Henricus Josephus van Gestel (1906-1978): verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 12: | Regel 12: | ||
| beroep(en) = geestelijke | | beroep(en) = geestelijke | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:L55.089.jpg|thumb|400px|Kapelaan Van Gestel in juni 1939.]] | |||
Kapelaan '''Henricus Josephus van Gestel ''' was van 1933 tot 1939 [[Kapelaans van de Sint-Willibrordusparochie te Liessel|kapelaan]] in [[Liessel]]. | Kapelaan '''Henricus Josephus van Gestel ''' was van 1933 tot 1939 [[Kapelaans van de Sint-Willibrordusparochie te Liessel|kapelaan]] in [[Liessel]]. | ||
Henricus was het derde kind uit het gezin van | Henricus was het derde kind uit het gezin van landbouwer Antonius Josephus van Gestel (Tongelre 1875-1946 Eindhoven) en Johanna Maria de Rooij (Aalst 1867-1939 Eindhoven). | ||
Kapelaan Van Gestel werd 10 juni 1933 in ’s-Hertogenbosch tot priester gewijd. Direct daarna werd hij benoemd tot kapelaan in Liessel en bleef dat tot 1939. Vervolgens werd hij als kapelaan in Asten benoemd. In 1944 volgde zijn benoeming als kapelaan in Oirschot. Van 1955 tot 1956 was hij assistent-pastoor te Spoordonk en van 1956 tot 1971 pastoor in die plaats. | Kapelaan Van Gestel werd 10 juni 1933 in ’s-Hertogenbosch tot priester gewijd. Direct daarna werd hij benoemd tot kapelaan in Liessel en bleef dat tot 1939. Vervolgens werd hij als kapelaan in Asten benoemd. In 1944 volgde zijn benoeming als kapelaan in Oirschot. Van 1955 tot 1956 was hij assistent-pastoor te Spoordonk en van 1956 tot 1971 pastoor in die plaats. |
Huidige versie van 5 jan 2022 om 15:19
Kapelaan Henricus Josephus van Gestel was van 1933 tot 1939 kapelaan in Liessel.
Henricus was het derde kind uit het gezin van landbouwer Antonius Josephus van Gestel (Tongelre 1875-1946 Eindhoven) en Johanna Maria de Rooij (Aalst 1867-1939 Eindhoven).
Kapelaan Van Gestel werd 10 juni 1933 in ’s-Hertogenbosch tot priester gewijd. Direct daarna werd hij benoemd tot kapelaan in Liessel en bleef dat tot 1939. Vervolgens werd hij als kapelaan in Asten benoemd. In 1944 volgde zijn benoeming als kapelaan in Oirschot. Van 1955 tot 1956 was hij assistent-pastoor te Spoordonk en van 1956 tot 1971 pastoor in die plaats.