Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Politie

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 17 apr 2019 om 21:21
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Links het voormalig politiebureau aan de Martinetstraat. Het trapje rechts was de opgang naar de gemeentelijke sociale dienst.
Foto collectie Ton Hartjens
Het gebouw van de politie en het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf aan de Martinetstraat.

Door de eeuwen heen zorgde ook in Deurne de politie voor handhaving van de wet, rust en orde in het dorp en arrestatie en bekeuring van wetsovertreders. Vroege benamingen van de politieagent waren veldwachter, vorster, dorpsdienaar en schutter. De direct verantwoordelijke voor het functioneren van de politie was de schout of drossaard en na 1811 de burgemeester.


De voorlopers van de huidige politie, de dienaren van de schout, hadden goede redenen om te klagen over hun inkomsten. Zij moesten leven van een karig jaarsalaris en hun verdere neveninkomsten, een vetpot was dit zeker niet. Temeer niet omdat kleding en wapenuitrusting voor eigen rekening waren. Vandaar dat bijverdiensten, zoals het tegen vergoeding in eigen huis onderbrengen van arrestanten, welkom waren.

De taak van de politie was aanvankelijk nog erg beperkt. Zorgen voor orde en veiligheid was in principe de taak van de schutterij, het" stedelijke leger", en 's nachts hield de stadswacht (zie bijvoorbeeld Rembrandts beroemde schilderij) toezicht. Ander mooi voorbeeld is de nachtwacht. die in 1807 in Vlierden gehouden werd.

In de middeleeuwen kende men zelfs helemaal geen politie. Toen eind vijftiende, begin zestiende eeuw een schout of schulte werd benoemd, bestond diens voornaamste taak uit controle op kroegen en bordelen. Zijn verantwoordelijkheden breidden zich langzaam maar zeker uit. Ontzag ontleenden de wetsdienaren vooral aan hun bewapening, zoals een hellebaard, spies, goedendag, waakhoorn, klap-, hand- en voetboeien en een brandmerkijzer. In de negentiende eeuw werd dit arsenaal merendeels vervangen door een pistool. Toen hadden zich bij de politie reeds ingrijpende veranderingen voorgedaan.

In de Franse tijd (1795-1814) was bijvoorbeeld bepaald, dat een wetsdienaar minstens moest kunnen lezen, schrijven en een beetje rekenen. De schout werd voortaan commissaris genoemd. Hij werd aangesteld op grond van zijn kwaliteiten en niet langer door aankoop of vererving van zijn functie. In 1810 ontstond bovendien naast stedelijke politie een rijkspolitie.

Na de laatste eeuwwisseling moest oom agent zelfs examens afleggen en in 1921 werd een politieschool opgericht. Iets eerder, in 1912, was de eerste "tante agente" het Rotterdamse straatbeeld komen opfleuren.

Van 1959 tot 2008 luidde het devies van de gemeentepolitie Vigilat ut quiescant (hij waakt opdat zij kunnen rusten). Tegenwoordig is het motto van de politie Waakzaam en dienstbaar.

De rijkspolitie Deurne beschikte in Liessel lange tijd over een woning aan de Mgr. Berkvensstraat 3a die tevens dienst deed als politiepost en voorzien was van een cel waar licht gestraften een of meerdere nachtjes in moesten doorbrengen. De gasten genoten dan vol pension en de echtgenote van de betreffende politieman kreeg voor de verstrekte gastvrijheid een financiële vergoeding.

In 1943 werd Theo Koenders uit Venlo als groepscommandant van de Rijkspolitie in Deurne aangesteld. Hij ging wonen in huize Landzicht aan de Stationsstraat A.53 (na 1953 nr. 59) in Deurne dat destijds ook het politiebureau van Deurne was en waar ook diverse arrestantenverblijven aanwezig waren.

Bronnen, noten en/of referenties
  • De geschiedenis van de Politie in: Paraat, het personeelsblad van Gemeentepolitie Deurne) – jaargang oktober 1992, nr. 4. blz. 25-27 (met referte aan het krantenartikel Plus op maandag in het Dagblad voor Noord-Limburg van 8 september 1986).
  • Archief Frans van Bussel