Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Molenstraat 42-44
De geschiedenis van het pand Molenstraat 42-44 hangt nauw samen met met bakkersberoep en gaat terug tot 1913, toen bakker Martinus Sauvé het aan de toenmalige Zeilbergschestraat liet bouwen.
Het perceel, waarop dit pand staat, was bij de invoering van het kadaster in 1832 een onderdeel van een akker, kadastraal sectie D 66, groot 9.010 m². Het lag op de noordwestelijke punt van een akkercomplex genaamd (de) Reek. Deze akker was destijds eigendom van bakker Gerrit van de Mortel en ging over op diens zoon Martinus van de Mortel die eveneens bakker was.
Na het overlijden van Martinus werd de akker eigendom van zijn ongehuwd gebleven zoon en eveneens bakker Petrus Josephus van de Mortel.
Hij verkocht het perceel op 7 juli 1910 voor 250 gulden aan bakker Martinus Sauvé.[1] Nog geen twee weken later verscheen er een advertentie in de Zuidwillemsvaart waarin de Helmondse architect L. de Vries de aanbesteding van het te bouwen huis met bakkerij bekend maakte.[2]
Een gedeelte van zijn perceel aan de Groeneweg verkocht Sauvé aan klompenmaker Petrus Bots, die er een dubbelpand bouwde, de huidige woningen Stijn Streuvelslaan 44-46. Op een deel van dit perceel werd in 2019 het CPO-project 't Stijn gerealiseerd.
In 1937 verkocht Sauvé het pand aan slager Carel van Goch.
Het pand werd gesplitst in twee woningen met respectievelijk de adressen F.40, later Molenstraat 42, bewoond door Bertus van Dam en F 21, later Molenstraat 44, bewoond door Leo Willems.
De weduwe Van Goch-de Vet verkocht het pand in 1955 aan Piet van Someren, die er één winkelpand met tuin van maakte.
In 1966 werd het weer een woonhuis met een perceeloppervlak van 800 m², kadastraal sectie L 1735.
Bronnen, noten en/of referenties
|