Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Martinetstraat 12: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 18: | Regel 18: | ||
Op 11 november 1863 verdeelden zijn erfgenamen de goederen en E 37 ging toen naar de Helmondse koopman [[Jacobus Hubertus Spoorenberg (1824-1883)|Jacobus Hubertus Spoorenberg]], gehuwd met zijn dochter Helena Huberta. | Op 11 november 1863 verdeelden zijn erfgenamen de goederen en E 37 ging toen naar de Helmondse koopman [[Jacobus Hubertus Spoorenberg (1824-1883)|Jacobus Hubertus Spoorenberg]], gehuwd met zijn dochter Helena Huberta. | ||
== | == Het huis onder Geurtjens en Van Heugten == | ||
Spoorenberg verkocht rond 1875 een gedeelte van het perceel, groot 3.110 m² met kadasternummer E 1442, aan [[Joseph Johannis van de Mortel (1845-1889)]]. Het resterende deel, dat daarna als E 1443 en E 1444 werd aangeduid, werd verkocht aan [[Antonius Geurtjens (1833-1886)]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2369</ref> Hierop werd door hem in 1876 (dj. 1877) het eenvoudige huis gebouwd dat op de oudste foto's nog herkenbaar is.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 70</ref> Dat huis kreeg het nummer E 1444. In 1890 (dj. 1891) werd dit huis door de weduwe Geurtjens veranderd in een blok van twee huizen, E 1698 en E 1699.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 116</ref> In 1896 (dj. 1897) werd het pand verbouwd en werd er een klein bijgebouw (een stal) achter de noordelijke helft geplaatst. De noordelijke helft met het achterliggende land werd E 1767, de zuidelijke helft met erf E 1768.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 135</ref> De erven Geurtjens verkochten het huizenblok rond 1898 (dj. 1899).<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2369</ref> | Spoorenberg verkocht rond 1875 een gedeelte van het perceel, groot 3.110 m² met kadasternummer E 1442, aan [[Joseph Johannis van de Mortel (1845-1889)]]. Het resterende deel, dat daarna als E 1443 en E 1444 werd aangeduid, werd verkocht aan [[Antonius Geurtjens (1833-1886)]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2369</ref> Hierop werd door hem in 1876 (dj. 1877) het eenvoudige huis met gestucte gevel met imitatievoegen gebouwd dat op de oudste foto's nog herkenbaar is.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 70</ref> Dat huis kreeg het kadastraal nummer E 1444. | ||
In 1890 (dj. 1891) werd dit huis door de weduwe Geurtjens veranderd in een blok van twee huizen, E 1698 en E 1699.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 116</ref> In 1896 (dj. 1897) werd het pand verbouwd en werd er een klein bijgebouw (een stal) achter de noordelijke helft geplaatst. De noordelijke helft met het achterliggende land werd E 1767, de zuidelijke helft met erf E 1768.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 135</ref> De erven Geurtjens verkochten het huizenblok rond 1898 (dj. 1899).<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2369</ref> | |||
De nieuwe eigenaar was koperslager [[Wilhelmus van Heugten (1867-1939)]], die er ook woonde.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3796</ref> Na een correctie met de rooilijn langs de weg werden in 1898 (dj. 1899) de perceelsnummers veranderd in respectievelijk E 1795 en E 1796.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 143</ref> Rond 1922 (dj. 1923) werd de noordelijke helft verkocht, de zuidelijke volgde rond 1927 (dj. 1928).<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4700</ref> Koper van die noordelijke helft was Wim zelf, maar nu met onbekende mede-eigenaren.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 5778</ref> | De nieuwe eigenaar was koperslager [[Wilhelmus van Heugten (1867-1939)]], die er ook woonde.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3796</ref> Na een correctie met de rooilijn langs de weg werden in 1898 (dj. 1899) de perceelsnummers veranderd in respectievelijk E 1795 en E 1796.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 143</ref> Rond 1922 (dj. 1923) werd de noordelijke helft verkocht, de zuidelijke volgde rond 1927 (dj. 1928).<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4700</ref> Koper van die noordelijke helft was Wim zelf, maar nu met onbekende mede-eigenaren.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 5778</ref> | ||
In 1923 (dj. 1924) volgde een uitbreiding van die noordelijke helft, waarbij dat nummer wijzigde in E 2086.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 214</ref> Aanpassing van de zuidelijke kavelgrens had tot gevolg dat het perceel voortaan E 2243 werd genoemd, waarin ook het zuidelijk deel ondergebracht was.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 234</ref> Ook de gevel werd aangepast, maar de kern van het pand was nog het oude uit 1876. Het gehele perceel hoorde nu uiteindelijk aan zijn zoon, koperslager [[Josephus Franciscus van Heugten (1898-1970)]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6293</ref> Die liet het geheel van 2 huizen met tuin rond 1937 (dj. 1938) veilen. Koopster was Josephina Maria Cornelia Theodora Schaffhausen, weduwe van de Eindhovense fabrikant Johannes Martinus Emilius Keunen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7123</ref> | In 1923 (dj. 1924) volgde een uitbreiding van die noordelijke helft, waarbij dat nummer wijzigde in E 2086.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 214</ref> Aanpassing van de zuidelijke kavelgrens had tot gevolg dat het perceel voortaan E 2243 werd genoemd, waarin ook het zuidelijk deel ondergebracht was.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 234</ref> Ook de gevel werd aangepast, maar de kern van het pand was nog het oude uit 1876. Het gehele perceel hoorde nu uiteindelijk aan zijn zoon, koperslager [[Josephus Franciscus van Heugten (1898-1970)]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6293</ref> Die liet het geheel van 2 huizen met tuin rond 1937 (dj. 1938) veilen. Koopster was Josephina Maria Cornelia Theodora Schaffhausen, weduwe van de Eindhovense fabrikant Johannes Martinus Emilius Keunen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7123</ref> | ||
== Ingebruikname als garagebedrijf == | |||
In 1952 (dj. 1953) kocht [[Marinus Joseph van Goch (1903-1975)]] het huis Martinetstraat 12 met de bijbehorende grond voor de vestiging van zijn autogarage. Rond 1958 (dj. 1959) kwamen daar de aangrenzende panden [[Martinetstraat 14]] en [[Martinetstraat 16]] nog bij, ter uitbreiding van zijn bedrijf.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8288</ref> | In 1952 (dj. 1953) kocht [[Marinus Joseph van Goch (1903-1975)]] het huis Martinetstraat 12 met de bijbehorende grond voor de vestiging van zijn autogarage. Rond 1958 (dj. 1959) kwamen daar de aangrenzende panden [[Martinetstraat 14]] en [[Martinetstraat 16]] nog bij, ter uitbreiding van zijn bedrijf.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8288</ref> |
Versie van 17 jun 2021 12:23
Martinetstraat 12, tegenover het nog bestaande pand Oude Martinetstraat 11, is een voormalig adres in Deurne.
Bouwland
Bij de invoering van het kadaster in 1832 was het kadastrale perceel E 37 een bouw- en weiland groot 4.330 m², met daarin E 38, een moestuin van 670 m², eigendom van de rentenier Jan Willem van de Mortel. Op 12 november 1845 verdeelden de erfgenamen Van de Mortel de nagelaten onroerende goederen waar de kavel met onder meer E 37 naar diens zoon Jan Willem, de latere burgemeester van Deurne, ging.
Op 11 november 1863 verdeelden zijn erfgenamen de goederen en E 37 ging toen naar de Helmondse koopman Jacobus Hubertus Spoorenberg, gehuwd met zijn dochter Helena Huberta.
Het huis onder Geurtjens en Van Heugten
Spoorenberg verkocht rond 1875 een gedeelte van het perceel, groot 3.110 m² met kadasternummer E 1442, aan Joseph Johannis van de Mortel (1845-1889). Het resterende deel, dat daarna als E 1443 en E 1444 werd aangeduid, werd verkocht aan Antonius Geurtjens (1833-1886).[1] Hierop werd door hem in 1876 (dj. 1877) het eenvoudige huis met gestucte gevel met imitatievoegen gebouwd dat op de oudste foto's nog herkenbaar is.[2] Dat huis kreeg het kadastraal nummer E 1444.
In 1890 (dj. 1891) werd dit huis door de weduwe Geurtjens veranderd in een blok van twee huizen, E 1698 en E 1699.[3] In 1896 (dj. 1897) werd het pand verbouwd en werd er een klein bijgebouw (een stal) achter de noordelijke helft geplaatst. De noordelijke helft met het achterliggende land werd E 1767, de zuidelijke helft met erf E 1768.[4] De erven Geurtjens verkochten het huizenblok rond 1898 (dj. 1899).[5]
De nieuwe eigenaar was koperslager Wilhelmus van Heugten (1867-1939), die er ook woonde.[6] Na een correctie met de rooilijn langs de weg werden in 1898 (dj. 1899) de perceelsnummers veranderd in respectievelijk E 1795 en E 1796.[7] Rond 1922 (dj. 1923) werd de noordelijke helft verkocht, de zuidelijke volgde rond 1927 (dj. 1928).[8] Koper van die noordelijke helft was Wim zelf, maar nu met onbekende mede-eigenaren.[9]
In 1923 (dj. 1924) volgde een uitbreiding van die noordelijke helft, waarbij dat nummer wijzigde in E 2086.[10] Aanpassing van de zuidelijke kavelgrens had tot gevolg dat het perceel voortaan E 2243 werd genoemd, waarin ook het zuidelijk deel ondergebracht was.[11] Ook de gevel werd aangepast, maar de kern van het pand was nog het oude uit 1876. Het gehele perceel hoorde nu uiteindelijk aan zijn zoon, koperslager Josephus Franciscus van Heugten (1898-1970).[12] Die liet het geheel van 2 huizen met tuin rond 1937 (dj. 1938) veilen. Koopster was Josephina Maria Cornelia Theodora Schaffhausen, weduwe van de Eindhovense fabrikant Johannes Martinus Emilius Keunen.[13]
Ingebruikname als garagebedrijf
In 1952 (dj. 1953) kocht Marinus Joseph van Goch (1903-1975) het huis Martinetstraat 12 met de bijbehorende grond voor de vestiging van zijn autogarage. Rond 1958 (dj. 1959) kwamen daar de aangrenzende panden Martinetstraat 14 en Martinetstraat 16 nog bij, ter uitbreiding van zijn bedrijf.[14]
In dj. 1957 werd nu ook de grote loods achter het pand weergegeven op kaart en in de legger genoteerd, als onderdeel van één groot perceel K 324. Daarvoor was een deel van het aangrenzende perceel en het achterliggende land bij het erf gevoegd.[15]
Op 9 januari 1960 brachten de zonen Piet en Hans van Goch het huis met de garage in bij Van Goch's Autobedrijf N.V..[16] In 1964 bouwde het bedrijf een grote garage en loods. Na een raadsbesluit van 21 juni 1977 werd het gehele perceel op 23 november 1977 ten overstaan van notaris Schmending in Amsterdam door de gemeente aangekocht voor de realisering van het centrumplan. Het pand werd op 30 maart 1979 gesloopt.
Een van de bewoners van het pand was Johan Kamphues.
Bronnen, noten en/of referenties
|