Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Rijksveldwacht brigade Deurne: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 75: | Regel 75: | ||
|[[Johannes van der Heijden (1821-1871)|Heijden, van der Johannes]]||onbezoldigd||1852-1871|| | |[[Johannes van der Heijden (1821-1871)|Heijden, van der Johannes]]||onbezoldigd||1852-1871|| | ||
|- | |- | ||
|[[Christiaan | |[[Christiaan Aalbart Hendriksen (1835-1920)|Hendriksen, Christiaan Albertus]]|| ||1883 - 1883||rijksveldwachter | ||
|- | |- | ||
|[[Nol van den Heurik|Heurik, van den Arnoldus]]|| ||? - ?|| | |[[Nol van den Heurik|Heurik, van den Arnoldus]]|| ||? - ?|| |
Versie van 28 sep 2015 17:59
Een Rijksveldwachter was de benaming van een politioneel ordehandhaver.
Nederland kende gemeenteveldwachters en rijksveldwachters. De eersten hadden alleen bevoegdheden binnen de eigen gemeente, en daarom waren gemeenteveldwachters vaak tevens aangesteld als onbezoldigd rijksveldwachter.
De gemeenteveldwachter was nauwelijks een professionele politieman. De gemeente vond de functie van veldwachter ook niet erg belangrijk. Hij werd slecht betaald en boezemde waarschijnlijk weinig ontzag in zijn doorgaans versleten uniform. Vaak moest een gemeenteveldwachter vragen of hij op kosten van de gemeente na jaren een nieuwe uniformjas mocht kopen.
Ook het salaris van de gemeenteveldwachter was laag. Gemiddeld verdiende een gemeenteveldwachter rond 1900 zo'n 250 gulden per jaar. Verschil qua inkomen was afhankelijk van de neventaken. Was de gemeenteveldwachter ook gemeentebode en opzichter bij openbare werken, dan kreeg hij toeslagen van 25 tot 50 gulden per jaar.
Vanaf de jaren 1930 treed een zekere professionalisering in. Zo had de gemeenteveldwachter recht op dertig gulden rijwielvergoeding, vijftig gulden diplomatoelage, honderd gulden uniformgeld, vrije woning en medische behandeling. De nieuwe gemeenteveldwachter stond ook niet meer overal alleen voor. Bij bijzondere gelegenheden als bijvoorbeeld de kermis stonden rijksveldwachters van het district of leden van de Koninklijke Marechaussee hem bij. De gemeenteveldwachter werd vanaf de jaren dertig ook ingezet als zedenmeester.
Bewapening
De Gemeente Veldwachters in Deurne en Liessel waren allemaal uitgerust met een zogenaamde “Hartsvanger” (een kort en dik snijzwaard). In 1927 werd er een nieuwe provinciale instructie van kracht die aangaf dat een Gemeente Veldwachter in Noord-Brabant in het bezit moest zijn van een “Klewang” of “Sabel”. Na overleg met de andere veldwachters stuurde Chef Veldwachter Franciscus de Clerck (1885-1958) op 19 januari 1927 een brief aan B&W van Deurne en Liessel dat er gekozen was voor de “Klewang” met het verzoek “elke gemeenteveldwachter in het bezit te stellen van een Klewang volgens het alhier aanwezige model”. Uiteindelijk is het toch geen klewang geworden, maar een sabel (de zg. veldwachterssabel).[1]
Bureau
In die tijd was het ook heel gewoon dat een veldwachter / politieman een bureau aan huis had of in het bureau woonde. In het eerste geval kreeg de betreffende veldwachter daar dan een (kleine) vergoeding voor. In het tweede geval woonde hij er meestal gratis. De verzorging van de arrestanten was dan tevens zijn taak. Meetstal draaide de vrouw des huizes daarvoor op want de arrestanten aten met de pot mee. In Deurne bijvoorbeeld fungeerde een deel van huize Landzicht (Stationsstraat A.53), het woonhuis van groepscommandant Theo Koenders, tot 1953 als "groepsbureau". Na die tijd werd het politiebureau in het Gemeentehuis gevestigd en weer later in het politiebureau aan de Martinetstraat.
Korps Rijkspolitie
In 1945 kreeg Deurne de beschikking over een meer professionele politieorganisatie, het korps:Rijkspolitie Deurne.
Zie ook de artikelen Bijzondere veldwachters en Politie.
(Rijks)veldwachters, werkzaam in de "gemeente Deurne (en Liessel)", waren (lijst nog onvolledig):
Naam | Opmerking | Periode | Rang |
---|---|---|---|
Aarts, Michiel | onbezoldigd | ca 1870 - ca 1875 | |
Aarts, Petrus Johannes | gemeenteveldwachter | ||
Althuizen, Franciscus | gemeenteveldwachter | ||
Althuizen, Nicolaas | veldwachter | ||
Althuizen, Nicolaas | onbezoldigd | 1877 - 1898 | rijks-veldwachter |
Althuizen, Pieter François | gemeenteveldwachter | ||
Althuizen, Willem | 1891 - 1892 | veldwachter | |
Blaauw, Johannes Albertus | 1938 - 1946 | brigadier-majoor | |
Boerenkamp, Francis | ca 1905-1931 | ||
Boomgaard, Paulus Gerardus | 1906 - 1907 | rijksveldwachter | |
Boven, van Theodorus | ? - ? | ? | |
Bruggemans, Carel Leendert Johannes | 1884 - 1887 | brigadier rijksveldwacht | |
Clerck Franciscus | 1916 - 1940 | chef-veldwachter | |
Essen, van den Jacobus Vincentius | onbezoldigd | 1881 - 1885 | rijksveldwachter |
Fransen, Paulus | 1876 - 1892 | veldwachter Vlierden | |
Fransen, Piet | 1926 - 1928 | veldwachter Deurne | |
Geerts, Josephus Marinus Wilhelmus | 1930 - 1934 | brigadier-majoor rijksveldwacht | |
Hammen, van der Jan Hendrik | 1895 - 1898 | brigadier rijksveldwacht | |
Heijden, van der Arnoldus | onbezoldigd (Vlierden) | voor 1907 - | rijksveldwachter |
Heijden, van der Johannes | onbezoldigd | 1852-1871 | |
Hendriksen, Christiaan Albertus | 1883 - 1883 | rijksveldwachter | |
Heurik, van den Arnoldus | ? - ? | ||
Heuvel,van den Johannes Hendricus | gemeenteveldwachter | ||
Hoebergen, Gerardus | onbezoldigd | voor 1892 - na 1900 | veldwachter |
Hoek, van Antonie | onbezoldigd[2] | 1865 - ca 1877 | |
Hoek, van Francis | onbezoldigd | 1862 - 1910 | |
Huizing, Evert | 1886 - na 1889 | 3e klas, rijksveldwachter | |
Iven, Wilhelmus | onbezoldigd (Vlierden) | 1901 - 1907 | gemeenteveldwachter |
Jansen, Christiaan | 1912-1924 | brigadier-majoor rijksveldwacht | |
Kartner, Hendrik | onbezoldigd | 1858 - ca 1877 | rijksveldwachter |
Kartner, Johannes Baptista | onbezoldigd | 1870 - 1888 | rijksveldwachter |
Keunen, Willem | onbezoldigd | 1877 - ca 1879 | |
Koenders, Theo | 1943 - 1945 | groepscommandant | |
Libregts, Sebastiaan | onbezoldigd (Vlierden) | 1906 - 1907 | rijksveldwachter |
Maas, Adriaan | onbezoldigd | 1862 - 1865 | veldwachter |
Maas, Johannes Franciscus | 1934 - 1938 | brigadier-majoor rijksveldwacht | |
Martens, A | onbezoldigd | ca 1902 | |
Orleans, Eduard François | 1887 - 1895 | brigadier rijksveldwachter | |
Ouwerling, Arie | 1878 - 1883 | brigadier | |
Pijnen, Jacobus | 1929 - 1932 | rijksveldwachter | |
Roest, Walterus | 1901 - 1925 | gemeenteveldwachter | |
Rooijakkers, Cornelis | Vlierden | buitengewoon veldwachter | |
Schaik, Eimericus Antonius | 1914 -1915 | gemeenteveldwachter | |
Schijndel, van Antonius | onbezoldigd | 1892 - na 1898 | |
Slaats, Antonie | onbezoldigd | 1893 - 1906 | veldwachter |
Strijbosch, Hendrik | onbezoldigd[3] | 1865 - ca 1877 | |
Urlings, Mathias Hubertus | 1936 - ? | brigadier-titulair rijksveldwachter | |
Ven, van de Johannes Paulus | onbezoldigd | ? - 1873 | veldwachter |
Verstappen, Hendrik | 1919 - ? | gemeenteveldwachter | |
Verstappen, Johannes Hendricus | 1914 - 1915 | veldwachter | |
Vosmeer, Joseph | 1932 - 1936 | brigadier-titulair rijksveldwachter | |
Vullings, Johannes Alphons | veldwachter | ||
Warenburg,van de Franciscus | 1899 - 1920 | brigadier-rijksveldwachter | |
Wich, Coenraad Wilhelmus | 1885 - 1888 | veldwachter |
Bronnen, noten en/of referenties
|