Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Michiel NN: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Michiel NN''', zijn achternaam is onbekend, was afkomstig uit Antwerpen en | '''Michiel NN''', zijn achternaam is onbekend, was afkomstig uit Antwerpen en was circa 60 jaar oud toen hij op 6 juni 1738 in [[Liessel]] werd opgepakt wegens [[bedelarij]]. | ||
Hij had zijn ouders nooit gekend en bracht zijn jeugd door bij een oom in Antwerpen. Vanaf zijn tiende jaar kwam hij aan de kost met bedelarij | Hij had zijn ouders nooit gekend en bracht zijn jeugd door bij een oom in Antwerpen. Vanaf zijn tiende jaar kwam hij aan de kost met bedelarij én het verrichten van graafwerk in de [[Meierij van 's-Hertogenbosch]]. Ook had hij enige tijd in Haarlem vertoefd. In Wijbosch nabij Sint-Oedenrode had hij met een zogenaamde lazarusklep rondgelopen, maar hij had zijn klepper verbrand nadat hij van zijn ziekte (lepra?) genezen was. Hij woonde ook zo'n 20 jaar in Tongelre en was getrouwd geweest met ene Maria Aarts. Zij overleed op 22 maart 1733 in Venraij tijdens een bedevaart naar Kevelaer. Hij bekende samen met haar ook ongeveer een jaar lang gebedeld te hebben. | ||
Twee onpartijdige rechtsgeleerden uit Den Bosch adviseerden om de oude man door de scherprechter te laten geselen en hem vervolgens voor altijd te verbannen. De [[Deurne]]se schepenen waren humaner in hun vonnis en verbanden hem slechts. | Twee onpartijdige rechtsgeleerden uit Den Bosch adviseerden om de oude man door de scherprechter te laten geselen en hem vervolgens voor altijd te verbannen. De geseling zou volgens de rechtsgeleerden, met het oog op de hoge leeftijd van de gevangene en gelet op het feit dat hij zoveel jaren in de Meierij vertoefd had zonder zich aan andere vergrijpen dan bedelarij schuldig te maken, niet al te rigoureus moeten worden uitgevoerd. De [[Deurne]]se schepenen waren humaner in hun vonnis, dat ze op 12 juni 1738 uitspraken, en verbanden hem slechts.<br> | ||
[[Drossaard]] [[Pero de Cassemajor]] deed nog wel een tevergeefse poging om een premie van 25 gulden op te strijken. Er was namelijk op 1 april 1738 een maatregel ingegaan, waarbij deze vergoeding kon worden geclaimd als een bedelaar was opgepakt en, zonder vorm van proces (!), was gegeseld. Maar omdat in dit geval wel degelijk een vonnis was geveld door de schepenbank werd gevraagde bedelaarspremie voor de drossaard van de hand gewezen. | |||
[[categorie:NN|Michiel]] | [[categorie:NN|Michiel]] | ||
[[categorie:bedelaar]] | [[categorie:bedelaar]] |
Versie van 11 okt 2014 22:14
Michiel NN, zijn achternaam is onbekend, was afkomstig uit Antwerpen en was circa 60 jaar oud toen hij op 6 juni 1738 in Liessel werd opgepakt wegens bedelarij.
Hij had zijn ouders nooit gekend en bracht zijn jeugd door bij een oom in Antwerpen. Vanaf zijn tiende jaar kwam hij aan de kost met bedelarij én het verrichten van graafwerk in de Meierij van 's-Hertogenbosch. Ook had hij enige tijd in Haarlem vertoefd. In Wijbosch nabij Sint-Oedenrode had hij met een zogenaamde lazarusklep rondgelopen, maar hij had zijn klepper verbrand nadat hij van zijn ziekte (lepra?) genezen was. Hij woonde ook zo'n 20 jaar in Tongelre en was getrouwd geweest met ene Maria Aarts. Zij overleed op 22 maart 1733 in Venraij tijdens een bedevaart naar Kevelaer. Hij bekende samen met haar ook ongeveer een jaar lang gebedeld te hebben.
Twee onpartijdige rechtsgeleerden uit Den Bosch adviseerden om de oude man door de scherprechter te laten geselen en hem vervolgens voor altijd te verbannen. De geseling zou volgens de rechtsgeleerden, met het oog op de hoge leeftijd van de gevangene en gelet op het feit dat hij zoveel jaren in de Meierij vertoefd had zonder zich aan andere vergrijpen dan bedelarij schuldig te maken, niet al te rigoureus moeten worden uitgevoerd. De Deurnese schepenen waren humaner in hun vonnis, dat ze op 12 juni 1738 uitspraken, en verbanden hem slechts.
Drossaard Pero de Cassemajor deed nog wel een tevergeefse poging om een premie van 25 gulden op te strijken. Er was namelijk op 1 april 1738 een maatregel ingegaan, waarbij deze vergoeding kon worden geclaimd als een bedelaar was opgepakt en, zonder vorm van proces (!), was gegeseld. Maar omdat in dit geval wel degelijk een vonnis was geveld door de schepenbank werd gevraagde bedelaarspremie voor de drossaard van de hand gewezen.