Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Jachtrecht: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''jachtrecht''' was vanouds een recht dat was voorbehouden aan de heer van de heerlijkheden Deurne en Liessel resp. de heerlijkheid Vlierden. Met de komst...') |
(tot op heden zijn er nog heerlijke rechten, zoals visrechten, plantrechten, veerrechten etc.) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Het '''jachtrecht''' was vanouds een recht dat was voorbehouden aan de heer van de [[heerlijkheden Deurne en Liessel]] resp. de [[heerlijkheid Vlierden]]. Met de komst van de Jachtwet van 1923 verdween | Het '''jachtrecht''' was vanouds een recht dat was voorbehouden aan de heer van de [[heerlijkheden Deurne en Liessel]] resp. de [[heerlijkheid Vlierden]]. Met de komst van de Jachtwet van 1923 verdween een van de laatste heerlijke rechten. | ||
Versie van 16 okt 2020 20:11
Het jachtrecht was vanouds een recht dat was voorbehouden aan de heer van de heerlijkheden Deurne en Liessel resp. de heerlijkheid Vlierden. Met de komst van de Jachtwet van 1923 verdween een van de laatste heerlijke rechten.
Conflict van 1699
Op 2 september 1699 betrapten twee oppassers van de heer van Deurne enkele jagers van de heer van Helmond, die bij de Kleine Bottel twee koppels patrijzen, destijds veldhoenders genoemd, geschoten hadden. De heer van Helmond beweerde dat hij het recht had om in heel Peelland, en dus ook in Deurne, te jagen, hetgeen fel betwist werd door de heer van Deurne. Op 19 november 1699 werden de Helmondse jagers opnieuw in Deurne gesignaleerd en spande de heer van Deurne, gesteund door de rentmeester der domeinen, een proces aan tegen de heer van Helmond. In de processtukken werd afschriften van oude documenten, zoals de acte waarbij de stad Lier in 1314 door de Van Berlaers met de hertog van Brabant geruild werd tegen Helmond. En [Johan van Leefdael], de heer van Deurne, haalde de koopbrief van de heerlijkheid op 19 januari 1660 door zijn vader tevoorschijn en wees daarbij op het recht van jacht, patriseren, fretteren, valcken vangen en warande. Ofschoon er geen vonnis tussen de stukken werd aangetroffen mag worden aangenomen dat de heer van Deurne aan het langste eind trok.