Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Greetje Lagendijk: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
Met haar grootvader reisde ze in 1944 vanuit Rotterdam voor een vakantie van vier weken naar Deurne. Omdat ze protestants was, moest door het opvanggezin vooraf toestemming aan de pastoor gevraagd worden. De eerste tijd bracht ze door in [[Neerkant]], waar ze in huis was bij het gezin van [[Leonardus Martinus van der Steen (1905-1995)|Leonardus Martinus (Leo) van der Steen]] en Hendrika Maria (Drieka) van Veggel (1910-1989). Ze leerde hier al snel dialectwoorden als ''[[bóks]]'' (broek) en ''[[graof]]'' (sloot). Ze trok ook veel op met Zus Linden, een dochter van de Neerkantse schoolmeester [[Johannes Franciscus Linden (1903-1981)]]. Haar broer Gérard Linden maakte een spotprentje op haar naam met de volgende tekst:<center><br>''Heden overleed onze dierbare Greet,<br>Haar laatste kreet<br>was een knetterende scheet,<br>Die van de beddenplank gleed,<br>En tegen de muur aanbonsde,<br>En in de pispot plonsde,<br>In een wijde boog<br>de raam uitvloog,<br>En op de wolken gezeten,<br>Keihard zat te zweten''</center> | Met haar grootvader reisde ze in 1944 vanuit Rotterdam voor een vakantie van vier weken naar Deurne. Omdat ze protestants was, moest door het opvanggezin vooraf toestemming aan de pastoor gevraagd worden. De eerste tijd bracht ze door in [[Neerkant]], waar ze in huis was bij het gezin van [[Leonardus Martinus van der Steen (1905-1995)|Leonardus Martinus (Leo) van der Steen]] en Hendrika Maria (Drieka) van Veggel (1910-1989). Ze leerde hier al snel dialectwoorden als ''[[bóks]]'' (broek) en ''[[graof]]'' (sloot). Ze trok ook veel op met Zus Linden, een dochter van de Neerkantse schoolmeester [[Johannes Franciscus Linden (1903-1981)]]. Haar broer [[Gerardus Johannes Emma Linden (1931-2010)|Gérard Linden]] maakte een spotprentje op haar naam met de volgende tekst:<center><br>''Heden overleed onze dierbare Greet,<br>Haar laatste kreet<br>was een knetterende scheet,<br>Die van de beddenplank gleed,<br>En tegen de muur aanbonsde,<br>En in de pispot plonsde,<br>In een wijde boog<br>de raam uitvloog,<br>En op de wolken gezeten,<br>Keihard zat te zweten''</center> | ||
Ze herinnerde zich later ook dat Leo van der Steen in de leegstaande melkfabriek, waarin hij woonde, een illegale radio had, waarmee regelmatig verboden zenders beluisterd werden. Ook verzamelde ze in de omliggende bossen de zilverpapiersnippers die de Engelse vliegtuigen strooiden om de Duitse radar te storen. | Ze herinnerde zich later ook dat Leo van der Steen in de leegstaande melkfabriek, waarin hij woonde, een illegale radio had, waarmee regelmatig verboden zenders beluisterd werden. Ook verzamelde ze in de omliggende bossen de zilverpapiersnippers die de Engelse vliegtuigen strooiden om de Duitse radar te storen. |
Versie van 6 jul 2015 15:15
G.M. (Greetje) Lagendijk, gehuwd met Wiekeraad, kwam in 1944 vanuit Rotterdam naar Deurne en legde haar tijd hier vast in haar memoires, getiteld De Peel 1944-1945.
Met haar grootvader reisde ze in 1944 vanuit Rotterdam voor een vakantie van vier weken naar Deurne. Omdat ze protestants was, moest door het opvanggezin vooraf toestemming aan de pastoor gevraagd worden. De eerste tijd bracht ze door in Neerkant, waar ze in huis was bij het gezin van Leonardus Martinus (Leo) van der Steen en Hendrika Maria (Drieka) van Veggel (1910-1989). Ze leerde hier al snel dialectwoorden als bóks (broek) en graof (sloot). Ze trok ook veel op met Zus Linden, een dochter van de Neerkantse schoolmeester Johannes Franciscus Linden (1903-1981). Haar broer Gérard Linden maakte een spotprentje op haar naam met de volgende tekst:
Heden overleed onze dierbare Greet,
Haar laatste kreet
was een knetterende scheet,
Die van de beddenplank gleed,
En tegen de muur aanbonsde,
En in de pispot plonsde,
In een wijde boog
de raam uitvloog,
En op de wolken gezeten,
Keihard zat te zweten
Ze herinnerde zich later ook dat Leo van der Steen in de leegstaande melkfabriek, waarin hij woonde, een illegale radio had, waarmee regelmatig verboden zenders beluisterd werden. Ook verzamelde ze in de omliggende bossen de zilverpapiersnippers die de Engelse vliegtuigen strooiden om de Duitse radar te storen.
Vanwege de spoorwegstaking kon ze eind augustus 1944 niet terugreizen naar Rotterdam en maakte ze Dolle Dinsdag en de daarop volgende van bevrijdingsslag rond Neerkant mee, totdat het pleeggezin met haar naar Asten kon vluchten. Via Brouwhuis keerde ze na de bevrijding weer terug naar Deurne. Daar werd ze verenigd met haar broertje Keesje en verbleef ze bij haar tante Marie in een voormalig Wehrmachtshuisje aan de Padbrugseweg in de Walsberg.
Haar opa kreeg melk bij de boeren uit de omtrek en repareerde in ruil daarvoor kapotte zakken. Zij zelf ruilde bij de Engelse soldaten kippeneieren tegen andere nuttige goederen als petroleum.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|