Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Martha van de Weijer (1909-1975): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15: Regel 15:




Martha was het derde kind van de landbouwer [[Franciscus van de Weijer (1866-1961)]] en Gordina Bankers (1874-1967). Het gezin woonde aan de [[Voort]] A.19, later hernoemd tot [[Bakelschedijk]], de huidige [[Bakelseweg]].
Martha was het derde kind van de landbouwer [[Franciscus van de Weijer (1866-1961)]] en Gordina Bankers (1874-1967). Het gezin woonde aan de [[Voort]] [[Wijk A|A.19]], later hernoemd tot [[Bakelschedijk]], de huidige [[Bakelseweg]].
 
Ze vertrok op 17 januari 1934 naar Tilburg en deed haar intrede bij de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw van het Allerheiligst Hart in Tilburg op 22 januari 1934. De eeuwige gelofte legde ze af op 25 augustus 1935. Na haar professie werd zij keukenzuster en zorgde voor de zusters in Hooglanderveen, Klazienaveen en Giesbeek. Daarna openbaarde zich haar ongeneeslijke kwaal waarmee ze haar hele leven bleef sukkelen.
 
Ze wilde voor haar medezusters blijven zorgen zolang het kon. Ze hielp als portierster in Eindhoven en verzorgde het naaiwerk in Hansweert. De rustperiode van 1953 tot 1959 in Tilburg kon haar kwaal veel verlichten maar niet genezen.
Van 1959 tot 1968 hielp zij de bejaarden van Overloon bij het welfarewerk, maar ook deze arbeid moest zij opgeven. Na een medische behandeling in Utrecht kwam zij voorgoed in Tilburg om er te rusten. Zij aanvaardde in gelovige overgave de wil van God over haar leven.
 
Rond kerstmis 1974 verergerde haar benauwdheid en moest zij worden opgenomen in het ziekenhuis. Zij begreep zelf toen wel dat haar laatste levensdagen waren aangebroken. Na voorzien te zijn van het sacrament der zieken overleed zij op 3 februari 1975.  


Ze vertrok op 17 januari 1934 naar Tilburg en deed haar intrede bij de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw van het Allerheiligst Hart in Tilburg op 22 januari 1934. De eeuwige gelofte legde ze af op 25 augustus 1935. Na haar professie werd zij keukenzuster en zorgde voor de zusters in Hooglanderveen, Klazienaveen en Giesbeek. Daarna openbaarde zich haar ongeneeslijke kwaal waarmee ze haar hele leven bleef sukkelen. Ze wilde voor haar medezusters blijven zorgen zolang het kon. Ze hielp als portierster in Eindhoven en verzorgde het naaiwerk in Hansweert. De rustperiode van 1953 tot 1959 in Tilburg kon haar kwaal veel verlichten maar niet genezen. Van 1959 tot 1968 hielp zij de bejaarden van Overloon bij het welfarewerk, maar ook deze arbeid moest zij opgeven. Na een medische behandeling in Utrecht kwam zij voorgoed in Tilburg om er te rusten.


{{DEFAULTSORT:Weijer,Martha}}
{{DEFAULTSORT:Weijer,Martha}}

Versie van 31 jul 2015 08:16

Martha van de Weijer
archief Zusters van Tilburg
Persoonsinformatie
Volledige naam Martha van de Weijer
Roepnaam zuster Maria Ferdinanda
Geboorteplaats [[PersoonGeboorteplaats::Deurne]]
Geboortedatum 21 juni 1909
Overl.datum 3 februari 1975
Beroep(en) landbouwster, religieuze

Martha van de Weijer (1909-1975) was een religieuze afkomstig uit Deurne. Ze kreeg de kloosternaam zuster Ferdinanda bij de zusters van het Allerheiligst Hart van Tilburg.


Martha was het derde kind van de landbouwer Franciscus van de Weijer (1866-1961) en Gordina Bankers (1874-1967). Het gezin woonde aan de Voort A.19, later hernoemd tot Bakelschedijk, de huidige Bakelseweg.

Ze vertrok op 17 januari 1934 naar Tilburg en deed haar intrede bij de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw van het Allerheiligst Hart in Tilburg op 22 januari 1934. De eeuwige gelofte legde ze af op 25 augustus 1935. Na haar professie werd zij keukenzuster en zorgde voor de zusters in Hooglanderveen, Klazienaveen en Giesbeek. Daarna openbaarde zich haar ongeneeslijke kwaal waarmee ze haar hele leven bleef sukkelen.

Ze wilde voor haar medezusters blijven zorgen zolang het kon. Ze hielp als portierster in Eindhoven en verzorgde het naaiwerk in Hansweert. De rustperiode van 1953 tot 1959 in Tilburg kon haar kwaal veel verlichten maar niet genezen. Van 1959 tot 1968 hielp zij de bejaarden van Overloon bij het welfarewerk, maar ook deze arbeid moest zij opgeven. Na een medische behandeling in Utrecht kwam zij voorgoed in Tilburg om er te rusten. Zij aanvaardde in gelovige overgave de wil van God over haar leven.

Rond kerstmis 1974 verergerde haar benauwdheid en moest zij worden opgenomen in het ziekenhuis. Zij begreep zelf toen wel dat haar laatste levensdagen waren aangebroken. Na voorzien te zijn van het sacrament der zieken overleed zij op 3 februari 1975.