Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
't Veld van Os: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
De vroegste vermelding als zodanig van dit toponiem dateert van 1576. Ton Spamer legde ook verband tussen deze benaming en de vermelding uit 1443 van ''after Geritscamp van Osse''.<ref>[[Ton Spamer]] – ''[[Een karretje op den zandweg reed…]]'', Deurnese toponiemen uit de periode 721-1900, Deurne, 2010.</ref> | De vroegste vermelding als zodanig van dit toponiem dateert van 1576. Ton Spamer legde ook verband tussen deze benaming en de vermelding uit 1443 van ''after Geritscamp van Osse''.<ref>[[Ton Spamer]] – ''[[Een karretje op den zandweg reed…]]'', Deurnese toponiemen uit de periode 721-1900, Deurne, 2010.</ref> | ||
'''t Veld van Os'' speelde een belangrijkse rol in de autobiografische beschrijvingen van [[Martinus van de Mortel (1871-1935)|Martinus van de Mortel]]. In zijn boek [[Peellanders]] verhaalt Van de Mortel hoe zijn grootvader [[Martinus van der Linden (1801-1875)|Martinus van der Linden]] dat veld, half beemd en half moerassige hei, rond 1870 had gekocht. | '''t Veld van Os'' speelde een belangrijkse rol in de autobiografische beschrijvingen van [[Martinus van de Mortel (1871-1935)|Martinus van de Mortel]]. In zijn boek ''[[Peellanders]]'' verhaalt Van de Mortel hoe zijn grootvader [[Martinus van der Linden (1801-1875)|Martinus van der Linden]] dat veld, half beemd en half moerassige hei, rond 1870 had gekocht. | ||
:''Dat Veld van Os in eigendom te bezitten was lang Grootvaders wensch geweest. Nu zijn eenig kind getrouwd was met een jonge noeste heiboer was het hem gelukt het perceel van de gemeente los te krijgen. Driek, voor geen handenarbeid bang, zou de hei bij stukjes en brokjes tot bouwland omwerken. Ieder jaar een gedeelte. Nu de lentezon eens lekker door de gure wolken brak, was Driek begonnen met een sloot voor scheiding te graven. Grootvader was er met de kleuters op afgestapt om het werk te zien en met Driek te bespreken de plannen waarover hij zoo vaak gedroomd had. '' | :''Dat Veld van Os in eigendom te bezitten was lang Grootvaders wensch geweest. Nu zijn eenig kind getrouwd was met een jonge noeste heiboer was het hem gelukt het perceel van de gemeente los te krijgen. Driek, voor geen handenarbeid bang, zou de hei bij stukjes en brokjes tot bouwland omwerken. Ieder jaar een gedeelte. Nu de lentezon eens lekker door de gure wolken brak, was Driek begonnen met een sloot voor scheiding te graven. Grootvader was er met de kleuters op afgestapt om het werk te zien en met Driek te bespreken de plannen waarover hij zoo vaak gedroomd had. '' | ||
In het boek beschrijft Van de Mortel ook hoe zijn grootvader en | In het boek beschrijft Van de Mortel ook hoe zijn grootvader en bremstruiken plukte en hoe er de koeien getuid werden.<ref>Op 1 juli 1888 werd bij een boedelbeschrijving van de nalatenschap van [[Anna Maria van der Linden (1847-1875)|Anna Maria der Linden]], de moeder van Martinus van de Mortel, sectie H 2205, 't Veld van Os, genoemd.</ref> | ||
{{appendix}} | |||
{{ | |||
[[categorie:toponiem|Veld van Os]] | [[categorie:toponiem|Veld van Os]] |
Huidige versie van 18 jan 2019 om 22:00
't Veld van Os is een oud toponiem, dat gebruik werd voor het terrein ten noorden van de kruising van de Rechte Heitraksedijk met de Astense Aa.
De vroegste vermelding als zodanig van dit toponiem dateert van 1576. Ton Spamer legde ook verband tussen deze benaming en de vermelding uit 1443 van after Geritscamp van Osse.[2]
't Veld van Os speelde een belangrijkse rol in de autobiografische beschrijvingen van Martinus van de Mortel. In zijn boek Peellanders verhaalt Van de Mortel hoe zijn grootvader Martinus van der Linden dat veld, half beemd en half moerassige hei, rond 1870 had gekocht.
- Dat Veld van Os in eigendom te bezitten was lang Grootvaders wensch geweest. Nu zijn eenig kind getrouwd was met een jonge noeste heiboer was het hem gelukt het perceel van de gemeente los te krijgen. Driek, voor geen handenarbeid bang, zou de hei bij stukjes en brokjes tot bouwland omwerken. Ieder jaar een gedeelte. Nu de lentezon eens lekker door de gure wolken brak, was Driek begonnen met een sloot voor scheiding te graven. Grootvader was er met de kleuters op afgestapt om het werk te zien en met Driek te bespreken de plannen waarover hij zoo vaak gedroomd had.
In het boek beschrijft Van de Mortel ook hoe zijn grootvader en bremstruiken plukte en hoe er de koeien getuid werden.[3]
Bronnen, noten en/of referenties
|