Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Mathias Martinus Keunen (1928-1995): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 12: | Regel 12: | ||
| beroep(en) = geestelijke, missionaris | | beroep(en) = geestelijke, missionaris | ||
}} | }} | ||
'''Mathias Martinus Keunen (1928-1995)''' was een [[Priesters uit Deurne|priester]] uit | {{link stamboom|stamboom=''[[Keunen]]''}} | ||
[[Bestand:26.031.jpg|thumb|450px|Priesterfeest op 15 juli 1956. <br>Foto: collectie Theo Goorts]] | |||
[[Bestand:31.244.jpg|thumb|450px|Feest op 15 juli 1956. <br>Foto: collectie Sjef en Miet van de Mortel]] | |||
'''Mathias Martinus Keunen (1928-1995)''' was een [[Priesters uit Deurne|priester]] uit Deurne. | |||
Regel 18: | Regel 21: | ||
Ties Keunen werd op 30 juli 1928 geboren als oudste zoon van [[Martinus Keunen (1898-1981)]] en Anna Maria Bartholina Raemaekers (1897-1965), woonachtig in de [[Zeilberg]]. Na hem zouden zijn broers [[Antonius Keunen (1930-1977)]] en [[Martinus Antonius Keunen (1932)]] volgen. | Ties Keunen werd op 30 juli 1928 geboren als oudste zoon van [[Martinus Keunen (1898-1981)]] en Anna Maria Bartholina Raemaekers (1897-1965), woonachtig in de [[Zeilberg]]. Na hem zouden zijn broers [[Antonius Keunen (1930-1977)]] en [[Martinus Antonius Keunen (1932)]] volgen. | ||
Hij had de innerlijke wens missionaris te worden en ging daarom in september 1943 naar het klein-seminarie van de Paters van de Heilige Geest in Weert. In Gennep werd hij daarna noviciaat. Uiteindelijk legde hij op 7 september 1951 de gelofte af in de Congregatie van de Heilige Geest. Na zijn studie op het kasteel in Gemert werd hij op 15 juli 1956, dertien jaar na het begin van zijn studie, tot priester gewijd. | Hij had de innerlijke wens missionaris te worden en ging daarom in september 1943 naar het klein-seminarie van de Paters van de Heilige Geest in Weert. In Gennep werd hij daarna noviciaat. | ||
Uiteindelijk legde hij op 7 september 1951 de gelofte af in de Congregatie van de Heilige Geest. Na zijn studie op het kasteel in Gemert werd hij op 15 juli 1956, dertien jaar na het begin van zijn studie, tot priester gewijd. | |||
In 1958 werd hij aangesteld als missionaris in Kameroen. In Batouri werkte hij vijf jaar in de missie, waar onder zijn leiding onder meer een kerk en school in Bedobo tot stand werd gebracht. De kerk, de eerste voor de Mbaka-stam, werd gewijd aan de heilige Mathias. Hij was daar ook directeur van de school. | In 1958 werd hij aangesteld als missionaris in Kameroen. In Batouri werkte hij vijf jaar in de missie, waar onder zijn leiding onder meer een kerk en school in Bedobo tot stand werd gebracht. De kerk, de eerste voor de Mbaka-stam, werd gewijd aan de heilige Mathias. Hij was daar ook directeur van de school. | ||
Tot zijn teleurstelling werd hij al na vijf jaar teruggeroepen naar Nederland om voor de congregatie in de propaganda te gaan werken, eerst in Rhenen en daarna in Berg en Dal. In 1967 werd hij tot tijdelijk directeur van het Afrika-museum in Berg en Dal aangesteld, een museum dat nieuw opgezet moest worden. In 1969 werd hij provinciaal econoom van de congregatie, een functie die niet direct aansloot bij zijn persoonlijke belangstelling voor de zielzorg. Vanaf 1974 werkte hij als geestelijke in Duitsland, eerst 3 jaar in Spexard (bisdom Paderborn) en vanaf 1977 als pastoor in Xanten-Vynen in de parochie St. Martin. Die functie vervulde hij tot enkele weken voor zijn dood. Twee jaar daarvoor vernam hij dat hij kanker had, en toen zijn einde in | Tot zijn teleurstelling werd hij al na vijf jaar teruggeroepen naar Nederland om voor de congregatie in de propaganda te gaan werken, eerst in Rhenen en daarna in Berg en Dal. | ||
In 1967 werd hij tot tijdelijk directeur van het Afrika-museum in Berg en Dal aangesteld, een museum dat nieuw opgezet moest worden. | |||
In 1969 werd hij provinciaal econoom van de congregatie, een functie die niet direct aansloot bij zijn persoonlijke belangstelling voor de zielzorg. | |||
Vanaf 1974 werkte hij als geestelijke in Duitsland, eerst 3 jaar in Spexard (bisdom Paderborn) en vanaf 1977 als pastoor in Xanten-Vynen in de parochie St. Martin. Die functie vervulde hij tot enkele weken voor zijn dood. Twee jaar daarvoor vernam hij dat hij kanker had, en toen zijn einde in zicht was keerde hij naar Zeilberg terug. Hij kreeg daar een hartaanval en stierf op 29 maart 1995 in het ziekenhuis van Helmond. | |||
Hij werd in Zeilberg begraven.<ref>Dit artikel is gebaseerd op de uitgebreide tekst op zijn bidprentje met enkele aanvullingen.</ref> | |||
{{appendix}} | {{appendix}} | ||
{{DEFAULTSORT:Keunen,Mathias}} | {{DEFAULTSORT:Keunen,Mathias Martinus}} | ||
[[Categorie:Keunen|Mathias]] | [[Categorie:Keunen|Mathias Martinus]] | ||
[[Categorie:geestelijke]] | [[Categorie:geestelijke]] | ||
[[categorie:missionaris]] | [[categorie:missionaris]] |
Huidige versie van 29 jul 2022 om 19:08
Mathias Martinus Keunen (1928-1995) was een priester uit Deurne.
Ties Keunen werd op 30 juli 1928 geboren als oudste zoon van Martinus Keunen (1898-1981) en Anna Maria Bartholina Raemaekers (1897-1965), woonachtig in de Zeilberg. Na hem zouden zijn broers Antonius Keunen (1930-1977) en Martinus Antonius Keunen (1932) volgen.
Hij had de innerlijke wens missionaris te worden en ging daarom in september 1943 naar het klein-seminarie van de Paters van de Heilige Geest in Weert. In Gennep werd hij daarna noviciaat.
Uiteindelijk legde hij op 7 september 1951 de gelofte af in de Congregatie van de Heilige Geest. Na zijn studie op het kasteel in Gemert werd hij op 15 juli 1956, dertien jaar na het begin van zijn studie, tot priester gewijd.
In 1958 werd hij aangesteld als missionaris in Kameroen. In Batouri werkte hij vijf jaar in de missie, waar onder zijn leiding onder meer een kerk en school in Bedobo tot stand werd gebracht. De kerk, de eerste voor de Mbaka-stam, werd gewijd aan de heilige Mathias. Hij was daar ook directeur van de school.
Tot zijn teleurstelling werd hij al na vijf jaar teruggeroepen naar Nederland om voor de congregatie in de propaganda te gaan werken, eerst in Rhenen en daarna in Berg en Dal.
In 1967 werd hij tot tijdelijk directeur van het Afrika-museum in Berg en Dal aangesteld, een museum dat nieuw opgezet moest worden.
In 1969 werd hij provinciaal econoom van de congregatie, een functie die niet direct aansloot bij zijn persoonlijke belangstelling voor de zielzorg.
Vanaf 1974 werkte hij als geestelijke in Duitsland, eerst 3 jaar in Spexard (bisdom Paderborn) en vanaf 1977 als pastoor in Xanten-Vynen in de parochie St. Martin. Die functie vervulde hij tot enkele weken voor zijn dood. Twee jaar daarvoor vernam hij dat hij kanker had, en toen zijn einde in zicht was keerde hij naar Zeilberg terug. Hij kreeg daar een hartaanval en stierf op 29 maart 1995 in het ziekenhuis van Helmond.
Hij werd in Zeilberg begraven.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|