Gerrit van Riet (1776-1850)

Gerrit van Riet
.
Persoonsinformatie
Volledige naam	Gerrit van Riet
Geboorteplaats	Asten
Doopdatum	27 oktober 1776
Overl.plaats	Deurne
Overl.datum	7 februari 1850
Partner(s)	Carolina Leonhardi (1779-1831)
Beroep(en)	notaris, burgemeester, gemeentesecretaris

Gerrit van Riet (1776-1850) was notaris in Deurne en werd de eerste burgemeester van de gemeente Deurne en Liessel en was bovendien burgemeester van de toenmalige gemeente Vlierden.

Hij werd in 1799, als opvolger van A.A. van Noort, secretaris van Deurne en Liessel en van Bakel en Milheeze. Deze functies vervulde hij tot 1816.

In 1801 dreigde hij in grote moeilijkheden te komen na een aanklacht van de Bakelse landbouwer Gerrit Antonie Croijmans. Op 9 en 23 april 1800 had er een Bakel een openbare verkoop plaatsgevonden van de nagelaten goederen van Jan Jansen Croijmans. Gerrit Croijmans beschuldigde Gerrit van Riet, die toen secretaris van Bakel was, ervan na afloop van de verkoop een artikel te hebben toegevoegd aan de verkoopvoorwaarden zonder medeweten van de verkopers. Op het Heidveld onder Bakel werd een stuk grond, dat eerst één perceel was, in drie percelen verkocht en als extra artikel was, volgens de aanklager, na afloop van de verkoop toegevoegd dat de nieuwe eigenaar van een der percelen recht van overpad moest geven aan een van de andere kopers. In dit geval zou Gerrit Croijmans de nieuwe eigenaar Johannes Verbaarschot recht van overpad moeten geven. Bovendien zou Van Riet tegen Jacob Croijmans, een broer van Gerrit, hebben gezegd dat hij wel tien ducaten zou willen geven en de procedurekosten vergoeden als het hele incident in der minne geschikt kon worden.
Bij het onderzoek dat door H. van Adrichem naar deze zaak werd ingesteld kwam aan het licht dat in de originele verkoopakte het bewuste artikel niet achteraf was toegevoegd maar wel in de twee kopieën die aan de kopende en verkopende partij werden uitgereikt. Deze kopieën bleken vooraf door zijn klerk, een broer van Gerrit van Riet, te zijn afgeschreven vanaf een willekeurige standaardtekst, zonder dat daarin het bewuste extra artikel stond. Bij de vergelijking van de kopieën met het origineel werd dat alsnog toegevoegd. Dat Van Riet aanvankelijk de zaak in der minne wilde schikken vond zijn oorzaak in het feit dat hij bang was dat hij het afschrijven van kopieën niet mocht overlaten aan zijn klerk. Daarvoor hoefde hij, zo bleek na raadpleging van zijn advocaat Ackersdijk, niet bang te zijn. Het geheel liep dus met een sisser af.

Hij was van 1812 tot 1814 maire, en sedert 1814 burgemeester van Deurne en Liessel. Vanaf 1820 was hij tevens burgemeester van Vlierden, waardoor beide gemeenten als het ware in een personele unie verenigd waren. Hij bestuurde de gemeente Deurne en Liessel maar liefst 38 jaar. Daarbij was hij ook nog notaris te Deurne.

Gerrit van Riet was een zoon van Leendert van Riet en Maria Catharina Backer. Hij huwde op 19 januari 1800 te Deurne met Carolina Leonhardi, (Deurne 19 september 1779 - Deurne 9 december 1831), de dochter van Christiaan Leonhardi en Catharina Höhlin. Zij kregen de volgende negen kinderen, allen geboren in Deurne:

1. Leonora, (30 maart 1800, overl. 's Hertogenbosch 10 mei 1829), huwde Lambertus Comfurius (1789-1868).
2. Georgelina Christiana, (27 juni 1802, overl. Deurne 11 december 1868), ongehuwd.
3. Maria Katharina, (1 juli 1804, overl. 9 maart 1847), ongehuwd.
4. Frederik Willem Adriaan, (8 juni 1806, overl. Someren 5 maart 1889), huwde Aletta van Loon (1816-1887).
5. Lodewijk, (11 december 1808, overl. 1 november 1809).
6. Louiza, (9 september 1810, overl. Amsterdam 1 januari 1873), huwde Jan Willem Middendorp (1802-1869).
7. Carel Lodewijk, (18 januari 1813, overl. Deurne 9 november 1880), ongehuwd.
8. Carel Theodorus, (29 juli 1815, overl. Deurne 2 december 1841), huwde Elisabeth Cornelia Broekhof (1819-1906).
9. Johanna Petronella, (7 mei 1817, overl. 13 oktober 1817).

Zijn zonen Frederik Willem Adriaan en Carel Lodewijk werden eveneens notaris, evenals kleinzoon Karel Theodorus, de zoon van Frederik Willem Adriaan.

In 1840 raakte Van Riet in ernstige problemen door toedoen van de assessor Godefridus van Hombergh. Hij werd door hem herhaaldelijk beschuldigd van het verduisteren van gemeentegelden. Na een grondig onderzoek bleek dat hij, nadat hij in tijdelijk in financiële problemen geraakt was, geld geleend had uit de gemeentekas, maar dat later weer met rente had terugbetaald, zodat de gemeente er geen nadelige gevolgen van had ondervonden. Het geval werd pas ontdekt nadat hij het geld had teruggestort. Dit incident weerhield districtscommissaris Wesselman er niet van om Van Riet de meeste capabele burgemeester van Peelland te noemen.

Voorganger: -	Burgemeester van Deurne en Liessel 1814-1850	Opvolger: Jan Willem van de Mortel
Voorganger: Pieter Fransen	Burgemeester van Vlierden 1821-1843	Opvolger: Hendrik Jan Goossens