Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Goor: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 5: Regel 5:


Het toponiem ''Het Goor'' werd of wordt in Deurne en de voormalige gemeente [[Vlierden]] gebruikt voor de volgende plaatsen:
Het toponiem ''Het Goor'' werd of wordt in Deurne en de voormalige gemeente [[Vlierden]] gebruikt voor de volgende plaatsen:
*[[Het Goor (Brouwhuis)]]
*[[Het Goor (Walsberg)]]
*[[Het Goor (Walsberg)]]
*[[Het Goor (Vreekwijk)]]
*[[Het Goor (Vreekwijk)]]
*[[Het Goor (Liessel)]], ook wel het [[Loons Goor]] genoemd
*[[Het Goor (Liessel)]], ook wel het [[Loons Goor]] genoemd
*[[Het Goor (Stipdonk)]]
*[[Het Stipdonks Goor]]


''Goor'' komt ook voor in de volgde toponiemen:
''Goor'' komt ook voor in de volgde toponiemen:

Huidige versie van 15 jun 2021 om 22:40

Het Goor is een algemene benaming voor slijk of moerassig land met een venige bodem, die in Deurne voor meerdere plaatsaanduidingen gebruikt werd en wordt.


Deze naam komt met schrijfwijzen als Gor, Goir, Goer, Gore en Ghore al in de vroege geschiedenis in veel dorpen van Peelland wijdverbreid voor. Beijers en Van Bussel noemen het toponiem vóór 1500, al dan niet samengesteld, behalve in Deurne en Vlierden ook in de plaatsen Bakel, Erp, Tongelre, Aarle-Rixtel, Helmond, Lierop, Someren, Nuenen, Sint-Oedenrode en Veghel.[1]

Het toponiem Het Goor werd of wordt in Deurne en de voormalige gemeente Vlierden gebruikt voor de volgende plaatsen:

Goor komt ook voor in de volgde toponiemen:

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Henk Beijers en Geert-Jan van Bussel - Van d'n Aabeemd tot de Zwijnsput. Helmond 1996 blz. 100