Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Gerard Bildersstraat 9 en 11

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Everard (overleg | bijdragen) op 12 feb 2024 om 20:48 (→‎Twee nieuwe woonhuizen)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een vervallen rietgedekte schuur, de loods op de plek van de oude boerderij en het nieuwe naoorlogse woonhuis.
Links van de weg op de achtergrond het ensemble na de oorlog.
Het ensemble van nieuw huis (verborgen), de loods waar de oude boerderij stond, en het naoorlogse woonhuis.

Gerard Bildersstraat 9 en 11 zijn twee adressen in Deurne. Daarnaast bestaan er formeel en informeel achtervoegsels -a (9a, 11a).


Ontwikkelings- en eigendomsgeschiedenis van de boerderijen

Van den Boomen

Al in 1701 stond op deze plek een boerderij, die deel uitmaakte van het gehucht Veldheuvel, later ook tot het Derp gerekend. Eigenaar was de steenbakkersknecht Wouter Janssen van den Boomen (circa 1636-1719), die zijn beroep wel in de nabijgelegen Leemskuilen zal hebben uitgeoefend. Hij bezat in 1702 vier hoornbeesten en twee stuks jong vee, en daarnaast 17 lopense aan land. Het was een gemengd bedrijf. Hij woonde er, in 1703, met zijn vrouw en drie kinderen: Cornelis en Lavrijns boven de 16 jaar, en Marij onder de 16 jaar. De andere kinderen woonden kennelijk niet meer thuis. In 1736, 1741 en 1746 was zijn zoon Peter Wouters van den Boomen de eigenaar, maar Laurens (1736) en Cornelis (1741, 1746) waren de bewoners.[1]

Van Roggel en Adriaans

Tussen 1746 en 1751 werd de boerderij verkocht aan Jan van Roggel, die er zelf ook ging wonen. Toen zijn vrouw overleed, had hij dit huis met hof en aangelag, en 13,5 lopense grond. Nadat Jan Wilbers van Roggel zelf overleden was, werden zijn bezittingen verkocht. Zijn zwager Frans Peter Adriaans kocht het geheel voor 613 gulden, 2 stuivers en 8 penningen. Elf jaar later, in 1767, bleek Frans zelf overleden. Zijn kinderen verdeelden de boerderij met het land. De nieuwe eigenaar was zoon Jan, die er zelf sinds 1756 al woonde. Jan overleed tussen 1781 en 1786. De kinderen verhuurden daarna de boerderij aan Antonij Bouwmans.

Lourense

Tussen 1786 en 1791 verkochten die kinderen de boerderij aan Peter Hendrik Lourense, die er zelf ging wonen. Nadat hij tussen 1798 en 1803 was overleden, verhuurde zijn weduwe de boerderij aan Jan Peter Hoeijmakers. In 1816 verkochten de kinderen Lourense de boerderij voor 1000 gulden aan Jennemaria Jacobs, gehuwd met Theodorus van Moorsel (1790-1875).[2]

Van Moorsel en Van de Mortel

In 1832 was de boerderij nog eigendom van Theodorus van Moorsel. Kadastraal was de boerderij toen bekend als F 106, de bijbehorende moestuin als F 107 en een groot aangrenzend perceel weiland van bijna 2,5 hectare, dat doorliep tot aan de spoorlijn, als F 105. De klasse ervan was klasse 8, een vrij slechte kwaliteit. Rond 1873 werd de boedel verdeeld.[3]

Omdat Theodorus zijn kinderen én schoonzoon overleefd had, gingen de bezittingen naar zijn kleinzoon Adriaan van de Mortel (1841-1917). Die zette er het boerenbedrijf van zijn grootvader voort. Al rond 1874 zou hij volgens het kadaster zijn bedrijf verkocht hebben, maar in werkelijkheid werden er twee kadastrale artikelen samengevoegd en bleef het bedrijf gewoon van hem.[4] Rond 1881 werden het erf en de moestuin tot één nieuw kadastraal perceel verenigd: F 907: huis, bakhuis, erf en tuin, stal, schuur, schop. Rond 1909 werd het perceel geschat, en rond 1910 werd er bijgebouwd en opnieuw met een aangrenzend perceel samengevoegd. De nieuwe kadastrale aanduiding werd F 1295. In 1901 was de boerderij al eigendom geworden van de gezamenlijke kinderen én vader, rond 1910 van de kinderen alleen. Rond 1911 verkochten zij het achterste deel van zijn grond aan de man van één van hen, Henricus Manders (1867-1923), die daar Fabriekstraat 28 op liet bouwen. Het oude erf van Van de Mortel werd daarop bekend als F 1307. Rond 1911 werd de boedel opnieuw verdeeld.[5]

Martinus van de Mortel (1878-1956) werd, als één van die kinderen, nu enig eigenaar. Rond 1924 liet hij een deel van de gebouwen (en mogelijk zelfs de hele boerderij [6]) herbouwen. Enkele bijgebouwen stonden oostelijk van de boerderij. In 1930 wijzigde het huisadres van C.71 naar Derp J.57 (eerder was het huisadres B.61 geweest). Rond 1943 werd er bijgebouwd. Er stonden toen een boerderij, aardappelbewaarplaats, bouwland. Rond 1947 werd er gesloopt en nieuw gebouwd. Op 2 oktober 1950 brandde het bedrijfsgedeelte van de boerderij vervolgens af. Het huisadres was toen Marijkeweg 3 geworden. Rond 1951 liet hij de resten slopen, en een noodwoning bouwen. Er stonden toen een huis, bergplaats, noodwoning, bouwland, bouwterrein, boomgaard. Rond 1952 werd ter plaatse van het oude bedrijfsgedeelte opnieuw gesloopt en gebouwd. Daarna stonden op F 1307 een huis, bergplaats, stal, schuur, boomgaard. Rond 1954 werd het perceel voorlopig gesplitst. De oude Van de Mortel behield nog slechts de boomgaard.[7] Het huisadres werd daarna Marijkeweg 13.

Twee nieuwe woonhuizen

Zoon Adrianus van de Mortel (1912-1974) kreeg bij die splitsing de werk-plaats, loods, hok, boomgaard, dat kadastraal naar N 241 (schuur, tuin, bouwland, loods, kippenhok) werd hernoemd. Rond 1974 werd het perceel geregistreerd als bouwland, en rond 1975 werd een deel van het perceel verkocht. Wat hij behield, bleef weiland.[8]

Het andere deel van het bezit van vader Van de Mortel ging naar schoonzoon Johannes Maas (1917-1994). Hij verwierf huis, bergplaats, stal, schuur, boomgaard, wat kadastraal na hermeting bekend werd als N 240. In 1955 kreeg dit huis het huisadres Marijkeweg 13. Toen er rond 1966 een tweede huis rechts van het oude werd bijgebouwd, het huidige Gerard Bilderstraat 11, was het adres van het geheel inmiddels Rembrandt van Rijnstraat 35. Kadastraal werd het geheel daarna bekend als N 1134, en na verkoop van wat grond aan de gemeente als N 1291. Rond 1979 liet hij dat perceel splitsen, en wel in een perceel N 1333 (huis, garage, tuin, weiland; Gerard Bildersstraat 11) en N 1334 (huis, schuur, tuin; Gerard Bildersstraat 11a). Het eerstgenoemde huis deed hij rond 1985 van de hand, op het als tweede genoemde pand moest hij rond 1983 een recht van de PNEM dulden.[9]

Het eerstgenoemde huis, Gerard Bildersstraat 11, werd eigendom van zijn zoon Jos. Die liet het hermeten, waarna het kadastraal bekend werd als N 1769. Hij behield het huis tot na 1989.[10] Het tweede genoemde huis, het huidige Gerard Bildersstraat 11a, bleef eerst van vader Maas en werd in tweede instantie als bergplaats bij Gerard Bildersstraat 11 gevoegd, waarna Jan Maas op het deel van het perceel dat hij niet aan zijn zoon verkocht, een nieuw huis liet bouwen. Dat werd het huidige Gerard Bildersstraat 9. Kadastraal werd dat bekend als N 1768 en bleef tot na 1989 van Maas.[11] Tussen november 2009 en november 2010 werd de loods tussen beide huizen, op de plek van de oude boerderij, gesloopt en vervangen door een modern bedrijfsgebouw.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Th.H. Meulendijks, 1997. Het Derp.
  2. Th.H. Meulendijks, 1997. Het Derp.
  3. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 447, dienstjaar 1874
  4. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 2478, dienstjaar 1875
  5. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 2505, dienstjaren 1882, 1902, 1911 en 1912
  6. Een hulpkaart uit 1933 laat een heel andere plattegrond zien. De boerderij was langer dan eerder.
  7. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 4714, dienstjaren 1925, 1944, 1948, 1952, 1953 en 1955
  8. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7537, dienstjaren 1975 en 1976
  9. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8666, dienstjaren 1967, 1980, 1986 en 1984
  10. Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 16375, dienstjaar 1986
  11. Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 14967, dienstjaar 1984