Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Liesselseweg 190: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(4 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Op het adres '''Liesselseweg 190''' staat een sterk verbouwde langgevelboerderij uit 1913. | Op het adres '''Liesselseweg 190''' staat een sterk verbouwde langgevelboerderij uit 1913. | ||
[[Bestand:28.906.jpg|thumb|450px|De langgevelboerderij aan de Liesselseweg 190 vóór de | [[Bestand:28.323.jpg|thumb|400px|Josephus van den Eijnden met zijn 5 dochters in 1919. Zo moet het huis uit 1913 er vóór de bouw van de deel rond 1923 hebben uitgezien.<br><small>Foto: collectie Henk van den Eijnden</small>]] | ||
[[Bestand:28.906.jpg|thumb|450px|De langgevelboerderij aan de Liesselseweg 190 vóór de verbouwingen begin 21e eeuw. Het rechter deel is naar alle waarschijnlijkheid het sterk verbouwde huis van de foto hierboven.]] | |||
== Eigenaren en ontwikkeling == | == Eigenaren en ontwikkeling == | ||
Bij de invoering van het kadaster in 1832 was [[Joannes Roijackers (1768-1855)|Johannes Rooijakkers]] eigenaar van de boerderij op Vreekwijk, kadastraal sectie F 274. De boerderij werd tenminste vanaf 1839 tevens bewoond en bewerkt door zijn jongere neef [[Arnoldus Roijakkers (1782-1848)|Arnoldus Roijakkers]]. Op 17 april 1855 verdeelden de kinderen Rooijakkers de door hun ouders nagelaten goederen. Daarbij ontving dochter Everhardina, gehuwd met [[Johannes van den Eijnden (1817-1883)|Johannes van den Eijnden]], de boerderij met 4,5 hectare grond, die toen gewaardeerd werd op 1.900 gulden. | |||
Rond 1881 werd de oude boerderij gesloopt en kreeg na herbouw kadastraal sectienummer F 928. Op 2 maart 1897 verdeelden de kinderen Van den Eijnden de nagelaten goederen van hun overleden ouders. Daarbij ontving [[Leonardus van den Eijnden (1846-1921)|Leonardus van den Eijnden]] alle onroerende goederen, waaronder het huis met erf en tuin en 4,67 hectare grond, gewaardeerd op 2000 gulden. | |||
In 1908 werden, vanwege het overlijden van zijn vrouw, zijn zonen mede-erfgenamen. Op 4 oktober 1913 vroeg hij een bouwvergunning aan om een nieuw huis op het perceel kadastraal sectie F 927 te mogen bouwen.<ref>Kadastrale veldwerkkaartjes Deurne, sectie F nummer 57</ref> Het geheel met de twee boerderijen werd rond 1926 verdeeld onder de erfgenamen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3746</ref> | |||
Zoon [[Josephus van den Eijnden (1878-1945)|Josephus van den Eijnden]], landbouwer te Deurne, kreeg de beide boerderijen, zowel de oude op F 928 als de nieuwe op F 927, toebedeeld. Rond 1923 liet hij een aanbouw plaatsen waarmee het huis verlengd werd <ref>Kadastrale veldwerkkaartjes, sectie F, nummer 88</ref>, terwijl hij in hetzelfde jaar de nabijgelegen boerderij op F 928 liet afbreken. Beide percelen werden samengevoegd tot het nieuwe perceel F 1544. Dat perceel, met dus één boerderij, werd rond 1947 onder de erfgenamen verdeeld.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5590</ref> | |||
[[Wilhelmus Hubertus Kools (1940)]], metselaar en later varkensmester, kocht de boerderij | Rond 1947 kreeg schoonzoon [[Petrus Antonius Mennen (1914-1996)|Piet Mennen]], arbeider in de wegenbouw en woonachtig op [[Haspelweg 12]], de boerderij op Vreekwijk met land uit de gezamenlijke boedel. Zowel op 5 april 1956 als op 20 november 1958 vroeg Piet Mennen vergunning aan voor de bouw van een kippenhok. De boerderij had toen als adres [[Vreewijkseweg 8]]. Rond 1964 liet Mennen de boerderij veilen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7665</ref> [[Wilhelmus Hubertus Kools (1940)|Wilhelmus Kools]], metselaar en later varkensmester, kocht de boerderij. Op 25 maart 1965 vroeg hij vergunning aan voor verbouwing en vernieuwing van de boerderij.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 10154</ref> Op 17 juni van dat jaar voor de bouw van een stalling. | ||
Rond 1967 werd de boerderij met ruim 5 hectare land op een veiling aangekocht door landbouwer [[Johannes Caspar Keunen (1940)|Jan Keunen]] uit [[Helenaveen]], die daarmee terugkeerde naar de buurt waar hij was opgegroeid, namelijk op de [[Hoeve Ten Einde]]. De boerderij had toen nog steeds als adres Vreewijkseweg 8, en was kadastraal bekend als F 1544. Rond 1975 bracht hij zijn gronden in in de [[Ruilverkaveling "Astense Aa"]], waarna hij het huis met land met kadastrale aanduiding R 60 terugkreeg.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 10999</ref> | |||
{{appendix}} | {{appendix}} | ||
[[categorie:adres]] | [[categorie:adres]] |
Huidige versie van 29 jan 2021 om 16:19
Op het adres Liesselseweg 190 staat een sterk verbouwde langgevelboerderij uit 1913.
Eigenaren en ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]
Bij de invoering van het kadaster in 1832 was Johannes Rooijakkers eigenaar van de boerderij op Vreekwijk, kadastraal sectie F 274. De boerderij werd tenminste vanaf 1839 tevens bewoond en bewerkt door zijn jongere neef Arnoldus Roijakkers. Op 17 april 1855 verdeelden de kinderen Rooijakkers de door hun ouders nagelaten goederen. Daarbij ontving dochter Everhardina, gehuwd met Johannes van den Eijnden, de boerderij met 4,5 hectare grond, die toen gewaardeerd werd op 1.900 gulden.
Rond 1881 werd de oude boerderij gesloopt en kreeg na herbouw kadastraal sectienummer F 928. Op 2 maart 1897 verdeelden de kinderen Van den Eijnden de nagelaten goederen van hun overleden ouders. Daarbij ontving Leonardus van den Eijnden alle onroerende goederen, waaronder het huis met erf en tuin en 4,67 hectare grond, gewaardeerd op 2000 gulden.
In 1908 werden, vanwege het overlijden van zijn vrouw, zijn zonen mede-erfgenamen. Op 4 oktober 1913 vroeg hij een bouwvergunning aan om een nieuw huis op het perceel kadastraal sectie F 927 te mogen bouwen.[1] Het geheel met de twee boerderijen werd rond 1926 verdeeld onder de erfgenamen.[2]
Zoon Josephus van den Eijnden, landbouwer te Deurne, kreeg de beide boerderijen, zowel de oude op F 928 als de nieuwe op F 927, toebedeeld. Rond 1923 liet hij een aanbouw plaatsen waarmee het huis verlengd werd [3], terwijl hij in hetzelfde jaar de nabijgelegen boerderij op F 928 liet afbreken. Beide percelen werden samengevoegd tot het nieuwe perceel F 1544. Dat perceel, met dus één boerderij, werd rond 1947 onder de erfgenamen verdeeld.[4]
Rond 1947 kreeg schoonzoon Piet Mennen, arbeider in de wegenbouw en woonachtig op Haspelweg 12, de boerderij op Vreekwijk met land uit de gezamenlijke boedel. Zowel op 5 april 1956 als op 20 november 1958 vroeg Piet Mennen vergunning aan voor de bouw van een kippenhok. De boerderij had toen als adres Vreewijkseweg 8. Rond 1964 liet Mennen de boerderij veilen.[5] Wilhelmus Kools, metselaar en later varkensmester, kocht de boerderij. Op 25 maart 1965 vroeg hij vergunning aan voor verbouwing en vernieuwing van de boerderij.[6] Op 17 juni van dat jaar voor de bouw van een stalling.
Rond 1967 werd de boerderij met ruim 5 hectare land op een veiling aangekocht door landbouwer Jan Keunen uit Helenaveen, die daarmee terugkeerde naar de buurt waar hij was opgegroeid, namelijk op de Hoeve Ten Einde. De boerderij had toen nog steeds als adres Vreewijkseweg 8, en was kadastraal bekend als F 1544. Rond 1975 bracht hij zijn gronden in in de Ruilverkaveling "Astense Aa", waarna hij het huis met land met kadastrale aanduiding R 60 terugkreeg.[7]
Bronnen, noten en/of referenties
|