Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Martinus van den Boomen (1778-1834): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 6: | Regel 6: | ||
| roepnaam = Marten | | roepnaam = Marten | ||
| geboorteplaats = Deurne | | geboorteplaats = Deurne | ||
| geboortedatum = 22 mei 1778 | | geboortedatum = | ||
| doopdatum = 22 mei 1778 | |||
| overl.plaats = Deurne | | overl.plaats = Deurne | ||
| overl.datum = 25 maart 1834 | | overl.datum = 25 maart 1834 | ||
| Regel 15: | Regel 16: | ||
Marten was een zoon van bierbrouwer [[Wilhelmus van den Boomen (1746-1823)]] en Maria Verhoeven (1739-1820). | Marten was een zoon van bierbrouwer [[Wilhelmus van den Boomen (1746-1823)]] en Maria Verhoeven (1739-1820). | ||
# Hendrina | Hij huwde op 30 januari 1813 in [[Deurne]] met Anna Maria Goossens, (Deurne 14 oktober 1783 - Deurne 5 oktober 1846). Zij was een dochter van de hoefsmid, steenbakker en herbergier [[Henricus Goossens (1754-1818)]] en Henrica Bartels (1757-1792). | ||
# | |||
# | Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren: | ||
# | |||
# | # Hendrina, (Deurne 23 juli 1814 - Deurne 28 september 1835). Zij bleef ongehuwd. | ||
# Johanna | # Johannes (Jan), (Deurne 27 december 1815 - Deurne 26 januari 1850). Hij bleef ongehuwd. | ||
# [[Wilbrordus van den Boomen (1826-1902)|Wilbrordus]] | # Willem, (Deurne 30 april 1817 - Deurne 25 juli 1844). Hij bleef ongehuwd. | ||
# Hendricus, (Deurne 11 oktober 1819 - Deurne 21 januari 1851). Hij bleef ongehuwd. | |||
# Martinus, (Deurne 18 oktober 1821 - Deurne 25 april 1875). Hij bleef ongehuwd. | |||
# Johanna, (Deurne 23 juli 1823 - Deurne 13 juni 1855). Zij bleef ongehuwd. | |||
# [[Wilbrordus van den Boomen (1826-1902)|Wilbrordus]], (Deurne 29 mei 1826 - Deurne 23 september 1902). Hij huwde met Elisabeth Allegonda Verhoeven (1838-1919). | |||
Martinus van den Boomen droeg zijn steentje bij aan de nederlaag die in 1814 aan keizer Napoleon werd toegebracht. Hij was tien dagen op stap met paard en kar ten dienste van de geallieerde legers. Pas 12 jaar later kreeg hij daarvoor ene vergoeding van 20 gulden. Het zou niet de laatste keer zijn dat hij zijn paard moest inspannen ten behoeve van het leger. Ook in 1833 tijdens de [[Belgische Opstand]] moest hij een aantal transporten in en rond Eindhoven verzorgen. Waarschijnlijk zal hij dat toen niet meer zelf hebben gedaan, maar hebben overgelaten aan zijn zoon Martinus, die overigens bij het begin van de Belgische Opstand in 1830, zoals zo veel Deurnese dienstplichtigen, nog enige tijd gedeserteerd was. | Martinus van den Boomen droeg zijn steentje bij aan de nederlaag die in 1814 aan keizer Napoleon werd toegebracht. Hij was tien dagen op stap met paard en kar ten dienste van de geallieerde legers. Pas 12 jaar later kreeg hij daarvoor ene vergoeding van 20 gulden. Het zou niet de laatste keer zijn dat hij zijn paard moest inspannen ten behoeve van het leger. Ook in 1833 tijdens de [[Belgische Opstand]] moest hij een aantal transporten in en rond Eindhoven verzorgen. Waarschijnlijk zal hij dat toen niet meer zelf hebben gedaan, maar hebben overgelaten aan zijn zoon Martinus, die overigens bij het begin van de Belgische Opstand in 1830, zoals zo veel Deurnese dienstplichtigen, nog enige tijd gedeserteerd was. | ||
Versie van 13 mei 2018 20:01
| Martinus van den Boomen (1778-1834) | ||
| - | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Martinus van den Boomen | |
| Roepnaam | Marten | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Doopdatum | 22 mei 1778 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 25 maart 1834 | |
| Partner(s) | Anna Maria Goossens (1783-1846) | |
| Beroep(en) | landbouwer, bierbrouwer | |
Martinus (Marten) van den Boomen (1778-1834) was landbouwer en bierbrouwer op bierbrouwerij Het Anker op Vreekwijk en een van de eerste raadsleden van de gemeente Deurne en Liessel.
Marten was een zoon van bierbrouwer Wilhelmus van den Boomen (1746-1823) en Maria Verhoeven (1739-1820).
Hij huwde op 30 januari 1813 in Deurne met Anna Maria Goossens, (Deurne 14 oktober 1783 - Deurne 5 oktober 1846). Zij was een dochter van de hoefsmid, steenbakker en herbergier Henricus Goossens (1754-1818) en Henrica Bartels (1757-1792).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Hendrina, (Deurne 23 juli 1814 - Deurne 28 september 1835). Zij bleef ongehuwd.
- Johannes (Jan), (Deurne 27 december 1815 - Deurne 26 januari 1850). Hij bleef ongehuwd.
- Willem, (Deurne 30 april 1817 - Deurne 25 juli 1844). Hij bleef ongehuwd.
- Hendricus, (Deurne 11 oktober 1819 - Deurne 21 januari 1851). Hij bleef ongehuwd.
- Martinus, (Deurne 18 oktober 1821 - Deurne 25 april 1875). Hij bleef ongehuwd.
- Johanna, (Deurne 23 juli 1823 - Deurne 13 juni 1855). Zij bleef ongehuwd.
- Wilbrordus, (Deurne 29 mei 1826 - Deurne 23 september 1902). Hij huwde met Elisabeth Allegonda Verhoeven (1838-1919).
Martinus van den Boomen droeg zijn steentje bij aan de nederlaag die in 1814 aan keizer Napoleon werd toegebracht. Hij was tien dagen op stap met paard en kar ten dienste van de geallieerde legers. Pas 12 jaar later kreeg hij daarvoor ene vergoeding van 20 gulden. Het zou niet de laatste keer zijn dat hij zijn paard moest inspannen ten behoeve van het leger. Ook in 1833 tijdens de Belgische Opstand moest hij een aantal transporten in en rond Eindhoven verzorgen. Waarschijnlijk zal hij dat toen niet meer zelf hebben gedaan, maar hebben overgelaten aan zijn zoon Martinus, die overigens bij het begin van de Belgische Opstand in 1830, zoals zo veel Deurnese dienstplichtigen, nog enige tijd gedeserteerd was.
Op 16 augustus 1823 ontving Willem bij de boedelverdeling van de nagelaten goederen van zijn ouders het huis op Vreekwijk met daarbij de akkers genaamd De Kievit, de Langenakker, de Schatgraaf, de Nieuw Erf en het Kempke en de weilanden genaamd de Hoef, de Berkt, de Helleman en de Kluis.
In 1832 werd de brouwerij van Martinus van den Boomen als volgt omschreven:
- Eene kleine brouwerij, werkende met een ketel van 14 en eene roerkuip van 21.60 vaten, voorzien van koelbak, kelder en mouterij, een en ander in een wel onderhouden, maar klein locaaltje geplaatst, hier worden jaarlijks circa 40 brouwsels gewoon bier gemaakt, hetwelk in de gemeente of omliggende plaatsen gebruikt wordt.
Deze brouwerij, die eeuwenlang binnen de familie bleef, werd na zijn overlijden voortgezet door zijn zonen Martinus en Wilbordus.