Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Joannes Wilhelmus van Dijk (1804-1875): verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox persoon | naam = Joannes Wilhelmus van Dijk | volledige naam = Joannes Wilhelmus van Dijk | roepnaam = Jan Willem | geboorteplaats = D...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 16: | Regel 16: | ||
Jan Willem was de oudste zoon van [[Johannes van Dijk (1779-1852)]] en Johanna Maria Verberne (1780-1842). | Jan Willem was de oudste zoon van [[Johannes van Dijk (1779-1852)]] en Johanna Maria Verberne (1780-1842). | ||
Hij bleef ongehuwd. Hij was | Hij bleef ongehuwd. Hij was lid van de Deurnese gemeenteraad en trad af op 3 september 1861. Ook was hij armmeester van Deurne. | ||
Regel 63: | Regel 63: | ||
[[categorie:bakker]] | [[categorie:bakker]] | ||
[[categorie:armmeester van Deurne]] | [[categorie:armmeester van Deurne]] | ||
[[categorie:raadslid van Deurne en Liessel]] |
Huidige versie van 23 okt 2022 om 10:32
Joannes Wilhelmus van Dijk | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Joannes Wilhelmus van Dijk | |
Roepnaam | Jan Willem | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 22 december 1804 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 15 februari 1875 | |
Partner(s) | ongehuwd | |
Beroep(en) | bakker |
Joannes Wilhelmus (Jan Willlem) van Dijk (1804-1875) bezat een bakkerij aan de Markt en woonde aan de Lagekerk.
Jan Willem was de oudste zoon van Johannes van Dijk (1779-1852) en Johanna Maria Verberne (1780-1842).
Hij bleef ongehuwd. Hij was lid van de Deurnese gemeenteraad en trad af op 3 september 1861. Ook was hij armmeester van Deurne.
Op 1 november 1852 werd de door zijn ouders nagelaten boedel gescheiden. Samen met zijn zuster Maria Elisabeth en zijn toen nog ongehuwde broer Jozeph ontving hij daarbij het merendeel van het onroerend goed, namelijk onder Deurne:
- een weiland sectie B 135, groot 0.16.20 hectare,
- bouwland sectie B 136 gedeeltelijk, groot circa. 0.30.55 hectare,
- bouwland sectie B 314, groot circa 0.31.60 hectare,
- heide sectie B 618, groot circa 0.52.60 hectare,
- bouwland sectie C 453, groot circa 0.35.30 hectare,
- huis met schuur en erf sectie C 668, groot 0.05.80 hectare,
- moestuin sectie C 670, groot 0.23.40 hectare,
- bouwland sectie C 721, groot 0.33.30 hectare,
- bouwland sectie D 61, groot 0.13.50 hectare,
- bouwland sectie D 93, groot 0.37.40 hectare,
- weiland sectie D 481, groot 0.29.40 hectare,
- weiland sectie D 668, groot 0.23.70 hectare,
- weiland sectie D 669, groot 0.21.50 hectare,
- weiland sectie D 670, groot 0.53.00 hectare,
- weiland sectie D 1192, groot 0.22.90 hectare,
- weiland sectie D 1193, groot 0.15.20 hectare,
- weiland sectie D 1194, groot 0.13.00 hectare,
- weiland sectie D 1195, groot 0.10.90 hectare,
- bouwland sectie E 236, groot 0.44.40 hectare,
- bouwland sectie E 197 gedeeltelijk, groot circa 0.32.35 hectare,
- weiland sectie F 50, groot 0.35.40 hectare,
- heide sectie H 398, groot 0.52.00 hectare,
- en onder Bakel en Milheeze een dennenbos sectie C 268, groot 0.91.10 hectare.
Het geheel werd gewaardeerd op 3.000 gulden.[1] Op 28 december 1861 werd genoemde boedel verder gescheiden tussen enerzijds Jan Willem en Maria Elisabeth en anderzijds Jozef van Dijk. Jan Willem en Elisabeth hielden daarbij de helft van kavels 7, en de kavels 6, 15, 22 en 23. Dit deel werd gewaardeerd op 1.900 gulden.[2] Het dennenbos onder Bakel verkocht Jan Willem op 23 november 1869 voor 190 gulden aan Johannes van de Laar, landbouwer in Milheeze.[3] De kavels 15 tot en met 18 liet Jan Willem op 6 december 1869 publiek veilen. Ze werden voor totaal 1.040 gulden gekocht door Theresia Verschuuren, de verloofde van zijn broer Jozef van Dijk.[4] Het perceel heide (kavel 22) verkocht hij op 3 januari 1870 onderhands voor 100 gulden aan Theresia Verschuuren.[5]
Op 25 januari 1853 kocht hij, mede namens zijn broer Jozef en zus Elizabeth, bij een openbare verkoop van schoenmaker Hendrik Vervoordeldonk voor 141 gulden twee percelen hakhout onder Vlierden, sectie C 344, groot 0.70.40 hectare, en C 345, groot 0.37.00 hectare.[6]
Op 21 november 1853 liet hij bij een openbare verkoop bomen op stam, canada-populieren, een beuk en een aantal eiken, veilen. Het bracht hem 153,70 gulden op.[7]
Op 8 januari 1857 werd hij aangesteld als voogd over de minderjarige kinderen van zijn zwager Martinus Berkelmans.[8]
Op 26 mei 1858 kocht hij, mede namens zijn zus Elisabeth, bij een veiling van bakker Martinus van de Mortel en wever Jozeph Bertrams een huis met erf en tuin, sectie E 995 en E 997, groot 0.06.01 hectare. Hij betaalde daarvoor 225 gulden.[9] Dat huis stond aan de Lagekerk op de plek het tegenwoordige adres Lagekerk 22. Waarschijnlijk verhuisde hij toen ook met zijn broer Jozef en zus Maria Elisabeth naar dat huis, dat toen als adres Dorp A.251 had.
Op 4 mei 1865 maakten Jan Willem en Maria Elisabeth hun testament, waarbij ze elkaar tot enige erfgenaam benoemden.[10]
Op 12 april 1871 verkocht hij zijn geit, een partij mest, wat gereedschap, huishoudelijke inboedel en meubilair. Het bracht hem 194,35 gulden op.[11] Mogelijk had hij het geld mede nodig ter financiering van het nieuwe huis dat hij in 1872 liet bouwen naast hotel De Zwaan.[12] Ook nam hij daartoe op 12 december 1872 een hypotheek van 500 gulden bij de Deurnese bakker Hendrik Antonius Brouwer.[13] Nog geen twee jaar later, op 6 oktober 1874, verkocht hij zijn bakkerij aan de Markt, zijn huis aan de Lagekerk en een aantal percelen grond voor 2.500 gulden aan de Deurnese vroedvrouw en winkelierster, de weduwe Johanna Maria Brouwer-van Kolk.[14] Vier maanden later overleed hij. De vroedvrouw ging met haar gezin aan de Lagekerk wonen.
Bronnen, noten en/of referenties
|