Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Petrus Alphonsius van Iersel (1847-1924): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 12: | Regel 12: | ||
| beroep(en) = kapelaan | | beroep(en) = kapelaan | ||
}} | }} | ||
'''Petrus Alphonsius van Iersel''' was van 21 november 1885 tot 23 december 1887 [[Kapelaans van de Sint-Willibrordusparochie te Liessel|kapelaan]] te [[Liessel]] en “bouwkapelaan” van de [[parochie Neerkant]]. | '''Petrus Alphonsius van Iersel (1847-1924)''' was van 21 november 1885 tot 23 december 1887 [[Kapelaans van de Sint-Willibrordusparochie te Liessel|kapelaan]] te [[Liessel]] en “bouwkapelaan” van de [[parochie Neerkant]]. | ||
Petrus Alphonsius van Iersel was een zoon van de Tilburgse hoefsmid Martinus van Iersel (1812-1886) en Adriana van Arendonk (1813-1855) | Petrus Alphonsius van Iersel was een zoon van de Tilburgse hoefsmid Martinus van Iersel (Tilburg 1812-1886 Oisterwijk) en zijn eerste vrouw Adriana van Arendonk (Moergestel 1813-1855 Oisterwijk). | ||
Hij werd op 7 juni 1873 in Den Bosch tot priester gewijd, werd vervolgens per 28 september 1873 kapelaan te Haaren bij Megen en per 16 maart 1878 kapelaan te Nistelrode. | Hij werd op 7 juni 1873 in Den Bosch tot priester gewijd, werd vervolgens per 28 september 1873 kapelaan te Haaren bij Megen en per 16 maart 1878 kapelaan te Nistelrode. | ||
Op 21 november 1885 werd hij tot kapelaan van Liessel benoemd waar hij in april 1886 door Mgr. Godschalk, bisschop van ’s Hertogenbosch, tevens belast werd met de oprichting van een nieuwe parochie in [[Neerkant]]. Een half jaar later moest Van Iersel het hoofd buigen voor een hardnekkige tweespalt onder de betrokken bewoners, met als twistappel de locatie van de te bouwen kerk. Het plan Neerkant werd voor onbepaalde tijd in de ijskast gezet. | Op 21 november 1885 werd hij tot kapelaan van Liessel benoemd waar hij in april 1886 door Mgr. Godschalk, bisschop van ’s-Hertogenbosch, tevens belast werd met de oprichting van een nieuwe parochie in [[Neerkant]]. Een half jaar later moest Van Iersel het hoofd buigen voor een hardnekkige tweespalt onder de betrokken bewoners, met als twistappel de locatie van de te bouwen kerk. Het plan Neerkant werd voor onbepaalde tijd in de ijskast gezet. | ||
Als dank voor zijn bewezen diensten werd Van Iersel op 23 december 1887 benoemd tot pastoor te Breugel waar hij op 3 december 1920 eervol ontslag kreeg. | Als dank voor zijn bewezen diensten werd Van Iersel op 23 december 1887 benoemd tot pastoor te Breugel waar hij op 3 december 1920 eervol ontslag kreeg. |
Huidige versie van 16 mrt 2019 om 12:57
Petrus Alphonsius van Iersel | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Petrus Alphonsius van Iersel | |
Geboorteplaats | Oisterwijk | |
Geboortedatum | 17 februari 1847 | |
Overl.plaats | Oisterwijk | |
Overl.datum | 16 augustus 1924 | |
Beroep(en) | kapelaan |
Petrus Alphonsius van Iersel (1847-1924) was van 21 november 1885 tot 23 december 1887 kapelaan te Liessel en “bouwkapelaan” van de parochie Neerkant.
Petrus Alphonsius van Iersel was een zoon van de Tilburgse hoefsmid Martinus van Iersel (Tilburg 1812-1886 Oisterwijk) en zijn eerste vrouw Adriana van Arendonk (Moergestel 1813-1855 Oisterwijk).
Hij werd op 7 juni 1873 in Den Bosch tot priester gewijd, werd vervolgens per 28 september 1873 kapelaan te Haaren bij Megen en per 16 maart 1878 kapelaan te Nistelrode.
Op 21 november 1885 werd hij tot kapelaan van Liessel benoemd waar hij in april 1886 door Mgr. Godschalk, bisschop van ’s-Hertogenbosch, tevens belast werd met de oprichting van een nieuwe parochie in Neerkant. Een half jaar later moest Van Iersel het hoofd buigen voor een hardnekkige tweespalt onder de betrokken bewoners, met als twistappel de locatie van de te bouwen kerk. Het plan Neerkant werd voor onbepaalde tijd in de ijskast gezet.
Als dank voor zijn bewezen diensten werd Van Iersel op 23 december 1887 benoemd tot pastoor te Breugel waar hij op 3 december 1920 eervol ontslag kreeg. Hij was lid van de Derde Orde en van de Priester aanbidding.
De behoefte aan een eigen parochie was daarmee natuurlijk niet van de baan. Na veel aandringen van diverse personen en instanties bleek de bisschop uiteindelijk bereid om Neerkant een nieuwe kans te geven. In het vroege voorjaar van 1889 kreeg de 35-jarige Antonius Marinus van Erp (1854-1927) de opdracht de voorbereiding van een parochie Neerkant te hervatten.