Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Antonie Mulders (1834-1907): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
| overl.datum    = 7 november 1907
| overl.datum    = 7 november 1907
| partner(s)    = (1) Catharina van Dale 1834-1870)<br>(2) Maria Hendrika van Sonsbeek (1827-1891)
| partner(s)    = (1) Catharina van Dale 1834-1870)<br>(2) Maria Hendrika van Sonsbeek (1827-1891)
| beroep(en)    =
| beroep(en)    = onderwijzer
| bidprentje    =
| bidprentje    =
}}
}}
Regel 32: Regel 32:


Op 10 februari 1873 kocht Antonie, wonende te Rotterdam, huize Landzicht voor 2.500 gulden van [[Antonius Wilhelmus Bernardus van Baars (1824-1886)]].<br>
Op 10 februari 1873 kocht Antonie, wonende te Rotterdam, huize Landzicht voor 2.500 gulden van [[Antonius Wilhelmus Bernardus van Baars (1824-1886)]].<br>
Dominee [[Wibrandus Gerardus Reddingius (1841-1875)]] woonde in dat jaar tijdelijk op huize Landzicht, terwijl zijn pastorie aan de [[Helmondseweg]] werd verbouwd.<br>Zelf kwam hij op 13 maart 1874 van Rotterdam met vrouw en haar dochter Maria Hendrika van de Kol (1863-1916) naar Deurne, om in Landzicht te gaan wonen. Op 13 oktober 1875 verhuisden zij weer terug naar Rotterdam en werd Landzicht voor enkele Trappisten, die vanuit Mariawald verdreven waren, hun toevluchtsoord. Ze bleven er twee jaar.<br>
Dominee [[Wibrandus Gerardus Reddingius (1841-1875)]] woonde in dat jaar tijdelijk op huize Landzicht, terwijl zijn pastorie aan de [[Helmondseweg]] werd verbouwd.<br>Zelf kwam Antonie op 13 maart 1874 van Rotterdam met vrouw Maria en haar dochter Maria Hendrika van de Kol (1863-1916) naar Deurne, om in Landzicht te gaan wonen. Op 13 oktober 1875 verhuisden zij weer terug naar Rotterdam en werd Landzicht voor enkele Trappisten, die vanuit Mariawald verdreven waren, hun toevluchtsoord. Ze bleven er twee jaar.<br>
In 1886 verhuurde Antonie huize Landzicht voor 200 gulden per jaar aan de Helmondse wijnhandelaar [[Joseph Nicolaas August Pellemans]].
In 1886 verhuurde Antonie huize Landzicht voor 200 gulden per jaar aan de Helmondse wijnhandelaar [[Joseph Nicolaas August Pellemans (1858-1891)]].
In dat zelfde jaar ontstond er brand, waarschijnlijk ten gevolge van hooibroei, maar deze kon tijdig geblust worden.<br>
In dat zelfde jaar ontstond er brand, waarschijnlijk ten gevolge van hooibroei, maar deze kon tijdig geblust worden.<br>
Op 26 juli 1886 verkocht Antonie huize Landzicht voor 2.375 gulden aan [[Josephus van Vorstenbosch (1835-1909)]] uit Beek en Donk.
Op 26 juli 1886 verkocht Antonie huize Landzicht voor 2.375 gulden aan [[Josephus van Vorstenbosch (1835-1909)]] uit Beek en Donk.
Regel 41: Regel 41:
{{DEFAULTSORT:Mulders,Antonie}}
{{DEFAULTSORT:Mulders,Antonie}}
[[categorie:Mulders|Antonie]]
[[categorie:Mulders|Antonie]]
[[categorie:onderwijzer]]

Versie van 10 aug 2014 17:34

Antonie Mulders
Persoonsinformatie
Volledige naam Antonie Mulders
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 15 maart 1834
Overl.plaats Geldrop
Overl.datum 7 november 1907
Partner(s) (1) Catharina van Dale 1834-1870)
(2) Maria Hendrika van Sonsbeek (1827-1891)
Beroep(en) onderwijzer

Antonie Mulders (1834-1907) was van 1873 tot 1886 eigenaar van Landzicht in de Stationsstraat.


Antonie was een zoon van de bakker Andries Mulders (1797-1851) en Joanna Maria van Eijk (1793-1843). Zijn vader was afkomstig van Moergestel en zijn moeder van Deurne.
Hij huwde op 18 augustus 1869 te Rotterdam met Catharina van Dale, (Rotterdam 3 januari 1834 - Rotterdam 21 juni 1870), dochter van Kornelia van Dale (1798-1869), die uit Catzand afkomstig was.
Uit zijn huwelijk met Catharina werd een kind geboren:

  • levenloze zoon, (Rotterdam 15 juni 1870).

Zes dagen na de geboorte van hun zoon, overleed ook Catharina.

Antonie hertrouwde op 28 december 1870 te Rotterdam met de weduwe Maria Hendrika van Sonsbeek, (Rotterdam 24 juli 1827 - Rotterdam 3 oktober 1891), dochter van Pieter van Sonsbeek (1794-1842) en Catharina van Riel (1793-1849). Haar vader werd geboren in Rotterdam en haar moeder in Tilburg.
Uit zijn tweede huwelijk met Maria werd ook een kind geboren:

  • Johanna Maria Catharina, (Rotterdam 27 oktober 1871 - Rotterdam 25 november 1871).

Maria kreeg uit haar eerdere huwelijk met de logementhouder Peter van de Kol (1816-1870) minstens dertien kinderen, waarvan er zeker tien jong overleden.

Landzicht

Op 10 februari 1873 kocht Antonie, wonende te Rotterdam, huize Landzicht voor 2.500 gulden van Antonius Wilhelmus Bernardus van Baars (1824-1886).
Dominee Wibrandus Gerardus Reddingius (1841-1875) woonde in dat jaar tijdelijk op huize Landzicht, terwijl zijn pastorie aan de Helmondseweg werd verbouwd.
Zelf kwam Antonie op 13 maart 1874 van Rotterdam met vrouw Maria en haar dochter Maria Hendrika van de Kol (1863-1916) naar Deurne, om in Landzicht te gaan wonen. Op 13 oktober 1875 verhuisden zij weer terug naar Rotterdam en werd Landzicht voor enkele Trappisten, die vanuit Mariawald verdreven waren, hun toevluchtsoord. Ze bleven er twee jaar.
In 1886 verhuurde Antonie huize Landzicht voor 200 gulden per jaar aan de Helmondse wijnhandelaar Joseph Nicolaas August Pellemans (1858-1891). In dat zelfde jaar ontstond er brand, waarschijnlijk ten gevolge van hooibroei, maar deze kon tijdig geblust worden.
Op 26 juli 1886 verkocht Antonie huize Landzicht voor 2.375 gulden aan Josephus van Vorstenbosch (1835-1909) uit Beek en Donk.

Hij kwam op 12 oktober 1898 terug van Rotterdam en vestigde zich op het adres Dorp A.208. Waarschijnlijk had hij geen familie meer in Rotterdam, want hij kwam alleen. Zijn vrouw Maria was in 1891 overleden en haar dochters Elizabeth Maria van de Kol (1855-1892) en Catharina Elizabeth van de Kol (1850-1894) in 1892 en 1894.
Zijn verblijf in Deurne duurde tot 29 april 1907, toen vertrok hij naar Geldrop waar hij een half jaar later overleed.