Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Francis Aarts (1822-1909): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
}} | }} | ||
{{link stamboom|stamboom=''[[Aarts]]''}} | {{link stamboom|stamboom=''[[Aarts]]''}} | ||
'''Francis Aarts (1822-1909)''' was landbouwer op de [[Heitrak]] en later op [[Vreekwijk]]. | '''Francis Aarts (1822-1909)''' was landbouwer op de [[Heitrak]] in Heythuysen en later op [[Vreekwijk]]. | ||
Regel 47: | Regel 47: | ||
* Aan contant aanwezig geld 500 gulden. | * Aan contant aanwezig geld 500 gulden. | ||
Op 28 mei 1871 arresteerde de rijksveldwachter op de [[Heitrakschen berg]] | Op 28 mei 1871 arresteerde de rijksveldwachter op de [[Heitrakschen berg]] de ongehuwde Mathijs van Diepen (Meijel 1846-1912 Someren), die inwonend dienstknecht van Francis Aarts was, omdat hij turf had gestoken op een peelbaan. Anderhalf jaar later, op 27 november 1873 werd hij opnieuw door de veldwachter gesnapt toen hij op gemeentegrond op het [[Vonderven]] strooisel aan het maaien was. | ||
Toen het gezin van Lambertus Slaats en Hendrina van den Berkmortel op 30 november 1874 van Vreekwijk B.180 naar Heythuysen verhuisde, kwam Francis Aarts met zijn gezin terug naar zijn geboortestreek op Vreekwijk. Zijn zwager [[Peter van Gog 1834-1906)|Peter van Gog]] was zijn opvolger op de Heitrak. | Toen het gezin van [[Lambertus Slaats (1834-1874)|Lambertus en Hendrina Slaats-van den Berkmortel]] op 30 november 1874, na het overlijden van Lambertus, van Vreekwijk B.180 naar Heythuysen verhuisde, kwam Francis Aarts met zijn gezin terug naar zijn geboortestreek op Vreekwijk. Zijn zwager [[Peter van Gog 1834-1906)|Peter van Gog]] was zijn opvolger op de Heitrak. | ||
In december 1880 moest zijn twaalfjarige zoon Alphons van schoolmeester [[Johannes Peter van de Kerkhoff (1855-1946)|Hannes van de Kerkhoff]] na schooltijd voor straf nablijven. Rond half zes vond Alphons het welletjes en hij ging zonder toestemming van de meester naar huis. Toen hij de volgende morgen weer op school kwam, werd hij door de meester naar huis gestuurd. Hij moest van zijn vader toch weer terug naar school en daar werd hij door meester Van de Kerkhoff zo ongenadig geslagen en geschopt dat hij niet meer in staat was om te lopen. Deze zaak kreeg een merkwaardig staartje. Francis Aarts ging over het gebeurde zijn beklag doen bij de burgemeester maar wilde de onderwijzer niet laten vervolgen. Wel hij hij enkele andere eisen, namelijk dat zijn zoon niet langer bij hulponderwijzer Van de Kerkhoff in de klas zou zitten maar zou worden overgeplaatst naar de klas van de hoofdonderwijzer. Bovendien vond Francis dat zijn zoon niet meer zou hoeven nablijven. De betrokken onderwijzers konden echter niet aan het verzoek voldoen omdat daarmee het gezag van de schoolmeester zou worden aangetast. Alphons was namelijk moeten blijven zitten en met overplaatsing naar de hogere klas bij de andere leerlingen zou vader eerherstel voor zijn zoon krijgen. Ook ontkenden de onderwijzers dat Alfons mishandeld was. Blijkbaar hanteerde men destijds andere normen dan tegenwoordig, zoals blijkt hij de volgende passage uit de brief, die de burgemeester van Deurne schreef aan de officier van justitie in Roermond: | In december 1880 moest zijn twaalfjarige zoon Alphons van schoolmeester [[Johannes Peter van de Kerkhoff (1855-1946)|Hannes van de Kerkhoff]] na schooltijd voor straf nablijven. Rond half zes vond Alphons het welletjes en hij ging zonder toestemming van de meester naar huis. Toen hij de volgende morgen weer op school kwam, werd hij door de meester naar huis gestuurd. Hij moest van zijn vader toch weer terug naar school en daar werd hij door meester Van de Kerkhoff zo ongenadig geslagen en geschopt dat hij niet meer in staat was om te lopen. Deze zaak kreeg een merkwaardig staartje. Francis Aarts ging over het gebeurde zijn beklag doen bij de burgemeester maar wilde de onderwijzer niet laten vervolgen. Wel hij hij enkele andere eisen, namelijk dat zijn zoon niet langer bij hulponderwijzer Van de Kerkhoff in de klas zou zitten maar zou worden overgeplaatst naar de klas van de hoofdonderwijzer. Bovendien vond Francis dat zijn zoon niet meer zou hoeven nablijven. De betrokken onderwijzers konden echter niet aan het verzoek voldoen omdat daarmee het gezag van de schoolmeester zou worden aangetast. Alphons was namelijk moeten blijven zitten en met overplaatsing naar de hogere klas bij de andere leerlingen zou vader eerherstel voor zijn zoon krijgen. Ook ontkenden de onderwijzers dat Alfons mishandeld was. Blijkbaar hanteerde men destijds andere normen dan tegenwoordig, zoals blijkt hij de volgende passage uit de brief, die de burgemeester van Deurne schreef aan de officier van justitie in Roermond: |
Versie van 10 apr 2020 14:27
Francis Aarts | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Francis Aarts | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 14 juli 1822 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 18 augustus 1909 | |
Partner(s) | Helena Maria van Gog (1824-1906) | |
Beroep(en) | landbouwer |
Francis Aarts (1822-1909) was landbouwer op de Heitrak in Heythuysen en later op Vreekwijk.
Francis Aarts werd op Vreekwijk geboren als zoon van de landbouwer Franciscus Aerts (1775-1828) en Alegundis Roijens (Deurne 1788-1870).
Hij huwde op 6 februari 1858 in Deurne met Helena Maria van Gog, (Deurne 15 december 1824 - Deurne 12 december 1906), dochter van de Deurnese landbouwer Johannes van Gogh (1799-1870) en Petronilla Noije (1793-1867). Zij was toen weduwe van Paulus Slaats (1805-1857), met wie zij een docher Anna Catharina Slaats (1855-1887) kreeg. Haar eerste echtgenoot Paulus Slaats was eerder gehuwd geweest met Anna Catharina Sauvé (1817-1852). Uit dat huwelijk nam zij ook nog een stiefdochter Anna Maria Slaats (1846-1896) mee.
Uit dit huwelijk Francis en Helena werden nog vier kinderen geboren:
- Francis, (Liessel 16 mei 1859 - Liessel 18 februari 1951). Hij huwde met Helena Maria van Kuijlenburg (1866-1941).
- Poulina, (Liessel 14 mei 1861 - Deurne 24 augustus 1947). Zij huwde met Joannes Wilhelmus (Willem) Kuunders (1864-1941).
- Petronella, (Liessel 2 augustus 1863 - Deurne 7 februari 1950). Zij huwde (1) met Lambertus Bertrams (1864-1899) en (2) met Franciscus van de Vranden (1864-1936).
- Alphonsus Johannes, (Liessel 22 juni 1868 - Deurne 13 oktober 1893). Hij bleef ongehuwd.
Bij zijn huwelijk vestigde Francis Aarts zich op de boerderij Heitrak C.155.
Op 27 mei 1864 leende hij 2.100 gulden van Willem Venmans.
Bij de verdeling op 1 november 1870 van de nalatenschap van hun ouders tussen de kinderen Aarts kreeg Francis het vijfde van de zeven te verdelen gelijkwaardige kavels van ieder 2.900 gulden. Het geeft wel aan hoe rijk de familie Aarts van Vreekwijk destijds was. Hij ontving:
- Bouwland, weiland en hei onder Deurne, kadastraal sectie E nummer 1078 en sectie G de nummers 51 en 78, samen groot 1.08.60 hectare, en 0.33.00 hectare van sectie G gedeelte van nummer 79 en de helft onverdeeld, in sectie H nummer 1678, 0.21.15 hectare, gewaardeerd op 400 gulden.
- Een geldbedrag van 2.300 gulden, de voldoen door de andere erfgenamen.
- Aan aanwezig contant geld 200 gulden
Amper twee weken laten werd er opnieuw geërfd. De nalatenschap van zijn schoonouders werd op 17 november 1870 verdeeld. Deze keer ging het om zes te verdelen kavels, ieder ter waarde van 2000 gulden. Francis Aarts ontving de derde kavel, bestaande uit:
- Heide onder Deurne in sectie G nummer 31, groot 0.57.70 hectare.
- Bouwland onder Deurne in sectie G, een gedeelte van nummer 1485, groot circa 0.40.90 hectare.
- Bouwland onder Deurne, in sectie G, een gedeelte van nummer 1502, groot circa 0.32.66 hectare.
- Een schaapskooi onder Deurne in sectie H nummer 165, groot 0.00.35 hectare.
- Hooiland of weiland onder Asten in sectie A nummer 27, groot circa 0.88.80 hectare.
Genoemde goederen werden gewaardeerd op 500 gulden. Bovendien ontving hij:
- Een geldbedrag van 1.000 gulden, te voldoen door de andere erfgenamen.
- Aan contant aanwezig geld 500 gulden.
Op 28 mei 1871 arresteerde de rijksveldwachter op de Heitrakschen berg de ongehuwde Mathijs van Diepen (Meijel 1846-1912 Someren), die inwonend dienstknecht van Francis Aarts was, omdat hij turf had gestoken op een peelbaan. Anderhalf jaar later, op 27 november 1873 werd hij opnieuw door de veldwachter gesnapt toen hij op gemeentegrond op het Vonderven strooisel aan het maaien was.
Toen het gezin van Lambertus en Hendrina Slaats-van den Berkmortel op 30 november 1874, na het overlijden van Lambertus, van Vreekwijk B.180 naar Heythuysen verhuisde, kwam Francis Aarts met zijn gezin terug naar zijn geboortestreek op Vreekwijk. Zijn zwager Peter van Gog was zijn opvolger op de Heitrak.
In december 1880 moest zijn twaalfjarige zoon Alphons van schoolmeester Hannes van de Kerkhoff na schooltijd voor straf nablijven. Rond half zes vond Alphons het welletjes en hij ging zonder toestemming van de meester naar huis. Toen hij de volgende morgen weer op school kwam, werd hij door de meester naar huis gestuurd. Hij moest van zijn vader toch weer terug naar school en daar werd hij door meester Van de Kerkhoff zo ongenadig geslagen en geschopt dat hij niet meer in staat was om te lopen. Deze zaak kreeg een merkwaardig staartje. Francis Aarts ging over het gebeurde zijn beklag doen bij de burgemeester maar wilde de onderwijzer niet laten vervolgen. Wel hij hij enkele andere eisen, namelijk dat zijn zoon niet langer bij hulponderwijzer Van de Kerkhoff in de klas zou zitten maar zou worden overgeplaatst naar de klas van de hoofdonderwijzer. Bovendien vond Francis dat zijn zoon niet meer zou hoeven nablijven. De betrokken onderwijzers konden echter niet aan het verzoek voldoen omdat daarmee het gezag van de schoolmeester zou worden aangetast. Alphons was namelijk moeten blijven zitten en met overplaatsing naar de hogere klas bij de andere leerlingen zou vader eerherstel voor zijn zoon krijgen. Ook ontkenden de onderwijzers dat Alfons mishandeld was. Blijkbaar hanteerde men destijds andere normen dan tegenwoordig, zoals blijkt hij de volgende passage uit de brief, die de burgemeester van Deurne schreef aan de officier van justitie in Roermond:
- Ook dacht den vader van bedoelden jongen dat de onderwijzers tot zoiets wel in staat zouden kunnen zijn daar het toch de algemeen bekend is dat zijn zoon een vrij lastige en een onaangenaam karakter bezit. De bedoelde hulponderwijzer die reeds drie jaar in onze gemeente woont van een zeer goed karakter en gedrag waar nimmer de geringste aanmerking op is gemaakt zodat ik meen dat de zaak door Aarts wordt overdreven. ik verzoek u dan ook beleefd deze zaak buiten vervolging te stellen.[1]
Op 19 oktober 1884 bepaalde hij bij notariële akte dat Catharina Slaats, het voorkind van zijn vrouw, recht heeft op een vijfde deel van de na te laten erfenis.
Bronnen, noten en/of referenties
|