel het Holteren- of Hulteren-altaar of het altaar van Sint-Antonius, Sint-Egidius en Sint-Rochus genoemd, was een van de altaren met de daaraan verbonden beneficiën in de oude parochiekerk van Deurne.
In de tijd van pastoor Roijmans (1612-1640) bevond zich bij het Hulten-altaar een beeld van Onze Lieve Vrouw.
In 1623 was sprake van de renten van het Hulteren altaar, waarbij werd aangetekend dit zijn de renten van heer Laureijns van Hulsberg van het cijnsboek Antoniuskapel.[1]
Na de Vrede van Münster kwamen de inkomsten die verbonden waren aan het Hulten-altaar in handen van de rentmeester der geestelijke goederen. Het collatierecht, dit is het recht om iemand voor te dragen om tijdelijk deze inkomsten te genieten, bijvoorbeeld om een studie te bekostigen, bleef toen echter in handen van de landcommandeur van de balie van Aldenbiesen (de Duitse Orde).
Zo verzocht in 1738 ene Johan Arnold Timmermans, als vader en voogd over zijn minderjarige zoon Gerard Theodoor, aan de landcommandeur om een beurs uit de inkomsten uit het Sint-Catharina-altaar en het Hulten-altaar gedurende een periode van zeven jaar. De Staten-Generaal en de Raad van State gingen daarmee akkoord en de rentmeester mocht de studiebeurs uitbetalen.[2]
Het is overigens de vraag of dit beneficie wel zo'n vetpot was. In 1730 ging de rentmeester van de geestelijke goederen zijn administratie herinrichten en noteerde onder Deurne:[3]
- Den hulteren altaar
Beneficiant I.W. Mengersen
Drie loop. lands gelegen ontrent den Leijsepoel heeft niets mogen gelden - memorie
Een acker gen. den Lijssenpoel groot 2 loop. heeft niets mogen gelden - memorie
Den Smits ackers groot 1½ lop. heeft mede niet mogen gelden - memorie
Kortom, er werden wel goederen die schatplichtig waren maar er waren geen inkomsten.
In september 1631 maakt Jenneke Corsten haar testament en vermaakte daarin aan de kerk haar kist die bij het holteren altaar stond: Item maeckt sij aen de kercke haer kiste die staet aen het holteren altaer om kerckendingen dairin te leggen. [4] Blijkbaar was het toen nog gebruikelijk dat persoonlijke eigendommen konden worden opgeborgen in het kerkgebouw.
Bronnen, noten en/of referenties
|