Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Maria Ignatia van Houts (1903-1947)
Marie van Houts | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Maria Ignatia van Houts | |
Roepnaam | Marie | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 2 februari 1903 | |
Overl.plaats | Beziers (Frankrijk) | |
Overl.datum | 18 februari 1947 | |
Partner(s) | ongehuwd | |
Beroep(en) | landbouwster, onderwijzeres | |
Bidprentje | NBA |
Maria Ignatia (Marie) van Houts (1903-1947) was een ongehuwde onderwijzeres. Ze woonde in de Houtenhoek.
Familie
Marie was het negende kind en de vierde dochter uit het gezin van de Walsbergse landbouwer Johannes van Houts (1859-1941) en Petronella Driessen (1861-1941). Het gezin woonde eerst Wasberg A.48, later verhuisden zij naar de Houtenhoek B.134 en C.24.
Drie van haar broers en zussen gingen het klooster in. Zo werd broer Hendrikus (Hendrik-Victor) van Houts (1885-1908) missionaris en haar zussen Allegonda en Catharina religieuze.
Na de lagere school vertrok Marie op 23 april 1915 voor een opleiding naar Boxtel, maar om onbekende redenen kwam ze op 28 april 1916 weer terug. Waar ze haar opleiding voor onderwijzeres heeft gevolgd is (nog) niet bekend.
Kunstenaarskolonie
Marie bleef na het overlijden van haar ouders in 1941 alleen achter in het ouderlijk huis. Zij verhuurde vanaf die tijd de leegstaande kamers aan verschillende aankomende kunstenaars, onder andere Petrus Wilhelmus Maria (Peer) van den Molengraft (1922-2014)[1], Willi Martinali, Hendricus Petrus (Harrie) Pardoel (1921-2005) en Jan Michels.
Ziek naar Lourdes
Marie was intussen ziek geworden, ze kreeg huidkanker in haar gezicht. Ondanks enkele operaties verergerde haar situatie. Ze besloot, mede ook op aanraden van haar behandelende arts, op bedevaart te gaan naar Lourdes.
Haar huis verkocht ze en met dat geld werd een boot aangeschaft. In het najaar van 1946 voeren Marie, Peer en Harrie zonder enige ervaring richting Frankrijk. Met veel moeite passeerden ze België en bereikten Parijs. Per trein werd de reis naar Lourdes door Marie en Peer afgemaakt, Harrie bleef achter om op de boot te passen. In Lourdes verbleven ze in een zustersklooster.
In Beziers werd Marie doodziek opgenomen in het ziekenhuis waar ze op 18 februari 1947 overleed. Ze werd ook in Beziers begraven. Mogelijk werd zij later in Deurne op het kerkhof in Deurne-centrum herbegraven.[2]
Op 17 november 1947 werd bij de burgerlijke stand in Deurne pas bekend, dat Marie in februari al overleden was.
Bronnen, noten en/of referenties
|