Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Godefridus Beijsens (1750-1826): verschil tussen versies
k (Pieter K heeft pagina Godefridus Bijzens (1750-1826) hernoemd naar Godefridus Beijsens (1750-1826)) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 15: | Regel 15: | ||
Godefridus Beijsens, zijn naam werd ook geschreven als Bijzens, Bijssens, Bijsens, Bijssen en Bijsen, werd gedoopt te Westerhoven op 1 december 1750 en was een zoon van Joannis Beijsens en Arnolda van Hersel. Voordat hij naar Deurne kwam was hij assistent te Sint-Oedenrode. In 1786 werd hij benoemd tot kapelaan in Deurne<ref>Gerard Engels vermeldt in het boek ''[[Kroniek van Liessel]]'' het jaartal 1785, volgens het tijdschrift ''Bossche Bijdragen'' zou de admissie dateren van 30 maart 1786.</ref>, Hij werkte in de pastorale teams van pastoor [[Leonardus Swinkels (1738-1815)]] en [[Justinus de Louw (1784-1860)]]. In 1787 was hij een van de leden van het [[patriottisch leesgezelschap]] in [[De Roode Leeuw]]. | Godefridus Beijsens, zijn naam werd ook geschreven als '''Bijzens, Bijssens, Bijsens, Bijssen''' en '''Bijsen''', werd gedoopt te Westerhoven op 1 december 1750 en was een zoon van Joannis Beijsens en Arnolda van Hersel. Voordat hij naar Deurne kwam was hij assistent te Sint-Oedenrode. In 1786 werd hij benoemd tot kapelaan in Deurne<ref>Gerard Engels vermeldt in het boek ''[[Kroniek van Liessel]]'' het jaartal 1785, volgens het tijdschrift ''Bossche Bijdragen'' zou de admissie dateren van 30 maart 1786.</ref>, Hij werkte in de pastorale teams van pastoor [[Leonardus Swinkels (1738-1815)]] en [[Justinus de Louw (1784-1860)]]. In 1787 was hij een van de leden van het [[patriottisch leesgezelschap]] in [[De Roode Leeuw]]. | ||
Vanaf 1769 werd door de overheid een bepaalde jaarlijkse toelage beschikbaar gesteld aan de bedienaar van de kapel van Liessel, maar dat stopte in 1811. Na een rekest in 1821 door de Liesselse proost | Vanaf 1769 werd door de overheid een bepaalde jaarlijkse toelage beschikbaar gesteld aan de bedienaar van de kapel van Liessel, maar dat stopte in 1811. Na een rekest in 1821 door de Liesselse proost Beijsens werd deze toelage van 56 gulden per jaar weer toegekend. Mogelijk hing dit samen met de toestemming van de vicaris om in Liessel 's zondags twee missen in plaats van één te lezen.<ref>Zie Gerard Engels, a.w. blz. 13</ref> | ||
{{ | {{Appendix}} | ||
{{DEFAULTSORT: | {{DEFAULTSORT:Beijsens,Godefridus}} | ||
[[categorie: | [[categorie:Beijsens|Godefridus]] | ||
[[categorie:geestelijke]] | [[categorie:geestelijke]] | ||
[[categorie:kapelaan in Deurne-centrum Sint Willibrordus]] | [[categorie:kapelaan in Deurne-centrum Sint Willibrordus]] | ||
[[Categorie:Rector van Liessel]] | [[Categorie:Rector van Liessel]] | ||
Versie van 17 apr 2017 15:26
| Godefridus Beijsens | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Godefridus Beijsens | |
| Geboorteplaats | Westerhoven | |
| Geboortedatum | 1 december 1750 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 4 november 1826 | |
| Beroep(en) | kapelaan | |
Godefridus Beijsens (1750-1826) was vanaf 1786 kapelaan in Deurne en vanaf 1800 proost of rector van de kapel van Liessel.
Godefridus Beijsens, zijn naam werd ook geschreven als Bijzens, Bijssens, Bijsens, Bijssen en Bijsen, werd gedoopt te Westerhoven op 1 december 1750 en was een zoon van Joannis Beijsens en Arnolda van Hersel. Voordat hij naar Deurne kwam was hij assistent te Sint-Oedenrode. In 1786 werd hij benoemd tot kapelaan in Deurne[1], Hij werkte in de pastorale teams van pastoor Leonardus Swinkels (1738-1815) en Justinus de Louw (1784-1860). In 1787 was hij een van de leden van het patriottisch leesgezelschap in De Roode Leeuw.
Vanaf 1769 werd door de overheid een bepaalde jaarlijkse toelage beschikbaar gesteld aan de bedienaar van de kapel van Liessel, maar dat stopte in 1811. Na een rekest in 1821 door de Liesselse proost Beijsens werd deze toelage van 56 gulden per jaar weer toegekend. Mogelijk hing dit samen met de toestemming van de vicaris om in Liessel 's zondags twee missen in plaats van één te lezen.[2]
Bronnen, noten en/of referenties
|