Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Molenstraat 57-59
Het adres Molenstraat 57 is, samen met Molenstraat 59, een blok van twee woningen, die rond 1932 in opdracht van de winkelier Gerard Coopmans, samen met de aannemer Ties Flipsen gebouwd werd.
Dit blok van twee huizen werd gebouwd op een perceel grond dat vanaf 1832 achtereenvolgens eigendom was van de weduwe van Johannes de Veth, haar kinderen, haar kleinkind Johannes Goossens, diens zwager de Astense koopman Hendricus Leenen en zijn zoon de Astense sigarenfabrikant Petrus Nicolaas Leenen. Rond 1893 verkochten zij een de helft van het perceel, met een totaal oppervlak van 8000 m², aan Gerard Coopmans.
Toen de gemeente in 1899 grond nodig had voor verharding en verbreding van de weg naar Zeilberg, was Coopmans een van de vele grondeigenaren die er niet toe te bewegen waren om een gedeelte van hun grond daartoe af te staan. In het geval van Coopmans ging het om 178 m². In 1900 verkocht hij alsnog dat stukje grond aan de gemeente.
Zoals gezegd bouwde hij met Ties Flipsen rond 1932 op het resterende gedeelte het blok van twee woonhuizen. Later werd Flipsen alleen eigenaar. Flipsen woonde zelf met zijn gezin op huisnummer E.86, later gewijzigd in Molenstraat 59.
Ties Flipsen verkocht het huis rond 1954 aan de stukadoor Laurens Smets, die het twee jaar later doorverkocht aan zijn zoon, de postbode Harrie Smets.
Bij de huisnummering 1950-1955 kreeg het oude huisnummer E.87 het nieuwe adres Molenstraat 57. Dat adres werd behalve door Harrie Smets toen ook bewoond door Willem Wijnands.
Harrie Smets verkocht het pand rond 1957 aan zuivelfabriek Sint-Isidorus, die er Willem Rooijakkers, machinist en centrifugist bij het fabriek, in liet wonen.
Na de opheffing en afbraak van het fabriek werd de familie Van den Berkmortel-van Neerven eigenaar en bewoner van dit adres.